Review: White Day: A Labyrinth Named School – Begin juli had ik het in mijn ‘Horrorhoek’ column nog over de van nature griezelige aard van scholen. Plekken die normaal gezien wemelen van het leven zijn nu eenmaal best creepy wanneer je ze verlaten aantreft, en al helemaal wanneer dat handvol bewoners dat nog steeds in de gangen te vinden is, zijn best doet om je de stuipen op het lijf te jagen. Als om mijn punt nog eens extra te onderstrepen, duikt nu plots White Day: A Labyrinth Named School op, een remake van een zestien jaar oude horrortitel uit Korea die zich volledig afspeelt op een internaat waar iets niet helemaal pluis is. White Day is survival horror pur sang, een terugkeer naar de duistere gloriedagen van weleer… Maar zitten mensen daar eigenlijk nog wel op te wachten?

Not supposed to be here

De set-up van White Day is doodeenvoudig, maar wel duivels effectief. Jij bent Hee-Min Lee, een student die net van school veranderd is en op zijn nieuwe leerplek hopeloos verliefd wordt op een klasgenote. Wanneer het meisje in kwestie haar dagboek vergeet en Lee het als een volleerde stalker meeneemt, besluit hij haar te verrassen en het boek ’s avonds naar haar slaapzaal te brengen. Zodra de schooldeuren achter hem sluiten, merkt Lee echter dat het internaat ’s nachts niet meteen de veiligste plek ter wereld is. Geesten dwalen getormenteerd door de verlaten klaslokalen en de plaatselijke conciërge – overdag een vriendelijke man – dwaalt krankzinnig door de gangen met een baseballbat in de aanslag. Even slikken, dus.

Grafisch merk je uiteraard dat je met een remake van een zeer oude game te maken hebt, maar ondanks de cleane, hoekige look van de levels, kruipt White Day bijna onmiddellijk onder je huid. De setting speelt daar ontegensprekelijk een grote rol in. De school werd met veel oog voor detail vormgegeven, waardoor de spelwereld toch een zekere mate van ‘echtheid’ behoudt. Bovendien gaat je hartslag automatisch de hoogte in wanneer je verlaten klaslokalen verkent met een aansteker als enige lichtbron, terwijl achter je de conciërge grommend door de gang host. Het stemmenwerk is zo basic als maar kan (en soms zelfs volledig afwezig), maar het sound design en de naargeestige soundtrack stellen je geen moment op je gemak.

De kracht zit hem dus niet zozeer in het basisconcept, al biedt het verhaal op zich voldoende motivatie om te blijven spelen. Interessanter zijn echter de documenten die je hier en daar in het verhaal aantreft. Deze bevatten vaak flink uit de kluiten gewassen spookverhalen, die niet alleen fijn zijn om na te vertellen aan het kampvuur, maar vooral ook een extra aura aan de spelwereld toevoegen. Om een voorbeeld te noemen: na het lezen van een verhaal over de geest van een doorgeslagen leerkracht die leerlingen aan zijn planten voedt, zet elke potplant die je passeert je aan het nadenken. De school krijgt langzaam maar zeker een behoorlijk creepy voorgeschiedenis en zorgt ervoor dat je te allen tijde bijzonder op je hoede bent.

Old-school

White Day is ouderwetse survival horror pur sang. Je kijkt letterlijk door de ogen van Hee-Min Lee en sluipt door de gangen, terwijl je converseert met het handvol studenten dat samen met jou ingesloten werd en probeert te ontkomen aan de boosaardige conciërge. Een vechtsysteem is er niet. De hele game lang verzamel je hints om puzzels op te lossen, waarna de doorgang naar het volgende deel van de school vrijgemaakt wordt. Wie zijn hersenen graag aan het werk zet, wordt best wel op zijn wenken bediend. Hou echter wel in het achterhoofd dat de conciërge, aanvankelijk een huiveringwekkende aanwezigheid, redelijk snel op je zenuwen gaat werken. Het kereltje is namelijk best intelligent en bijt zich hardnekkig vast in je enkels.

Dat zou op zich geen probleem zijn, ware het niet dat White Day niet kan profiteren van de gestroomlijnde besturing die games als Outlast en Resident Evil VII zo verdomd speelbaar maken. Hee-Min Lee is – zelfs als hij het op een lopen zet – traag, maakt verdomd veel lawaai en schommelt heviger dan een zeevaarder de ochtend na een avondje zuipen. Dingen oppakken is bovendien erg onhandig door een overgevoelige cursor. Wanneer de conciërge de achtervolging inzet, kan je niet anders dan het op een lopen zetten. En terwijl je in Outlast meer dan genoeg plaatsen vindt waar je je kan verstoppen, blijken deze in White Day in een bijzonder schaarse voorraad aanwezig te zijn. En dat roept al snel frustraties op.

Begrijp me niet verkeerd: het level design is prima, de puzzels leuk en het sfeertje aanstekelijk. De conciërge haalt echter al snel het bloed vanonder je nagels. Hij is verdomd snel en daardoor haast onmogelijk af te schudden in een achtervolging. Bovendien lijkt hij meermaals te voorspellen waar jij precies naartoe gaat, waarna hij je doodleuk opwacht op een voor hem strategische plaats. Wegrennen, hopen dat je een schuilplaats vindt, minutenlang wachten tot de conciërge je eindelijk de rug toekeert… en dan datzelfde proces later weer herhalen, dát is White Day. Ook over de geforceerde schrikmomenten ben ik niet bepaald te spreken. Een statisch ‘gezicht’ uit het niks voor je ogen projecteren, telt niet langer als ‘vindingrijk’.

Conclusie

Als je een hoge tolerantie voor frustratie hebt en graag op het puntje van je stoel zit, dan is White Day: A Labyrinth Named School best wel iets voor jou. Ondanks de matige graphics en dominante grijstonen in de spelwereld, zal de titulaire school zich al snel onder je huid wurmen. De griezelverhalen die je in bepaalde uithoeken van het internaat vindt, zorgen er automatisch voor dat je je slecht op je gemak voelt, terwijl het idee dat er een gestoorde maniak met een baseballbat achter je aan zit, op zich genoeg is om je hartslag sneller te laten slaan. Helaas legt White Day iets te veel de nadruk op de confrontatie met die maniak en zodra je beseft dat je tegen die kerel wel erg weinig kans maakt, gaat White Day de dieperik in.

Pluspunten

  • Geslaagde ‘creepy school’ setting
  • Het betere puzzelwerk
  • Naargeestige soundtrack

Minpunten

  • Frustrerende achtervolgingen
  • Graphics niet bepaald ‘state-of-the-art’

7.0