Gespeeld: Need for Speed: Payback – Twee jaar geleden bracht Ghost Games ons de reboot van de Need for Speed franchise en die game was best oké. Het was niet de sublieme comeback van de franchise, maar als arcade racer stond deze game zeker z’n mannetje. In de tussenliggende tijd is Ghost Games met Need for Speed: Payback aan de slag gegaan, een game die de basis van het vorige deel neemt en verder uitbreidt. Dat in een geheel nieuw gebied, met nieuwe personages en uiteraard een bijbehorend verhaal. Wij konden al even aan de slag en delen hier graag de eerste indruk met je.

Fortune Valley is enorm

Need for Speed: Payback biedt net zoals haar voorganger een uitgestrekt speelveld waarin je vrij rond kan racen. De locatie van dienst is deze keer Fortune Valley dat haar inspiratie deels uit Nevada en Las Vegas gehaald heeft. Maar om er genoeg variatie in te kunnen verwerken, heeft Ghost Games het geheel zo fictief mogelijk ingevuld. Dus naast een woestijn kom je ook berggebieden, bossen en meer tegen. De wereld is gevarieerd, groot en er is genoeg te doen om je een lange tijd bezig te houden, zo blijkt althans uit onze speelsessie, waarbij we het begin van de game hebben kunnen ervaren.

De enorme speelwereld biedt naast missies die met het verhaal te maken hebben allerlei randzaken om je mee te vermaken. Denk dan aan losse races die je kunt doen met racers die je onderweg tegenkomt. Het zoeken van (casino) chips die je geld opleveren, door billboards heenvliegen, schansen nemen, driften en speedtrap uitdagingen. Dit alles lijkt aanvankelijk optioneel, maar als je meer mogelijkheden wil vrijspelen in de game, ben je genoodzaakt om je ook met de randactiviteiten bezig te houden. Zo kan je bepaalde onderdelen van je auto’s pas tunen zodra je een x-aantal sterren hebt behaald bij een bepaald aantal jumps of speedtraps.

De invulling daarvan is op zich handig gedaan, want de spelers moeten hierdoor in bepaalde mate zich bezighouden met de randactiviteiten. Alleen dan speel je immers meer mogelijkheden vrij. De keerzijde is echter dat als je daar geen trek in hebt, je enigszins verplicht bent om je met dat soort zaken bezig te houden. Natuurlijk is het cosmetisch tunen op zichzelf optioneel, maar gezien dat een geliefde feature van de franchise is, valt er over te discussiëren of het handig is om dat als een unlock achter randactiviteiten te gooien. Die discussie is voor later, want waar het in de game uiteindelijk om draait, is natuurlijk het racen zelf.

Verschillende soorten races

In de game kan je de rol aannemen van meerdere personages en elk hebben ze zo hun eigen specialiteiten. De één is goed in straatraces, de ander is goed in driften en off-road racen en weer een ander kan goed dragracen. In totaal zijn er vijf type races met bijbehorende auto’s die je gaandeweg kan vrijspelen. Na een vrij lange introductie krijg je steeds meer vrijheid om races te rijden en geld te verdienen. Met dat geld kan je vervolgens weer nieuwe auto’s kopen en zodoende bouw je steeds verder je garage uit.

Het racen in Fortune Valley is best wel vermakelijk. De game is in eerste instantie vrij beperkt in mogelijkheden, omdat je door een tegenslag genoodzaakt bent om jezelf opnieuw op te werken naar de top. Uiteindelijk is het doel om het op te nemen tegen The House, een wat mysterieuze organisatie die alles in de grote stad en er omheen beheerst en niet terugdeinst van wat criminele activiteiten. Voordat het zover is, begin je echter onderaan de ladder en door races tegen allerlei crews rond de stad te racen, werk je aan je reputatie.

Het racen zelf is zo arcade als maar kan en dat is natuurlijk kenmerkend voor de franchise. Als je de voorgaande delen gespeeld hebt, dan kan je zo instappen en weer verder rijden, want in die zin voelt het erg vertrouwd aan. De races zijn op zich best wel uitdagend, aangezien voor elke race een bepaald niveau vereist is. Niet zozeer in skills, maar in kwaliteiten van je auto’s. De kwaliteit ofwel het niveau van je auto wordt bepaald aan de hand van de modificaties die je aangebracht hebt en hoe hoger jouw autoniveau is, des te makkelijker een race wordt.

Deze modificaties zijn in feite gewoon upgrades die toepasbaar zijn op een zestal onderdelen van je racemonster. Dit kun je met je credits kopen in de tune-up shop, maar ook krijg je upgradekaarten na het voltooien van een race. Dit is altijd willekeurig dus soms zit er iets bij dat je gelijk kan toepassen, soms sla je het op of je wisselt het om voor geld. Dat is een aardig systeem, maar in de paar uren die we speelden merkten we wel dat we voor een bepaald niveau op een gegeven moment moesten grinden. Dit omdat we niet genoeg geld hadden voor modificaties die ervoor zorgden dat de auto op het gewenste niveau kwam.

Het is even afwachten hoe zich dat in de rest van de game zal ontwikkelen, maar als je na drie uur spelen al genoodzaakt bent om races meerdere keren te doen voor meer geld… dan is dat gewoonweg niet zo leuk. Daarbij zijn de races wel gevarieerd qua route, maar nergens echt memorabel. Het is gewoon niet zo boeiend wat deels door de aanvankelijk trage voortgang komt. Daarmee val je na een vrij spectaculair begin toch een beetje in een gat en de game moet daaruit weer zien op te krabbelen. Of dat uiteindelijk ook lukt hopen we van harte en vertellen we je natuurlijk straks in de review.

Lachwekkend… slecht

Als laatste nog iets anders wat een beetje zorgen baart, namelijk het verhaal en de personages. Nu heeft Need for Speed het nooit van z’n verhaal moeten hebben, dat bewees de vorige game immers maar al te goed. Het valt echter nog te bezien of Ghost Games van haar fouten geleerd heeft, want het verhaal en de personages die deze game presenteert zijn niet veel soeps. Het zit vol plotholes, de personages zijn niet interessant en vooral heel erg irritant met een grappig bedoelde opmerkingen die de plank volledig misslaan. Dat is dan gebaseerd op pakweg vier uur spelen, dus ik houd m’n hart vast.

Voorlopige conclusie

Need for Speed: Payback moet een knaller van een racer worden en hoewel het qua racen allemaal prima in elkaar steekt, hebben we voor nu toch zo onze bedenkingen bij een aantal aspecten. Het grinden in het begin is niet echt een start die je wil hebben in een game en ook het locken van bepaalde zaken achter randactiviteiten is misschien een wat onhandige designkeuze. Het verhaal is na een kwartier al niet meer te volgen en de personages zijn meer irritant dan leuk en dat is nu net waar de hele game omheen is gebouwd. Niet gelijk een goed begin dus, maar we zien uit naar de rest van het avontuur en in onze review vertellen we je binnenkort of de game de moeite waard is.