Review: Death’s Gambit – Er zijn in de laatste jaren een behoorlijk aantal titels verschenen die vergeleken worden met Dark Souls, puur en alleen omdat ze als moeilijk ervaren worden. Moeilijke games die niet eens hetzelfde concept hanteren worden in het straatje Dark Souls geplaatst. Eigenlijk te vaak en ook onnodig, omdat het concept van Dark Souls toch vrij uniek is. Death’s Gambit is een titel die de vergelijking wel waard is. Het doel van de game is om een 2D Dark Souls te zijn, althans zo presenteert het zich. Een flinke tijd terug toen we lucht kregen van de productie van deze game, raakten we al geïnteresseerd in het idee. Maar nu is de game eindelijk daar en is het een gerespecteerde ode aan de Dark Souls games of is het een slap aftreksel?

Een dealtje met de dood

Omdat deze game daadwerkelijk veel lijkt op Dark Souls en het concept daarvan, kunnen we niet om diverse referenties en vergelijkingen heen. Zo begin je de game met het kiezen van een bepaalde klasse. Elke klasse heeft een ander soort wapen waarmee je het avontuur begint, maar gaandeweg kom je ook andere wapens tegen die je kunt uitproberen als je niet tevreden bent met het wapen dat je aanvankelijk kreeg. Waar de klassen zich ook in onderscheiden is de manier hoe je Energy opspaart, die je nodig hebt om je vaardigheden te gebruiken in de game, maar daarover later meer. Het is ook het scherm waarin je deze keuze moet maken waar de eerste knipogen naar Dark Souls worden gegeven. De hele lay-out ken je van Dark Souls, met zelfs een optie om een item te kiezen dat de start van je avontuur kan vergemakkelijken. En ja, je hebt de keuze om een ‘nutteloze’ roestige ketting met je mee te nemen.

Helaas zit er geen mogelijkheid in de game om je eigen personage te maken, want we volgen het verhaal van Sorun, een ondode die opgestaan is na een slachting van zijn medesoldaten. Na deze realisatie komt hij Death tegen, die hem een aanbod doet. Een contract onderteken, waarbij Sorun in dienst staat van Death en waarin hij telkens weer uit de dood mag opstaan om zijn queeste te vervolgen en er zo achter te komen wat er precies gebeurd is. Daarbij rijst ook de vraag wat zijn moeder heeft meegemaakt, nadat zij spoorloos is verdwenen. De moeder van Sorun is namelijk ook een soldaat en nadat zij de laatste woorden heeft uitgesproken tegen Sorun, is zij nooit wedergekeerd. Zodoende is het contract met Death ondertekend en dit betekent dat je als een kip zonder kop dingen kan doen in de game, die altijd wel als gevolg hebben dat je dood gaat.

Het is wel echt Dark Souls hoor…

En zo begint de game eindelijk. Je krijgt een flinke open-wereld voorgeschoteld en je kunt gaan en staan waar je maar wilt. Ook hier zijn we weer erg veel dingen tegengekomen die refereren aan de eerste Dark Souls game. Tenenkrommend veel zelfs, als je het ons vraagt. Zo is er bijvoorbeeld ook in deze game een rood vliegend wezen aanwezig dat een deel van het level in de fik steekt, waar jij je vervolgens doorheen zult moeten worstelen. Of de manier waarop je upgrades toepast in de game: met zogenaamde ‘Soul Stones’ dien je je spullen namelijk sterker te maken. Tja en ook een ware Estus mechanic zit in de game. Dit keer werk je niet een fles met wat lekkers naar binnen om je health aan te vullen, maar je werkt met veren. Deze veren consumeer je, alleen hebben de makers er wel een twist aan gegeven. Je hebt de keuze om veren op twee manieren te gebruiken. Per veer die je hebt kan je jezelf 10% sterker maken of je gebruikt ze om te consumeren voor health. Ga je dood, dan laat je elke keer één veer achter.

