Review | Resident Evil 8: Village – Als fervente volgers van de Resident Evil franchise hebben we de voorbije decennia reeds heel wat hoge toppen gescheerd, maar helaas ook door de nodige diepe dalen gedwaald. Capcom zette met het claustrofobische zevende deel en twee gesmaakte remakes zijn horrorreeks echter weer vol overtuiging op de kaart. Met Resident Evil 8: Village tracht de uitgever nu verder te gaan op dit elan. De franchise doet voor het eerst een nieuwe generatie consoles aan en laat al ruim een jaar de hypemolen op volle toeren draaien, zodat zelfs de meest sceptische fan na verloop van tijd zijn enthousiasme nog amper in bedwang kon houden. Weet de game na alle gekte de torenhoge verwachtingen waar te maken? Wij keerden het dorpje uit de titel alvast grondig binnenstebuiten en formuleerden een uitgebreid antwoord op die vraag.

Ethan Winters to the Rescue

Village is een rechtstreeks vervolg op Resident Evil VII: Biohazard, de first-person thriller die ons in 2017 de stuipen op het lijf wist te jagen. In die game ging kersvers protagonist Ethan Winters op zoek naar zijn vrouw Mia, die in de klauwen van de psychopathische Bakerfamilie beland was. De Bakers bleken door een onfortuinlijke besmetting met een levensgevaarlijk soort schimmel niet bepaald meer de beste versie van zichzelf en na een helse overlevingstocht konden Ethan en Mia slechts nipt aan het noodlot ontsnappen – een aantal fysieke en mentale littekens even buiten beschouwing gelaten. Village pikt de draad enkele jaren later weer op. Ethan en Mia zijn naar Europa verhuisd, hebben met Rose een schat van een dochtertje gekregen en proberen het Bakertrauma achter zich te laten. Makkelijker gezegd dan gedaan.

Wat volgt, hakt erin als een aardbeving die de schaal van Richter uit zijn voegsels ramt. Als je de trailers tot dusver gemeden hebt, raden we je aan om deze alinea even over te slaan. Een rustige avond met vrouw- en dochterlief is Ethan niet gegund. Net wanneer hij met Mia aan het eten wil beginnen, vallen Chris Redfield en zijn gewapende eenheid met veel bombarie het huis binnen. Ze trakteren Mia zonder pardon op een allesvernietigende kogelregen, halen Rose brutaal uit haar bedje en sleuren Ethan zijn woning uit. Enkele onverwachte gebeurtenissen later staat Ethan er alleen voor. Als een gebroken man, gestrand in een afgelegen stadje waar niemand hem gunstig gezind lijkt, moet hij proberen zijn dochter te redden uit de klauwen van een nieuwe familie, al is deze nog enkele gradaties meer gestoord dan de vorige.

Wie overigens dacht dat de trailers te veel van de game lieten zien, kunnen we met de hand op het hart geruststellen. Resident Evil 8: Village heeft in zijn marketing immers nog lang niet al zijn geheimen prijsgegeven. Je krijgt een doldwaas avontuur voorgeschoteld, dat steeds opnieuw weet te verbazen, zowel wat plotpunten betreft als de omgevingen die aangedaan worden. Resident Evil 8 laat zich ervaren als een ware bloemlezing van de franchise tot dusver, een game die regelmatig knipoogt naar het rijke verleden, zonder daarbij ook maar een seconde de toekomst uit het oog te verliezen. Ethan Winters mag zich overigens naast Isaac Clarke (Dead Space) zetten als een horrorprotagonist die na een redelijk zielloze eerste uiting zich in het tweede deel helemaal mag ontplooien. Dit alles culmineert in een verrassend emotionele finale.

Best Of Album

Ondanks het nog relatief nieuwe first-person perspectief – dat met Resident Evil VII slechts één keer eerder in de franchise voorkwam – blijkt Resident Evil 8: Village op vlak van gameplay al snel een feest van herkenning te zijn. Het zevende deel riep met zijn claustrofobische setting bewust flashbacks op naar het inmiddels alweer vijfentwintig jaar oude origineel, weliswaar overgoten met een onmiskenbaar Outlast sausje. Voor Village heeft Capcom echter alle registers opengetrokken en daarvoor duidelijk een blauwdruk van het nog steeds fenomenale Resident Evil 4 uit zijn archieven opgedoken. Eigenlijk vind je alle elementen die de reeks groot gemaakt hebben hier terug. Je verkent onheilspellende omgevingen, schrikt je af en toe de pleuris met een geduldig opgebouwde jumpscare en mag zo nu en dan in paniek een eindeloze stroom gemuteerde gedrochten van je afslaan. Klinkt bekend, niet?

