Gespeeld: Homefront: The Revolution – Ik was persoonlijk erg blij toen ik alsnog de kans kreeg om tijdens de afgelopen Gamescom opnieuw kennis te maken met Homefront: The Revolution. Meer dan een jaar geleden heb ik deze game namelijk ook al in actie kunnen zien, maar toen op de E3 in Los Angeles. In de tussentijd verliep de ontwikkeling van Homefront: The Revolution allerminst soepel. Inmiddels lijkt men echter alles weer op de rit te hebben en nu is deze game nog steeds in ontwikkeling bij Dambuster Studios. Dit was voorheen de Duitse ontwikkelaar Crytek. Reden te meer voor mij om uit te kijken naar een hernieuwde kennismaking. Hieronder stel ik je op de hoogte van mijn laatste bevindingen.

Het verhaal

Te beginnen met het verhaal van Homefront: The Revolution. Daar is niks in veranderd ten opzichte van de vorige keer dat ik kennis maakte met de game. Het verhaal speelt zich (nog steeds) vier jaar na de gebeurtenissen van het origineel af. Noord-Korea heeft onder de vlag van de KPA (Korean People’s Army) heel de Verenigde Staten bezet en de Noord-Koreanen hebben hun hoofdkwartier geïnstalleerd in de stad Philadelphia. De KPA heeft niet zonder reden voor Philadelphia gekozen, want deze stad is historisch gezien altijd een belangrijke plaats geweest voor de Amerikanen.

Dat komt doordat Philadelphia het toneel was waar op 4 juli 1776 de onafhankelijkheidsverklaring getekend werd. Hiermee gaven de verschillende Amerikaanse staten ‘gezamenlijk’ aan onafhankelijk te willen worden van het Britse koninkrijk. Op 4 juli wordt daarom ‘Onafhankelijkheidsdag’ (Independence Day) gevierd, wat nog steeds de belangrijkste feestdag van de Verenigde Staten is.

Jouw avontuur en de drie zones

Jouw avontuur begint dus in Philadelphia, een stad die in de greep is van de KPA en dat merk je goed aan de gebeurtenissen die zich op straat afspelen. Overal verspreid staan nederzettingen van de KPA, omgeven door wachttorens vanwaar soldaten de omgeving goed in de gaten houden. Het gebied is daarbij opgedeeld in groene, gele en rode zones. De groene zone is het gebied waar de KPA haar hoofdkwartier heeft opgeslagen en waar alles op straat zeer strak wordt gehouden. Nog meer dan in de andere zones zijn hier soldaten veelvuldig op straat aan het patrouilleren en er vliegen ook meer drones door de lucht die alles nauwgezet in de gaten houden. Daarna komt de gele zone, wat eigenlijk een soort ghetto is waar de ‘gewone bevolking’ leeft. Ook hier vliegen er drones door de lucht en hangen er overal camera’s om alles goed in de gaten te houden.

Als inwoner van deze stad heb je zo op zijn zachts gezegd geen leuk leven en word je vaak ingezet om de vuile klusjes, zoals het schoonvegen van de straat of het schoonmaken van de muren, voor je rekening te nemen. Tot slot hebben we nog de rode zone, een compleet verwoest gebied waar nog sporen te zien zijn van de strijd die de eerste groep verzetsstrijders voerde tegen de KPA. Dit zijn de gebieden waar mensen uit het verzet het liefst opereren. Jouw hoofdpersoon maakt onderdeel uit van zo’n verzetsgroep en het is aan jou de taak om samen met een aantal kameraden de KPA dwars te zitten, met als doel een revolutie te ontketenen en iedereen te bevrijden.

Een ander gebied, nog steeds dezelfde guerilla-tactieken

We hebben een nieuw gedeelte van de wereld te zien gekregen in vergelijking met hetgeen wat we zagen tijdens onze vorige kennismaking. De tactiek waarvan je gebruik maakt om de KPA dwars te zitten is echter nog steeds hetzelfde. Zonder enige vorm van overleg ten strijde trekken is hier absoluut geen optie, dus opereer je altijd in kleine groepen. Je maakt daarbij gebruik van guerilla-tactieken om de KPA aan te vallen, bijvoorbeeld door aanslagen te plegen of hinderlagen op te zetten.

Zulke tactieken zul je zeker nodig hebben, aangezien je lang niet zulke geavanceerde wapens hebt als de KPA. Dat betekent echter niet dat je zelf niet beschikt over bruikbare wapens. Daarnaast zul je in de omgeving andere wapens en ‘blue prints’ (handleidingen) kunnen vinden waarmee je die wapens weer kunt verbeteren. Tevens heb je bepaalde tools bij je die je kunt gebruiken om onder andere vijandelijke drones te hacken. Wanneer je dat lukt, zal zo’n drone zich aan je zijde scharen en voor jou de vijand onder vuur nemen.

