Review – Dragon’s Dogma: Dark Arisen – Vorig jaar kwam Capcom’s eerste échte actie RPG uit, welke de naam Dragon’s Dogma droeg. De game bevatte prachtige vergezichten van landschappen die je naar lieve leed kon verkennen.  In deze reusachtige omgevingen, maar ook in de kleinere kerkers, mijnen en ondergronds verborgen tempels vond je iedere keer weer nieuwe verrassingen. Door de vloeiende animaties en ditem vechtsysteem werd je volledig ondergedompeld in het prachtige fictieve land waar de game zich afspeelde, ook al waren de graphics niet overdonderend. Nu, anderhalf jaar later, brengt Capcom de game opnieuw uit met alle uitgebrachte DLC van de originele game en een extra duistere dungeon, dit onder een nieuwe subtitel: Dark Arisen. Zijn er genoeg verbeteringen en voldoende content toegevoegd om een tweede aankoop van de game te verantwoorden?

“Hear ye, hear ye!”

Dragon’s Dogma: Dark Arisen is dus het totaalpakket van alles wat tot op heden voor de game is uitgebracht, met alle goeie en alle slechte aspecten die de originele game ook al kende. Zo zijn de graphics niet de allermooiste die op de huidige generatie consoles te vinden is en framedrops gebeuren vaker dan je zou willen toegeven. Storend is het niet, opvallend en noemenswaardig is het wel. Dark Arisen is in de kern een Japanse third person actie RPG gedoopt in een authentiek Middeleeuws fantasy sausje. Waarom Middeleeuws? Niet eens vanwege de stijlvolle architectuur van de kastelen, maar juist omdat iedereen in Gransys tegen jou, de Arisen, en elkaar spreekt op die typische oude manier van praten. Je hoort dus wanneer je bijvoorbeeld in de kolossale hoofdstad Gran Soren loopt een preker roepen: “ Hear ye, hear ye!” (hoort gij, hoort gij!), wat toch wel bijdraagt aan de algehele sfeer van de game.

The Arisen is ontwaakt

De term ‘Arisen’ wordt gebruikt voor iemand wiens hart is gestolen door de ultieme vijand van het land, simpel genoemd: ‘de draak’. Maar, zoals je misschien al opmerkte aan de vorige zin, is het verhaal zeker geen standaard ‘just slay the dragon’ verhaal. Het gaat veel dieper dan dat, en met alle nodige plottwisten en (mini-)bosses die je het leven zuur maken heb je motivatie te over om het verhaal te voltooien. Dit in tegenstelling tot de meestal inspiratieloze quest inhoud, maar daar lees je straks meer over.

Jij, als Arisen zijnde, hebt de beschikking over Pawns. Qua uiterlijk zijn het net mensen, maar ze hebben geen leven voor zichzelf, geen doel, behalve het dienen van Arisens in hun quest het land te ontdoen van de o zo wrede draak. Aan het begin van de game, bijna direct nadat je je eigen character hebt gemaakt, stel je ook de looks van je Pawn samen.

Dark Arisen heeft een asynchronische multiplayer. Dat wil zeggen dat je niet mét elkaar kan spelen, maar wel dat bijvoorbeeld andere spelers enige vorm van invloed kunnen uitoefenen in jouw speelwereld. In dit geval houdt het in dat er Pawns op te roepen zijn die andere mensen hebben gecreërt via ‘Rift Stones’. En aangezien andermans Pawns niet met jouw en je eigen Pawn (die verplicht altijd aan je zijde moet blijven) mee levelen, zal je om de zoveel tijd nieuwe Pawns je wereld in roepen. Zo zie je bij tijd en wijlen wat voor absurd grappige creaties men heeft weten te maken. Het werkt goed en het is een leuk bedachte toevoeging in plaats van de standaard Non Player Characters (of NPC’s). Als je je Pawn waardig genoeg acht om hem of haar te delen met de wereld, kan je er in-game een foto van maken en deze delen met de officiële Pawn community. Het zijn vaak de kleine puntjes van aandacht die het ‘m doen en dit is daar een goed voorbeeld van.

Waar moet ik ook alweer zijn?

Quests komen vaak letterlijk neer op slacht 46 (ja echt, dit is geen overdrijving) van dit en 24 van dat en haal op plek A een voorwerp om hem terug te brengen naar plek B. De motivatie om zulke questen te doen ligt dan ook niet in de opdracht zelf maar in de drive om weer een nieuw stukje land te verkennen en/of nieuwe items te willen vinden.