Variatie is dit keer het sleutelwoord. Zonder verpinken schakelt Resident Evil 8 van een zenuwslopende, P.T.-achtige trektocht door een schijnbaar verlaten landhuis over op een doldwaas actiescenario waar zelfs Michael Bay zijn neus voor zou ophalen. Het verschil met eerdere pogingen van Capcom om iedereen tevreden te houden – lees: Resident Evil 6 – is dat het dit keer allemaal effectief wérkt. Village houdt te allen tijde een voet aan de grond in het horrorgenre en bespeelt als een vioolvirtuoos de vaak flinterdunne lijn tussen angst en frustratie. Zo heb je nooit genoeg kogels om Rambogewijs door de levels te struinen, maar je hebt wel altijd voldoende middelen tot je beschikking om de vele confrontaties in de game het hoofd te bieden. Rustig blijven en strategisch te werk gaan, dat is de boodschap.

Niet zonder slag of stoot

Het titulaire dorpje doet dienst als een semi-open wereld, waarin langzaam maar zeker meer gebieden beschikbaar worden. Als je even genoeg hebt van het hoofdverhaal, kan je de omgeving uitpluizen voor een aantal verborgen (en vaak ook goed bewaakte) schatten. Puzzels draaien nog steeds vooral rond het vinden van de juiste sleutels, al kregen we af en toe toch een iets meer gevorderde hersenkraker voor onze kiezen. Enkele quality of life verbeteringen zorgen ervoor dat het de game grotendeels aan kleine ergernissen ontbreekt. Zo kan je nu met een druk op de X-knop dozen en vazen kapot slaan, zonder dat je daarvoor eerst je mes moet bovenhalen. De kaart, die blauw kleurt wanneer je een kamer van alle meeneembare objecten ontdaan hebt, is dan weer rechtstreeks overgeheveld uit de Resident Evil 2 Remake.

Rustig de wereld in je opnemen is evenwel nooit een optie. Het dorp krioelt immers van de monsters, die maar wat graag hun tanden in je keel willen zetten. Waar Resident Evil VII op vlak van vijanden eerder eentonig uit de hoek kwam, heeft Village dit keer voor heel wat meer variatie gezorgd. Groot en klein, traag en snel, verdomd angstaanjagend en uiterst dodelijk… de tegenstand komt in alle vormen en maten. Gedurende het avontuur neem je het onder andere op tegen de weerwolfachtige Lycans en de dochters van Lady Dimitrescu, die mensen met een insectenfobie enkele ongemakkelijke momenten zullen bezorgen. En dan zwijgen we nog in alle talen over het handvol imposante baasgevechten dat de game rijk is. We vermelden hier immers bewust slechts het tipje van deze uit de kluiten gewassen ijsberg.

In Resident Evil 8 kan je de meeste vijanden wel degelijk bekampen, al loont het soms ook om stealthy te werk te gaan en zo bijvoorbeeld kogels uit te sparen. Het arsenaal vuurwapens is standaard voor dit soort games, met alle pistolen, shotguns en snipers die je ongetwijfeld verwacht. Onze eerste indrukken van deze schietijzers waren overigens niet onverdeeld positief. Een gebrek aan gewicht zorgt ervoor dat de vuurwapens waarmee je de game aanvat eerder aanvoelen als proppenschieters. Het ontbreken van impact wanneer je een magazijn in het lichaam van een tegenstander ledigt, zorgde niet bepaald voor verzachtende omstandigheden. Zodra je echter je wapens gaat upgraden en nieuwe schietijzers vrijspeelt bij wapenhandelaar Duke, verdwijnt dit probleem als sneeuw voor de zon en knal je er lekker op los. De adaptieve triggers van de DualSense controller spelen hier een niet te onderschatten rol.

Sfeervol, dreigend en intens

Vanaf het moment dat de game eindelijk openbreekt, kun je niet anders dan onder de indruk zijn van wat Capcom op je scherm weet te toveren. Aan je voeten ligt een besneeuwd dorp waarin de tijd lijkt te hebben stilgestaan. In de verte zie je een enorm kasteel dat dreigend boven alles en iedereen uitsteekt. Eenmaal daar aangekomen, maakt de werkelijk prachtige inrichting nog meer indruk. Je waant je weer even terug in het herenhuis van het eerste deel, maar dan met de grafische pracht van nu. Daar blijft het niet bij, want gedurende je reis bezoek je heel wat gevarieerde locaties. De game wisselt claustrofobische omgevingen regelmatig af met prachtige panorama’s. Zo bezoek je een mistig bos gevuld met enge bomen en voordat je het weet sta je aan de rand van een klif. Ver onder je ligt een vallei gehuld in mist en in de verte valt een gigantische waterval naar beneden. Het huis dat daarvoor staat oogt absoluut niet uitnodigend.

