Review: Batman: Return to Arkham – Als er één franchise is die mij weemoedig doet terugdenken aan het PS3-tijdperk, dan is het wel de reeks die voortkwam uit Batman: Arkham Asylum. Het laatste deel, Arkham Knight, kan je onmogelijk omschrijven als een slechte game, maar het sluitstuk van de trilogie liet toch heel wat te wensen over. Misschien ligt het aan het feit dat de naam Batman niet onmiddellijk verbanden lijkt te hebben met rechttoe rechtaan tankveldslagen, een connectie die ontwikkelaar Rocksteady destijds toch mooi door onze strot probeerde te rammen. Het doodgezwegen Arkham Origins bood eveneens aardig vertier, maar miste het creatieve vlammetje dat de franchise naar atmosferische hoogten gekatapulteerd had. Nee, voor de écht overtuigende Batmanervaringen moet je wat mij beteft verder terug in de tijd, naar de eerste twee delen in de reeks. En laten dat nou net de titels zijn die nu hun heropwachting maken op de PS4.

Van gekkenhuis naar gekkenstad

Batman: Arkham Asylum en Batman: Arkham City zijn naar mijn mening niet alleen de ultieme games gebaseerd op de populaire superheld van DC Comics, maar meteen ook het uitgelezen voorbeeld van een schaalvergroting die werkt. Word je in het eerste deel nog opgesloten in het relatief claustrofobische gekkenhuis uit de titel, dan mag je in het vervolg een massief gedeelte van Gotham City doorkruisen, tijdelijk omgebouwd tot gelegenheidsgevangenis. De zaadjes voor deze schaalvergroting werden immers al gelegd in Arkham Asylum, want wie zorgvuldig genoeg te werk ging, kon de plannen van toekomstig burgemeester Quincy Sharp reeds op het spoor komen in diens kantoor. Dit is overigens niet de enige easter-egg die oplettende zielen uit het decor konden tevoorschijn toveren. Ontwikkelaar Rocksteady stopte de in-game omgevingen immers maar al te graag vol met knipogen naar de getekende inspiratiebron.

Batman1

De titels die in Batman: Return to Arkham voorzien werden van een grafische make-over, vertellen elk ook een uit de kluiten gewassen verhaal dat niet zou misstaan op het witte doek. In Arkham Asylum laat de Joker zich gewillig in de boeien slaan door Batman, waarna hij met behulp van de immer getrouwe Harley Quinn in een mum van tijd het Arkham gekkenhuis tot zijn persoonlijke speeltuin herleidt. Batman bevindt zich letterlijk en figuurlijk in het hol van de leeuw en moet een handvol iconische superslechteriken van zijn lijf slaan om de gestoorde clown een halt toe te roepen. Wat volgt, is een bij vlagen benauwende, geregeld spectaculaire en immer memorabele tocht door de gotische landhuizen op het Arkhameiland, waar steevast een grimmige Halloweensfeer lijkt te hangen. En ondertussen voltrekken zich op de achtergrond een aantal politieke verschuivingen met directeur Quincey Sharp in de hoofdrol.

Deze machinaties zorgen ervoor dat het in het eerste deel vernielde Arkham Asylum in het vervolg verhuist naar het vasteland. Daar wordt een deel van Gotham ontruimd en afgesloten, waarna misdadigers zonder uitzondering in dit hellehol gesmeten worden. Arkham City – een idee dat zelfs kinderen zouden omschrijven als “gedoemd tot falen” – ontpopt zich tot een stedelijke jungle zonder weerga, waar maffiabazen hun territoria opeisen en voortdurend oorlog voeren tegen rivaliserende bendes. In de proloog van het spel wordt Bruce Wayne gekidnapt door Dr. Strange, die op de hoogte blijkt te zijn van Waynes vleermuisvormige alter ego. Batman wordt aan zijn lot overgelaten in Arkham City, waar niet alleen Dr. Strange het één en ander in zijn schild voert, maar ook Joker de gevolgen draagt van zijn ongure escapades in Arkham Asylum. Dit alles culmineert uiteindelijk in een ronduit verbluffende finale.

