Review | DualSense Edge – Op de pro controller markt zijn er inmiddels een hoop varianten te vinden. Zo hebben veel bedrijven wel een uitgebreide versie van een bepaalde controller beschikbaar die de gamer een hoop extra snufjes biedt. Hetzij om sneller en comfortabeler een game te kunnen spelen, of juist om een competitief voordeel te geven. De concurrent van Sony heeft in de tussentijd laten zien dat een inhouse pro controller een hoop extra voordelen weet te bieden: native software ondersteuning op de console, goede kwaliteit en een schappelijke prijs. Sony is nu aan zet met een pro variant op de DualSense. De DualSense Edge is hier en wij bekijken in deze review of Sony lekker op weg is… of niet.

DualSense design met een edge

We gaan niet van A tot Z alles van de DualSense Edge bespreken. Heel veel elementen zijn namelijk onveranderd gebleven ten opzichte van de normale DualSense controller. Zo zijn de haptische feedback en adaptieve triggers nog altijd aanwezig in dezelfde uitvoering. Ditzelfde geldt voor de facebuttons, d-pad en overige basisknoppen. Ook de audiochip is onveranderd. Voor de basis functies refereren we daarom graag naar de review van de normale DualSense. Het gaat bij de DualSense Edge uiteraard om de features die erbij zijn gekomen voor een extra edge. Zo merken we bij het uitpakken van de pro controller op dat Sony veel aandacht heeft besteed aan de presentatie. Terwijl de PS5 (console) verpakt zit in een stel eierdozen, is de DualSense Edge voorzien van een nette verpakking met daarin de carry case. Dit zorgt voor een gelikte uitstraling.

De carry case is van gehard plastic. Hierin zit uiteraard de DualSense Edge, maar ook de overige onderdelen: een 2 meter lange USB-C kabel, 4 convexe pookjes (twee kort, twee lang), een module om de USB-C aansluiting te verstevigen en twee setjes achterknoppen. De achterkant van de carry case kan geopend worden, zodat je de controller kunt opladen terwijl die opgeborgen is. De controller zelf is ook wat veranderd ten opzichte van de normale (witte) DualSense controller. De DualSense Edge heeft namelijk zwarte face buttons, een touchpad en d-pad. Daarmee heeft de DualSense Edge een wat sterker contrast tussen zwart en wit. Bij het middenstuk (tussen de pookjes) is nu gekozen voor een glanzende afwerking in plaats van mat. Dit is een stuk gevoeliger voor vlekken en krassen, maar leuk ziet het er wel zeker uit.

Veel functies om van te smullen

En zo komen we aan bij de eerste van vele unieke features van de DualSense Edge. De glanzende cover is makkelijk te verwijderen: onderop de controller heb je een klein schuifknopje waarmee je de cover los krijgt. De pookjes kun je op deze manier makkelijk vervangen, mocht je last krijgen van stick drift. Onder de pookjes heb je nu ook extra Fn-knoppen. De Fn-knoppen zijn bedoeld om gebruik te maken van dubbele functies op de controller. Houd je de Fn-knop vast, dan kan je met de face buttons switchen tussen profielen. De Fn-knop kan je ook gebruiken in combinatie met de d-pad, waarmee je weer in-game geluid of chat geluid kunt reguleren. Erg handig.

Een andere toevoeging zijn de triggerstops. Bij de L2 en R2 knoppen heb je nu de mogelijkheid om de indrukhoek te verkleinen en daarmee de trigger meer tot een knop te vormen. Je hebt hier drie standen bij: normaal, tot de helft kunnen indrukken en een die het tot het minimum beperkt. Wanneer je de triggerstops gebruikt, valt de adaptieve trigger feature automatisch weg. Bij de meest beperkende stand van de triggerstops vinden we dat je alsnog veel travel distance hebt met het indrukken van de trigger. Dit mocht nog wel verder beperkt worden, want zeker als je een shooter speelt is dit goed merkbaar.