Je souls… ‘Soul Shards’, het middel waarmee je kunt levelen, zul je te allen tijde behouden. Mocht je onverhoopt een veer op een rotplek hebben achtergelaten, dan kun je er ook voor kiezen om wat Soul Shards in te leveren om je veer of meerdere veren terug te krijgen. Hoewel we het een leuk en origineel gevonden systeem vinden, is het resultaat dat het in de praktijk totaal niet straffend werkt. Dit neemt de spanning weg van de ‘hoge risico, hoge beloning’-gameplay, die elke andere SoulsBorne game zo sterk maakt. Dood gaan wordt dus eigenlijk een non-issue. Sterker nog, dood gaan loont zelfs in sommige situaties. Na een aantal keren het loodje te hebben gelegd, krijg je wat meer van het verhaal (via flashbacks) te zien rondom je moeder. Je stoere mams, die ten strijde is getrokken, wordt vermist en je hebt geen idee wat er met haar is gebeurd. De flashbacks van je jeugd geven echter wat meer context omtrent het verhaal van je moeder. Het is de wijze waarop dit verteld wordt door middel van de flashbacks, dat we een mooie manier vinden van verhaal vertellen.

Meeslepend, maar het mist wat

Ondanks dat Death’s Gambit iets minder spannend is dan zijn grote voorbeeld, is het verhaal erg boeiend om te volgen. De ontwikkelingen die je meemaakt met de verschillende personages die je tegenkomt zijn erg interessant te noemen, maar ook de relatie tussen jou en Death. Alles is ook ingesproken met een prima voice-cast en dat gaat gepaard met een zeer mooie soundtrack waar je zeker een avondje ontspannen naar kunt luisteren. Death’s Gambit zet een geweldige sfeer neer, maar het is wel erg jammer dat de eerste helft van de game zo braaf is. Het is eigenlijk een beetje een dertien in een dozijn 2D game. Doordat de Dark Souls knipogen er te dik op liggen, mist de game een eigen ziel. Het wil een Dark Souls-achtige game zijn, maar verliest de focus op hoe het een Death’s Gambit moet zijn. Een voorbeeld maar wel duidelijk, NioH neemt het concept van Dark Souls/Bloodborne over, maar weet het wel weer eigen te maken en is ook uniek.

De combat in Death’s Gambit is vrij simpel. Voor elk soort wapen (Scythe, Greatsword, Daggers, Spear en ga zo maar door) kun je een paar abilities vrijspelen door ze te kopen van verschillende NPC’s. Dit zijn er helaas vrij weinig en ook zijn ze niet al te bijzonder. De speer heeft bijvoorbeeld drie abilities, die praktisch hetzelfde doen (allemaal zorgen ze er voor dat je naar voren schiet met je speer). Hakken en blokken voelt niet bijzonder aan en geeft daarmee niet de nodige voldoening. Daarbij is de balans van het gebruik van je stamina veel te straffend. Vechten en ontwijken verbruiken bijvoorbeeld allebei stamina. Natuurlijk is stamina management belangrijk, maar de game is er gewoon behoorlijk grof mee. Dit neemt deels de vrijheid weg van leuk en creatief spelen, waardoor gevechten altijd wat beperkt aanvoelen.

Maar dan begint de tweede helft van de trip…

De eerst helft is dus aardig gelukt als het gaat om het kopiëren van Dark Souls, maar dat maakt de game niet bijzonder. De setting is niet wereldschokkend en de combat is te simpel en beperkt. Gelukkig zal er genoeg veranderen in het tweede gedeelte van de game. Je komt terecht in een portie andere omgevingen die je simpelweg niet verwacht. Wij zullen niets verklappen, want dat zou doodzonde zijn. Maar het is ongelooflijk wat er allemaal gebeurt richting het einde. Het is zodanig gek dat je een ander uiterste van Death’s Gambit leert kennen. Daar waar de eerste helft een pure ode is aan Dark Souls, lijkt Death’s Gambit het in de tweede helft over een andere boeg te gooien. Het is tegelijkertijd ergens ook wat jammer dat dit gebeurt, want we weten daarmee eigenlijk niet wat Death’s Gambit wil zijn.