Batman2

Klassieke momenten

Op verhaalvlak zijn beide titels dus meer dan de moeite waard om te herbeleven. Datzelfde mag gezegd worden over de gameplay, die vlot schakelt tussen stealth en actie, en ter afwisseling hier en daar een puzzel of platformsegment uit de hoge hoed tovert. Weinig dingen zijn meer bevredigend dan een kamer slechteriken één voor één een ticketje richting dromenland bezorgen, om vervolgens toe te kijken hoe de overblijvers het in hun broek doen van angst. Het door veel actiegames gekopieerde vechtsysteem teert op het juist timen van counters – altijd getelegrafeerd door drie bliksemschichten boven het hoofd van de belager – en ziet er nog altijd even spectaculair uit. Ook de manier waarop je op majestueuze wijze boven de omgeving zweeft, verdient een eervolle vermelding. Deze beweging werd in Arkham City zelfs zodanig geperfectioneerd, dat het achteraf even slikken is als je de voorganger weer aan zet.

Zowel Arkham Asylum als Arkham City bevatten een hele resem aan klassieke momenten die elke fan zich moeiteloos weer voor de geest zal kunnen halen. De ontzagwekkende semi-2D levels waarin je Scarecrows blik moet zien te ontwijken, bijvoorbeeld. Of de zenuwslopende aanvaring met Killer Croc in de riolen onder het gekkenhuis, waar mijn gemoed zich nog altijd niet helemaal van hersteld heeft. Ook Arkham City ligt ons nog zeer vers in het geheugen. Zo gaat mijn hart nog spontaan sneller slaan wanneer ik terugdenk aan de momenten waarop je tijdelijk in de huid van Catwoman kruipt. Of voel ik de spanning opnieuw toenemen wanneer ik mij de confrontatie met Dr. Freeze herinner, waarbij de snoodaard zich keer op keer weer wist aan te passen aan mijn tactiek om zo stevig weerwerk te bieden. Helaas is die laatste krachtmeting meteen ook het enige waardige baasgevecht in de hele reeks.

Batman3

Niet altijd even geslaagd

Het is vooral de nostalgie die spreekt in deze review en dat zorgt ervoor dat ik het moeilijk vind om mij echt te concentreren op de minpunten. Die zijn er namelijk wel degelijk. De overzetting naar de PlayStation 4 is blijkbaar niet zonder slag of stoot gebeurd en hoewel ik gespaard ben gebleven van de crashes die bij de BioShock remasters wel eens de kop durfden opsteken, kan ik hetzelfde niet zeggen over de technische onvolmaaktheden. De framerate schokt bijvoorbeeld voortdurend wanneer je door de levels rent en die instabiele framerate maakt ook de cutscenes een stuk minder amusant. De overgang naar het iconische detectivezicht verloopt eveneens een fractie van een seconde langzamer dan we gewend zijn. Op grafisch vlak heeft de ontwikkelaar de verlichting opgekrikt, wat er helaas ook voor gezorgd heeft dat visuele imperfecties – het water, bijvoorbeeld – extra uit de toon vallen. Het zijn kleine zaken, maar ze vallen wel degelijk op.

Conclusie

Met Batman: Return to Arkham haal je de meest complete versie van Arkham Asylum en Arkham City in huis. Wie de games nog niet eerder gespeeld heeft, zou dan ook niet mogen twijfelen. Ren zo snel mogelijk naar de dichtstbijzijnde gameboer en haal de titels in huis; je krijgt zeker waar voor je geld. Als je de games echter in het verleden reeds uitgespeeld hebt, zal je merken dat er weinig veranderd is. Beide spellen draaien nog steeds op 30 frames per seconde en hebben op grafisch vlak niet meer zoveel in de pap te brokken. De werelden zien er misschien wat gedetailleerder uit, maar de onnodige extra verlichting en slordige framerate zorgen ervoor dat je bij het spelen toch meermaals merkt dat je met oudere titels bezig bent. Dat is jammer, want zowel Asylum als City hebben erg boeiende verhalen te vertellen, waarin de vleermuisman én zijn tegenstanders zich doorgaans van hun allerbeste kant laten zien.

Pluspunten

  • Fantastische verhalen
  • Vol knipogen naar de comics
  • Heerlijke mix van actie en stealth
  • Stemmenwerk én soundtrack van de bovenste plank

Minpunten

  • Te weinig degelijke baasgevechten
  • Grafisch van een iets lagere plank
  • Teleurstellende framerate

8.5