Gespeeld: DiRT 5 – Over niet al te lange tijd verschijnt na F1 2020 de volgende racer uit de stal van Codemasters en dat is DiRT 5. Deze game gooit het over een andere boeg ten opzichte van zijn voorgangers en helemaal als het om DiRT Rally 2.0 gaat. Arcade racen staat eens te meer centraal in een racegame die diverse disciplines met elkaar combineert. Over de carrièremodus is al het een en ander bekend, waarvoor je hier terecht kan. In de tussentijd hebben we mogen stoeien met de nieuwe Playground modus en die stelt spelers in staat om eigen banen te maken en te delen.

Een rijke bibliotheek

Naast een carrièremodus en een multiplayer zal Codemasters ook de nadruk leggen op de Playgrounds modus wat in feite een level editor is. Steeds vaker bieden games een sectie voor user generated content aan en zodoende is het concept inmiddels wel bekend. Je krijgt een zandbak waarin je met allerlei objecten mooie creaties kunt maken, in dit geval specifiek racebanen voor de diverse auto’s die DiRT 5 rijk is. Dat betekent dat creatieve gamers naast een carrière ook al bouwend met de game aan de slag kunnen en het zal een kwestie van tijd zijn totdat de bibliotheek gevuld is met allerlei toffe banen.

Het maken van een baan gaat vrij gemakkelijk en als je die eenmaal klaar hebt, dan kun je die van een naam voorzien en uploaden. De baan komt dan vanzelf in de roulatie van user generated content terecht en spelers kunnen na het spelen stemmen. De banen met de meeste stemmen zullen vervolgens het vaakst gepresenteerd worden aan de spelers, zodat er een soort natuurlijke selectie ontstaat. Eenmaal een baan van een ander gekozen? Dan is het een kwestie van even laden en je kan ermee aan de slag. De laadtijden varieerden overigens behoorlijk in de previewbuild die we speelden, maar als het zo snel gaat als op de snelste momenten, dan kun je op een hoog tempo van de een naar de ander gaan.

Beperkte ruimte, ontzettend veel opties

Naast dat we verschillende creaties uitgeprobeerd hebben, die ons door het selectiesysteem werden aanbevolen, zijn we ook zelf even aan het knutselen geweest. Waar het simpelweg op neerkomt is dat je kan kiezen uit wat achtergronden waarin je je baan maakt. Dat kan een stadion zijn met beperkte ruimte, idem dito voor een afgekaderde omgeving in de woestijn. Daar is echter ook weer een grote variant van beschikbaar, maar het is niet zo dat je gigantische omgevingen krijgt. Wat dat betreft is het redelijk bescheiden, maar dat vormt absoluut geen probleem.

Je kan namelijk bij het bouwen werkelijk honderden objecten gebruiken en de meter die aangeeft wat de max is, zal zeer langzaam oplopen. Dat laat spelers toe om zeer gedetailleerde omgevingen op te zetten die rijkelijk voorzien zijn van versieringen, objecten en alles wat erbij komt kijken. Zoals al aangehaald vormt de bescheiden omvang van de grootste creatieruimte alsnog geen enkel probleem. Dit puur omwille van het feit dat je niet tot de grond beperkt bent. Je kunt namelijk behoorlijk de hoogte in en daarmee heb je niet enkel horizontaal een creatieveld, maar ook verticaal. Het is dus goed voor te stellen dat je straks op basis van lagen de meest bizarre banen zult aantreffen.

Het bouwen in de Playgrounds modus gaat op zich vrij gemakkelijk, omdat alles redelijk voor zich spreekt. Wel merkten we dat de camera er nog ietsje te dicht opzit vanuit het vrije perspectief, waardoor enorme objecten plaatsen bij vlagen wat moeizaam gaat. Ook is de knoppenindeling nog niet 100% efficiënt, maar dat is een kwestie van fine-tunen. De uiteindelijke vraag en het antwoord zijn of het werkt en of het leuk is en daarover kunnen we kort zijn: ja en ja. Natuurlijk is het niet voor iedereen weggelegd, maar het betekent wel een langere levensduur voor de game gezien de content oneindig aangemaakt kan blijven worden.

Fijne feeling

Naast het knutselen en het ontdekken van banen in deze modus, hebben we uiteraard ook met een hoop verschillende auto’s kunnen rijden. Helaas hebben we dit niet in de andere modi kunnen ervaren, dus we moeten onze eerste virtuele meters in de game baseren op wat er in de Playgrounds modus beschikbaar was. In die zin voelt het heel erg als DiRT 4 aan, dus het laat zich gemakkelijk oppikken en fijn besturen. Wel lijken de physics ietsjes losser te zijn dan in DiRT 4, waardoor voertuigen ietwat sneller loskomen en over de kop slaan. Iets wat afhankelijk is van de snelheid en wat voor object je raakt uiteraard. Maar de kern van de boodschap is dat de gameplay voor zover we het ervaren hebben erg goed aanvoelde en dat is een prettig uitgangspunt.

Voorlopige conclusie

Normaliter geeft een previewversie ons een goed beeld van een aantal kernzaken van een nieuwe game. Dat is in dit geval een wat vreemde situatie, want de Playgrounds modus is ondanks z’n omvang natuurlijk een extra. Echt concluderend over DiRT 5 in meer algemene zin kunnen we op dit moment dus niet zijn. Wel is duidelijk geworden dat de Playgrounds modus veel potentie heeft, omdat spelers gymkhana races kunnen bouwen, hindernisbanen kunnen maken en alles wat daar tussenin zit. Het haalt het creatieve in de mens naar boven en we zijn erg benieuwd wat het zal opleveren zodra DiRT 5 eenmaal uit is. Verder voelde de besturing van de auto’s tot zover prima aan, wat een fijn idee is. Aan de andere kant, Codemasters weet natuurlijk precies wat ze aan het doen zijn, dus dat mag geen verrassing zijn.