Het combineren van je wapens en de Strike Points

Naast het verbeteren van wapens kan je tevens bepaalde items met elkaar combineren om daarmee weer een (ander) wapen te maken. We doelen bijvoorbeeld op een vanop afstand bestuurbaar wagentje volgepakt met explosieven. Handig om in te zetten wanneer je op afstand een patrouillerende eenheid van de KPA waarneemt. Het rijdend wagentje kan je dan gebruiken als een soort afleiding en je kan er tevens in één klap meerdere vijanden tegelijk mee uitschakelen. Het idee achter jouw hachelijke avontuur is dat je samen met je kameraden meerdere Strike Points van de KPA moet zien te veroveren. Dit zijn een soort nederzettingen die streng worden bewaakt. Hier kan je voor jezelf en voor iedereen die in het verzet zit een veilige zone van maken, mits je een dergelijke locatie weet veroveren natuurlijk.

Je minimap en rijden op de motor

Binnen de open wereld kan je jezelf ook rijdend verplaatsen op een motor, die wij ergens in een grote oude loods vonden. Met een motor kan je je vooral sneller verplaatsen, maar hier zitten ook weer haken en ogen aan. Roekeloos door de wereld heen scheuren heeft namelijk weinig zin, aangezien er veel patrouilles van de KPA zijn die je kunt tegenkomen. In zo’n situatie ben je vrijwel direct kansloos en bijgevolg ben je best voorzichtig. Daarvoor is het handig om goed je minimap in de gaten te houden. Deze map kan je inkijken via een applicatie op je telefoon, die je op elk moment tevoorschijn kan halen. Zo kan je van tevoren gemakkelijk de route uitstippelen die je het beste kunt nemen.

Pakkende vuurgevechten, maar toch nog twijfels

Zoals de ontwikkelaar ons ook vertelde, zul je in Homefront: The Revolution hoofdzakelijk bezig zijn met het veroveren van de eerder genoemde Strike Points. De vraag hierbij is of dit op termijn leuk blijft en vooral of deze missies divers genoeg zijn om de game niet tot een herhalingsoefening te herleiden. De makers hebben ons echter verzekerd dat er genoeg variatie tussen de verschillende missies zal zitten. We zullen dus nog even moeten afwachten voor we beter over de game kunnen oordelen. Waar we wel alvast blij van worden, is de intensiteit van de verschillende vuurgevechten waar je in verzeild raakt. Bij elke confrontatie voel je de impact van alle kogels die langs je oren zoeven en waardoor je net (niet) wordt geraakt.

Op visueel vlak nog niet overtuigend

Op het visuele vlak weet Homefront: The Revolution nog niet helemaal te overtuigen. Dat zit hem met name in de onafgewerkte textures en in de toch wat storende pop-in van bepaalde objecten die je hier en daar tegenkomt. Dit betekent echter niet dat men geen geloofwaardige spelwereld weet neer te zetten. In tegendeel, de grauwe sfeer is zeker voelbaar, alleen kan Homefront: The Revolution hier en daar op cosmetisch vlak nog wel wat aanpassingen gebruiken.

Voorlopige conclusie

Na deze hernieuwde kennismaking met Homefront: The Revolution ben ik nog steeds voorzichtig positief gestemd. De gekozen insteek voor het verhaal vind ik absoluut interessant en ontwikkelaar Dambuster Studios weet de sfeer alvast goed over te brengen. Daar wil ik wel de kanttekening bij maken dat de game op grafisch vlak hier en daar nog een opknapbeurt kan gebruiken. Enthousiaster ben ik op dit moment over het concept waarmee je je wapens kan customizen. De wapens die nu vooraf al aangepast waren, passen goed bij de gameplay en we zijn dan ook benieuwd naar wat we hier nog meer in kunnen verwachten. Tegelijkertijd heb ik echter ook nog steeds twijfels over hoe gevarieerd alle (Strike) missies straks zullen zijn. Voor nu ga ik echter mee in de woorden van de ontwikkelaar, die ons beloofde dat Homefront: The Revolution absoluut geen herhalingsoefening gaat worden. Deze kennismaking heeft mij in ieder geval nieuwsgierig gemaakt naar een volgend moment waarop we met de game aan de slag kunnen gaan en dat is toch vooral een goed teken.