Interessant is het wel, want doordat het tweede stuk zo compleet anders is dan de eerste helft, heeft de game de vrijheid gekregen om met verschillende andere technieken te werken in haar gameplay. Dat is een sterk punt, want hier werden we pas echt enthousiast van de game. We moeten het ook nog hebben over de baasgevechten. Het ontwerp van de bazen is simpelweg geweldig. Ze bieden de nodige uitdaging en zijn het Souls genre meer dan waardig. Als je de baasgevechten niet moeilijk genoeg vindt, dan kun je ze na de eerste keer verslaan gelijk een tweede keer proberen in een ‘Heroic’ versie. Dit betekent dat de bazen sterker zijn en het is aan te raden om deze pas te proberen als je van een hoger level bent. Een erg toffe mogelijkheid in de game waarbij je ook nog eens wordt beloond met sterkere spullen die je weer kunt gebruiken. Mocht je trouwens niet genoeg krijgen van de Heroic optie, de game bevat ook een NG+ modus, dus je kunt het jezelf zo moeilijk maken als je wilt.

Zo is niks perfect in het leven

Death’s Gambit doet erg zijn best om iets leuks neer te zetten maar schiet simpelweg wat te kort, ondanks de sterke tweede helft. Zo heeft de game genoeg last van oneffenheden. Het is weliswaar nooit iets extreems, maar het is jammer dat de opeenstapeling ervan ervoor zorgt dat het totaalpakket wat zwakjes wordt. Denk aan spelfouten in de tekst, wat framerate stotteringen, rare glitches met de camera, abilities die niet activeren terwijl je wel aan de voorwaarden voldoet enzovoort. Sterker nog, het is zelfs een keer voorgekomen dat we een kleinere baas compleet kwijt waren geraakt, waardoor we expres dood moesten gaan om het opnieuw te proberen. Het zijn makkelijk op te lossen problemen met patches, maar het is jammer dat dit niet is opgepoetst alvorens de release. Ook de besturing voelt niet altijd even responsief aan; zo gaat springen en dan hakken bijvoorbeeld acht van de tien keer goed als je het achter elkaar doet. Dat is dus al niet optimaal en in een baasgevecht kan dit leiden tot een game-over scherm dat gewoon onnodig is.

Conclusie

Het valt niet te ontkennen dat Death’s Gambit iets interessants neerzet. De baasgevechten en het verhaal zijn erg tof en leuk gedaan. We hebben ons uiteindelijk toch goed weten te vermaken met deze game ondanks het moeizame begin, maar het had een topper kunnen zijn als Death’s Gambit van zichzelf meer wist wat het precies wilde zijn. Het schreeuwt van de daken dat het een Dark Souls game wil zijn, maar probeert daarbij ook andere dingen te doen die niet allemaal even goed uit de verf komen. Daarbij is de combat simpelweg niet bijzonder te noemen, maar het zijn vooral de stamina balans en de oneffenheden waardoor we de game niet naar voren kunnen schuiven als topper. Het kan bij de Dark Souls fan gezien de referenties zo hier en daar een glimlach tevoorschijn toveren, maar subliem is het niet. Buiten dat is de game pas echt sterk te noemen in het tweede gedeelte en dat is simpelweg niet voldoende - en ook wat teleurstellend - voor de doorgewinterde metroidvania fanaat.

Pluspunten

  • Artistieke stijl
  • Het verhaal
  • De muziek
  • De bazen die je treft

Minpunten

  • De combat is niets bijzonders
  • Eerste helft slapjes
  • Technische oneffenheden

6.5