De game loopt over met sfeer en dat komt niet alleen door de schitterende plaatjes. Het geluid is fenomenaal en zorgt regelmatig voor kippenvel, vooral als je een goede headset gebruikt. Op stille momenten vallen je voetstappen in de sneeuw extra hard op. Terwijl er geen monster te zien is, hoor je deuren piepen, takken bewegen en planken kraken. Dat kan natuurlijk door de wind komen, maar de vele kleine details in de omgeving – zoals bloedsporen, kapot servies en dode paarden – doen anders vermoeden. Op dat moment zwelt de muziek op dramatische wijze aan, waardoor je hart sneller gaat kloppen. Zelfs Ethan hoor je zwaarder gaan ademen als het echt spannend begint te worden. In het kasteel wordt dat extra versterkt door de voetstappen van Lady Dimitrescu die op je jaagt, maar het kan net zo goed het ijzige gegil van een roedel Lycans zijn dat de langzaam opgebouwde spanning in een bevredigende climax doet ontladen.

Maar alles heeft een prijs

Zoals je inmiddels hebt kunnen lezen, maakt de game op audiovisueel vlak een sterke indruk. Er zijn echter ook wat oneffenheden die opvallen. Doordat de game meer open is, hebben vooral de grotere buitenlocaties last van pop-in. Zo zie je in de sneeuw in het dorp vaak details verspringen en texturen willen nog weleens flikkeren, wat vooral op het dak van het kasteel veel gebeurt. Nu is het niet dermate erg dat het afbreuk aan de ervaring doet, maar het valt wel op. Daarnaast wordt het al snel duidelijk dat Capcom zich op het grote plaatje heeft gericht, want van dichtbij hebben textures een lage resolutie en zien ze er wazig uit. De belichting maakt echter veel goed en ook de subtiele toevoeging van ray tracing laat details in de omgeving er extra uitspringen. Vooral bij natte oppervlakken, zoals een plas modder of bloed, komen reflecties goed uit de verf, waardoor de algehele presentatie weinig redenen tot klagen geeft.

Prik je echter door die pracht en praal heen, dan kun je niet ontkennen dat ook hier de resolutie van de reflecties tegenvalt. Ray tracing voegt wel degelijk iets toe, maar doet dat eerder subtiel. De belichting komt natuurlijker over en de effecten komen meer tot hun recht. Het verschil tussen aan of uit is dus echter minimaal. Dat betekent ook dat de impact van ray tracing op de prestatie van de game meevalt. Op de PlayStation 5 kun je daarom beide mogelijkheden probleemloos in een 4K-resolutie spelen, zonder dat de framerate een duik neemt en de kwaliteit veel voor elkaar onder doet. Op de PlayStation 4 Pro kun je de 4K-resolutie beter vergeten, want dan schommelt de framerate zo erg dat het je spelplezier ondermijnt. Kies liever voor een 1080p-resolutie en je hebt een veel stabielere ervaring. Door alle concessies kun je op veel platformen spelen, maar dat maakt het wel een cross-gen ervaring en niet echt next-gen, zoals wordt beweerd.

De huurlingen zijn weer terug

Nadat je de game hebt uitgespeeld, kun je met The Mercenaries aan de slag. Vergeet de intense horror van je eerdere avontuur, nu staat knallen centraal. Je bezoekt iedere ronde The Duke om jezelf zo goed mogelijk voor te bereiden en daarna trek je erop uit om zoveel mogelijk vijanden binnen een vaste tijd te vermoorden. Ieder slachtoffer levert echter wat extra tijd op en door gele bollen in de map aan te raken, kun je de tijd verlengen. Er zijn ook blauwe bollen die je vaardigheden geven, zoals meer schade met een pistool doen. Die vaardigheden blijven tussen de verschillende gebieden actief, dus daar kun je slim op inspelen en dat geeft dit simpele extraatje net iets meer diepgang. Hoe meer punten je scoort, des te groter de beloning. Dat is ook wel nodig, want de uitdaging wordt steeds pittiger en de vijanden groter en sterker. The Mercenaries is dan ook een erg smakelijk tussendoortje om even in los te gaan.

Conclusie

Resident Evil 8: Village maakt in de eerste plaats indruk met een vaak verrassend verhaal, dat tegelijk trots terugblikt en het beste doet vermoeden voor de toekomst. Op vlak van gameplay krijgen we een ware best of voorgeschoteld, met alle horror, combat en exploratie die we van de franchise gewend zijn. Veel gevarieerder dan dit worden horrorgames niet. Dat alles wordt ook nog eens op een indrukwekkende wijze gepresenteerd. De prachtige panorama’s en het overvloed aan detail trekken je de game in. Het uitstekende geluid doet op momenten je nekharen recht overeind staan. Resident Evil 8: Village grijpt je bij je keel en laat je niet meer los. Daar doen wat grafische oneffenheden weinig tot geen afbreuk aan. Dit is hoe je een jubileum van een kwart eeuw op gepaste wijze viert. Wij zeggen proost en geniet ervan!

Pluspunten

  • Sterk en onvoorspelbaar verhaal
  • Intense horrorervaring
  • Prachtige vormgeving
  • Uitstekend geluid
  • Gevarieerde gameplay
  • Veel kwalitatieve inhoud

Minpunten

  • Wapens aanvankelijk niet overtuigend
  • Grafische oneffenheden
  • Presteert minder op de PlayStation 4 (Pro)

9.0