Een ander aspect van het questsysteem zal door sommige worden ervaren als een pluspunt en door anderen als een minpunt. Dit ligt aan het type gamer dat je bent. In Dark Arisen’s questsysteem zul je namelijk een groot deel van de questen zowaar moeten lezen om te weten waar je moet zijn. Er staat in het gros van de gevallen geen meterslang uitroepteken of rondje aangegeven op de map, maar in plaats daarvan bijvoorbeeld gewoon geschreven: ‘West Gransys’.

Ook de verhaalquests worden op deze losse manier benaderd. Er staat niet zoals in Skyrim bijvoorbeeld altijd een icoon op je map zodat je in ieder geval weet waar de hoofdquest is. Zo heb ik een keer een hoofdquest urenlang niet geaccepteerd, omdat ik geen idee had waar de vrouw in kwestie zich bevond, of dat ze überhaupt bestond. Je zult dus je hoofd erbij moeten houden bij deze game. Voor sommigen zal het lezen van questen juist helpen met de immersie in deze wereld, andere mensen worden juist uit de ervaring getrokken. Bij mij bleek dit uiteindelijk een combinatie van te worden, soms hielp het, soms niet.

Hak erop los!

De combat is de betonnen fundering van de game, datgene waar je voor zal blijven hangen en keer op keer weer voor terug zal komen. In één vloeiend geanimeerde beweging sla je een monster de lucht in waarop één van je Pawns, je trouwe zelfopofferende helpers, inspringt door hem te trakteren op een flinke barrage vuurballen waarna je zelf weer te lucht in hupt om hem de genadeslag toe te dienen. En dan heb ik het nog niet eens gehad over de kolossale gevechten die je kan hebben met afschrikwekkende golems, cyclopen, griffioenen en ander demonengebroed. De gameplay doet me denken aan hetgene wat Kindoms of Amalur: Reckoning probeerde te bereiken met zijn combat, alleen werd het in Reckoning snel repetitief terwijl het in Dark Arisen iedere keer verfrissend aanvoelt door de vele skills waaruit je kan kiezen.

Er zit een mechanisme in de game waardoor je óp de zojuist genoemde gigantische gedrochten kan klimmen. Wanneer je dichtbij het monster bent, springt en dan op R2 drukt, zal je personage zich uit alle macht vastgrijpen aan de vacht, veren of schubben van het monster. Je kan zelfs helemaal doorklimmen tot de kop (mits je er niet vanaf wordt geslagen), om het beest daar extra schade te berokkenen. Door onder andere de innoverende combat en deze optie weet de game interessant te blijven en zich te onderscheiden van andere actie RPG’s. Vind je de gameplay saai worden en wil je het even helemaal anders aanpakken? Dat kan, dan switch je gemakkelijk even naar één van de in totaal 9 andere classes. Vooral de laatste drie zijn het uitproberen waard. Daar vallen de hybride classes onder, zoals een magische boogschutter en een mystieke ridder, die beiden toegang hebben tot de elementen om hun wapens te versterken.

Craften is altijd leuk

In mijn ogen is een (adventure) RPG geen RPG als er geen mogelijkheid in zit om te craften. Gelukkig heeft Dark Arisen meer dan genoeg kruiden, fruit en vlees, maar ook mineralen, vloeistoffen en kleding om met elkaar te mixen tot een nieuw en efficiënter eindproduct. De grootste stimulans, echter, om dingen te maken zal komen van het feit dat je zoveel spullen bij je hebt dat je volledig bepakt ben en je items ofwel moet weggooien of samenvoegen om aan de goeie kant van de gewichtsmeter te blijven. Dit is niet erg, want het is jouw keuze of je je bij elkaar gesprokkelde voorwerpen achterlaat, of even de tijd neemt om er iets beters van te maken. De laatste optie zal je uiteindelijk beter van dienst zijn, maar vergt wel iets meer van je tijd. Het is ook ontzettend leuk om zelf explosieven in elkaar te flansen en dat diezelfde bom je dan uit een specifieke benarde situatie redt. Dan ben je toch blij dat je het van te voren gemaakt hebt.

