Afgelopen maandag heeft Capcom de aankondiging gedaan van Street Fighter 6. Het vorige deel is al een paar jaar oud en een vervolg aankondigen was dus niet echt een grote verrassing. Wat wel een verrassing was, is de nieuwe stijl die de game zal hanteren. Street Fighter begon in 1994 als een 2D fighting game en dat is met Street Fighter IV 3D geworden. De cartoony stijl werd gecombineerd met stilistische inkteffecten, wat een toch wel erg originele presentatie gaf van de fighter.

Fris en nieuw was het zeker en Street Fighter V zette deze trend door. Hoe je het wendt of keert, het was aanvankelijk wel wennen als je jarenlang 2D graphics gewend bent, maar het pakte goed uit. Ditzelfde kan niet gezegd worden over The King of Fighters als franchise, daar waar eenzelfde soort transitie ietwat minder goed verliep. The King of Fighters XIII was een zeer mooie (2D) game om te zien en de 3D vertaling van The King of Fighters XIV was simpelweg ‘awkward’ te noemen. Gelukkig is dit met The King of Fighters XV weer goed gekomen.

Het is daarom gedurfd voor een ontwikkelaar om zo’n stap te zetten, omdat de fans gemakkelijk kunnen afhaken als de nieuwe visie niet aan weet te slaan. Een meer drastisch voorbeeld kunnen we vinden bij de franchise Devil May Cry. Een volledige ‘reimagination’ van Dante in DmC, die in het verkeerde keelgat schoot bij de fans. De verkopen waren dramatisch te noemen, ondanks dat de game an sich gewoon goed was. Met vooral Devil May Cry 5 konden we weer een traditionele aanpak vinden omtrent Dante en kompanen, wat ook garant voor succes stond. Dit is dus een mooi voorbeeld van hoe een extreme stijlverandering juist niet goed uitpakte.

Stijl staat inherent aan het gevoel, de sfeer en de presentatie van een game. Het kan ook een van de redenen zijn om juist wel of niet aan een game te beginnen. Zo begon Borderlands ooit als een semi-realistische game, maar uiteindelijk werd er gekozen voor een cel shaded stijl qua graphics. En zo heeft ook God of War een volledige make-over gekregen door de jaren heen: op de PlayStation 2 waren deze games speels en ergens wat cartoonish, God of War 3/Ascension waren op de PlayStation 3 een stuk ‘realistischer’ met over-the-op setpieces en de presentatie van God of War (2018) staat nog dichter bij de realiteit met een meer ingetogen uitvoering.

Stijl hangt dus samen met games design. Een bepaalde oude stijl kan games ook qua design mogelijkheden beperken, waardoor een ontwikkelaar juist moet veranderen in dat opzicht. Dit om gewoon meer uit een franchise te kunnen halen. Zo is Resident Evil ooit begonnen met fixed camera’s, daar waar Resident Evil 4, 5 en 6 een over-the-schoulder/third-person perspectief hanteerden en nu hebben we met de nieuwe trilogie, Resident Evil 7, 8 en spoedig 9, een first-person camerastandpunt.

Om weer even terug te grijpen naar Street Fighter VI: een franchise heeft soms gewoon een verandering in stijl nodig. Soms kan het voor fans een bittere pil zijn om het oude bekende te moeten loslaten, maar op lange termijn kan dit de franchise alleen maar ten goede komen wat een langere levensduur realiseert. Zo luidt de stelling van deze week dat een opfrissing qua stijl binnen een franchise vooral een natuurlijke gang van zaken is, die goed is voor de ontwikkeling.

Wat vinden jullie? Zijn jullie het er mee eens dat een franchise af en toe een frisse wind in de zeilen kan gebruiken qua stijl of moeten sommige IP’s juist gewoon hetzelfde blijven vanwege de herkenbaarheid en het vertrouwde gevoel? Laat hieronder in de comments weten hoe je erover denkt en welke franchises dit goed hebben uitgevoerd of juist volledig de plank missloegen.