DualSense Premium Edition

De DualSense Edge is gemakkelijk in te stellen op de PS5. Onder het tabje ‘Accessoires’ kun je verschillende profielen aanmaken en toewijzen onder de verschillende Fn-combinaties. Ook kun je andere instellingen toepassen. Denk aan de gevoeligheid van de pookjes of de triggergevoeligheid instellen. Zo heb je de basis benodigdheden qua instellingen overzichtelijk bij elkaar op de PlayStation 5. De ster van de show zijn natuurlijk de knoppen die je op de achterkant van de DualSense Edge hebt. Je krijgt hier twee verschillende soorten setjes achterknoppen bijgeleverd. Traditionele peddles (zoals de Xbox Elite Series 2 heeft), of halve maanvormige knoppen. De laatstgenoemde zijn een stuk kleiner en duw je als het ware naar beneden toe, in plaats dat je ze inklikt zoals met de peddles.

Een groot voordeel van de halve maanvormige achterknoppen, is dat deze je vingers op de achterkant van de controller veel rustruimte bieden. Bij de wat langere peddles ‘rusten’ je middelvingers namelijk op de knop zelf, wat kan leiden tot het per ongeluk indrukken ervan. De achterknoppen zijn zeer eenvoudig te verwisselen: je haakt ze in een kleine gleuf die deels met een magneet werkt voor extra stevigheid. Sony gebruikt trouwens voor de DualSense Edge op meerdere plekken metalen onderdelen. Als je de glanzende cover bij de pookjes verwijdert, zie je dat beide analoge sticks met een stalen beugel bevestigd zijn. Dit soort kleine kwalitatieve (zware) onderdelen geven de DualSense Edge een behoorlijk premium gevoel en daardoor ook meer gewicht.

Een flinke doorn in het oog

De DualSense Edge valt ons zeer goed in de smaak. Hoewel je qua gevoel te maken hebt met een normale DualSense (comfort is ook hetzelfde gebleven), zijn de extra functies stuk voor stuk erg geslaagd te noemen. Er zijn echter ook een paar minpunten waar we simpelweg niet omheen kunnen. De accuduur van de controller is verre van ideaal. De ongeveer 6 uur is domweg veel te weinig, wat in de praktijk zelfs nog korter is – ongeveer 4,5 uur met alle toeters en bellen aan. De compromis die Sony heeft gemaakt is het toevoegen van een module, waarmee de USB-C kabel steviger aan de controller bevestigd zit en je dus bedraad speelt. Het nadeel hiervan is dat je met een flink uitstekend onderdeel zit aan de bovenkant, wat de al zware pro controller nog meer bulky laat aanvoelen.

Ook de kwaliteit van de Fn-knoppen is ondermaats. Dit is namelijk van zacht plastic gemaakt, wat bij het gebruiken ervan ook doet aanvoelen alsof het snel stuk kan gaan. Als je dit afzet tegen de rest van de controller, voelt dit niet premium aan. Dan hebben we natuurlijk nog het grootste euvel waar menig gamer mee zit: de prijs. Voor € 239,99 is de DualSense Edge een flinke aanschaf. Als je het vergelijkt qua functies met een SCUF controller (€ 249,99),  dan liggen de prijzen niet ver uit elkaar. Maar als we kijken naar wat de concurrentie in het algemeen biedt, komt de DualSense Edge naar verhouding erg te kort: 4 achterknoppen, veel langere accuduur, betere triggerstops. Bovendien kent de controller van Sony momenteel geen pc-ondersteuning.

Conclusie

De DualSense Edge is simpel gezegd een premium variant van de normale DualSense controller. De metalen onderdelen zijn erg fijn, de achterknoppen zijn zeer geslaagd en de software ondersteuning op de PlayStation 5 geeft je de mogelijkheid om de belangrijkste functies te configureren op een gemakkelijke manier. De Fn-knoppen zijn een zeer welkome toevoeging, waarmee je op systeemniveau direct je geluid kunt aanpassen en kunt schakelen tussen profielen. Tot zover zijn we lovend over de controller, maar er missen ook een paar elementen wat het rechtvaardigen van de prijs bemoeilijkt. Er zijn maar twee achterknoppen, de accuduur is veel te kort en ook de triggerstops konden beter uitgewerkt worden. Als controller is de DualSense Edge prima, maar als we de gebreken tegenover de prijs moeten afzetten, is het niet in balans. 

Pluspunten

  • Premium feel
  • Achterknoppen
  • Carry case
  • Native software op PS5

Minpunten

  • Buitenproportioneel geprijsd
  • Fn-knoppen wat gevoelig
  • Geen pc ondersteuning
  • Accuduur zeer ondermaats