Er is zoveel te vertellen dat we bijna de soundtrack zouden vergeten. De muziek is verzorgt door een orkest van 100+ man met maar liefst drie componisten aan het roer. Op spannende momenten zwelt de bombastische muziek aan, om nog geen paar minuten later te veranderen in een langzame, emotionele ballade. Het doet de bloedstollende ontmoeting met aanstormende trol nog spannender aanvoelen dan het al is en slaagt erin de momenten nog memorabeler te maken. Let wel, het maakt de momenten memorabeler, maar de muziek zélf is niet bijzonder uniek. Het klinkt zeker niet slecht, maar het is zeer waarschijnlijk dat geen één van de deuntjes je bij zal blijven op een manier waarop de Skyrim soundtrack dat wel deed.

Koude rillingen over je rug

De kersverse Dark Arisen dungeon heeft een heerlijk huiveringwekkend sfeertje over zich heen hangen. Je nekharen staan rechtovereind en het lijkt alsof iemand vanuit het pikkedonker achter je staat, klaar om je met een uit de kluiten gewassen zeis een kopje kleiner te maken. Letterlijk. Met de rug tegen de muur zal je door de soms kleine gangetjes sluipen, hevig je camera heen en weer bewegend om een glimp op te vangen van een vijand die haast niet te verslaan is: de Dood. Je krijgt er echt het gevoel van dat je er niet hoort  rond te lopen, dat je niet gewenst ben. Het slaagt dus ontzettend in het overbrengen van een onbehaaglijk gevoel, en dat is precies de bedoeling. De ontwikkelaars bij Capcom laten hier zien hoe het team net zo goed benauwde, labyrint-achtige ruimtes overtuigend kan neerzetten in plaats van de kenmerkende open omgevingen.

De mogelijkheid om naar Bitterblack Isle te gaan, zoals het uit de zee opgedoemde eiland heet, is er al vanaf heel vroeg in de game. Je verkrijgt al gauw de optie om vanaf een steiger aan de kust in het beginstadje Cassardis de boot trip te maken. Het is echter niet de bedoeling dat je met je verroeste zwaard en halfbakken vodden van een uitrusting een weg baant door alle gruwelen die er bivakkeren. Het aangeraden level om een poging te wagen is level 50 en zelfs dan is het nog maar de vraag of je je staande kan houden.

Vergis je niet: Bitterblack Isle is in geen geval een ‘een goblin kan de was doen’ type uitbreiding. Het biedt een uiterst moeilijke uitdaging en lijkt op het eerste gezicht op een uitbreiding voor spelers die al ver boven het aangeraden level uit zijn gestegen. Zelfs voor de echte Dragon’s Dogma fans kan de latere content te moeilijk zijn en kan de moeilijkheidsgraad de pan uitstijgen. Het neigt zelfs naar oneerlijk, wanneer je high level character zonder pardon in één klap van de kaart wordt geveegd. Dat is toch wel een beetje een jammerlijk aspect van de verder goede uitbreiding.

Conclusie

Dragon’s Dogma: Dark Arisen is eigenlijk vooral een ode aan de originele game en diens spelers. De toegevoegde dungeon is vooral endgame content en voor die paar extra kledingstukken die via de DLC zijn inbegrepen hoef je het als ‘normale’ fan niet opnieuw aan te schaffen, als je het al gespeeld heb. Er is niks bekend over de mogelijkheid dat de uitbreiding in deze game bovenop de extra content later weer als DLC beschikbaar zal komen. Dat gezamenlijk met de ‘oneerlijk’ hoge moeilijkheidsgraad van de Dark Arisen dungeon zijn redenen om je niet zonder twijfel de game aan te raden weer opnieuw te kopen als je hem al bezit. Ben je een échte Dragon’s Dogma fan en wil je alles gezien en gedaan hebben, dan is het vanzelfsprekend wel interessant. Voor nieuwkomers is het echter een uitgelezen kans om deze ruwe diamant een keer op te pikken, helemaal voor de standaard gereduceerde prijs.

Pluspunten

  • Gransys is een gigantisch grote en mooie plek om te ontdekken
  • Vermakelijk Pawn-systeem
  • Vernieuwende en interessante combat
  • Torenhoge monsters beklimmen
  • Lonend crafting systeem
  • Beste versie voor nieuwkomers voor een gereduceerde prijs
  • Bitterblack Isle is een ijzingwekkende leuke toevoeging…

Minpunten

  • …maar neigt soms naar het oneerlijke toe
  • Technische mankementen zoals framedrops
  • Grafisch geen topper
  • Dark Arisen content is het misschien niet waard om een tweede aankoop te verantwoorden