Review: Resident Evil VII: Biohazard – De aftiteling van Resident Evil VII rolt nog over mijn scherm wanneer ik mijn laptop aanzet om deze review te tikken. Het zweet parelt op mijn voorhoofd en ik moet de acute neiging om een douche te nemen onderdrukken – het zou immers al de zoveelste keer zijn sinds ik enkele dagen geleden het reviewexemplaar van de game in mijn spelconsole schoof. Ik schrik op van het minste geluid, kijk voortdurend over mijn schouder en moet er mezelf constant van overtuigen dat de schaduwen in mijn ooghoeken slechts hersenspinsels zijn – creaties van een ongezond levendige verbeelding. Ja, voor wie het nog niet doorheeft: Resident Evil VII is dát type videogame. Een spel dat zich schaamteloos onder je huid wurmt; een gruwelijke tocht door de diepste krochten van de hel waar je je door en door smerig bij voelt; en toch een ervaring waar je steeds weer naar terugkeert. Capcom heeft met het zevende deel gedaan wat ik eigenlijk onmogelijk achtte: deze dolende franchise weer op de kaart zetten.

Meet the Bakers

Resident Evil VII is op zowat alle vlakken een nieuwe start voor de reeks en dat merken we al onmiddellijk aan de kersverse protagonist. Dit keer kruip je niet in de huid van oudgedienden als Chris Redfield, Leon Kennedy of Jill Valentine, maar mag je de aftandse schoenen aanmeten van Ethan. Deze Jan Modaal heeft weinig tot geen ervaring in gevechtssituaties en is vooral wanhopig op zoek naar zijn vrouw Mia, die drie jaar geleden spoorloos verdween. Een raadselachtig mailtje leidt hem naar een door moerassen omgeven en op het eerste zicht verlaten landhuis in de Amerikaanse staat Louisiana. De gebouwen hebben duidelijk betere dagen gekend; het dak is hier en daar ingezakt, schots en scheve muren zijn eerder regel dan uitzondering en van de her en der opgestapelde rommel zouden ze op de sociale diensten een spontane hartaanval krijgen. Niet meteen een plek waar je voor je plezier heen gaat. Ethan heeft echter geen keus. Als Mia hier ergens is, moet en zal hij haar vinden.

Na een schokkend openingsuur waar ik hier absoluut niets over wil prijsgeven, merkt Ethan dat de oorspronkelijke bewoners van het landhuis – de familie Baker – nog steeds door de gangen dwalen. Er is echter iets grondig mis met vader Jack, moeder Marguerite en zoon Lucas; getuige daarvan het mensonterende voedsel dat ze eten, de bloeddorstigheid waarmee ze door de gangen dwalen en de lijken die op verschillende plaatsen voor wandversiering spelen. Ethan is zonder het te weten op de bron van een reeks onopgeloste ‘vermiste personen’-zaken gestuit en belandt zonder pardon in de klauwen van een stelletje krankzinnigen die hun inspiratie duidelijk bij het inteeltgezin uit The Texas Chainsaw Massacre gehaald hebben. Zijn vrouw vinden en ontsnappen, dat is de boodschap. En terwijl Ethan zich een weg baant door het smerige complex, komt hij er langzaam maar zeker achter dat er meer aan de hand is. Veel meer. Tip van het huis: de game heet niet voor niets Resident Evil.

Kat-en-muis

Meer zeggen zou zonde zijn, al kan ik jullie wel vertellen dat het verhaal in Resident Evil VII meer dan de moeite waard is, ook al ontspoort het naar mijn gevoel een beetje wanneer Capcom in de slotfase van de game besluit om zonder waarschuwing alle registers open te trekken. Erg vervelend is dit niet, aangezien het plot in Resident Evil VII zich voornamelijk ontvouwt op de achtergrond. Het wat, hoe en waarom zijn in deze titel ondergeschikt aan je onmiddellijke doel: overleven en uit de klauwen van de Baker familie blijven. Geloof me als ik zeg dat je daar je handen al meer dan vol mee zal hebben. Resident Evil VII kiest resoluut voor een eerste persoon perspectief en bouwt daarmee verder op de geslaagde Kitchen techdemo en de speelbare teaser Beginning Hour. Ethans bewegingen zijn bewust log gehouden. De man kan zich verdedigen met steek- en schietwapens die door de levels heen te vinden zijn, maar erg intuïtief wordt dit nooit. Een bewuste en geslaagde keuze, volgens mij.

Eigenlijk herneemt Capcom in Resident Evil VII gewoon de exploratie gameplay uit de allereerste Resident Evil delen, een concept dat fris gehouden wordt doordat je dit keer niet langer over de schouder van het personage kijkt, maar door zijn ogen. Ethan pivoteert als een antieke draaimolen, mikt als een oma met Parkinson en haalt het in een sprint nog nét van een uit de kluiten gewassen schildpad. Stoort dit? Nou, neen. Het onhandige perspectief en de niet altijd even intuïtieve besturing dragen bij aan de spanning en bezorgen je als speler een beangstigend gevoel van hulpeloosheid, dat alleen maar versterkt wordt wanneer je tegen één van de Bakers oploopt. Bovendien is Resident Evil VII slim genoeg om de speler uit te dagen, maar hem nooit met zijn rug tegen de muur tegenover een overweldigende tegenstand te zetten. Wie zijn hersenen gebruikt, kan te allen tijde ontkomen, maar zal daar wel een bovenmenselijke dosis koelbloedigheid bij voor de dag moeten leggen.

Gruwelen à volonté

De horror in Resident Evil VII ontleent zich aan de gedrochten waar je mee af te rekenen krijgt en de omgevingen waarin je ze tegen het lijf loopt. De Bakers – vader, moeder én zoonlief – eisen elk om beurten de schijnwerpers op en doen er alles aan om je queeste te belemmeren. Net als de Xenomorph in Alien: Isolation zijn ze onkwetsbaar, wat hen ontlopen tot een must maakt. Makkelijker gezegd dan gedaan. Jack Baker marcheert als een overontwikkelde soldaat met een uit de kluiten gewassen bijl door de gangen van het hoofdgebouw, zijn vrouw Marguerite heeft zich ontpopt tot insectenkoningin in het oude herenhuis en Lucas speelt graag spelletjes die niet zouden misstaan in één van de Saw films. Zij zijn niet de enige slechteriken die je tegen het lijf loopt, maar daar wil ik verder niet te veel over kwijt. Deels omdat ik zo weinig mogelijk wil spoilen, deels omdat ik deze creaturen helaas nogal generisch vind; hun doordeweekse design doet afbreuk aan de kleurrijke terreur van de Bakers.

Voor de omgeving kan ik me niet van de indruk ontdoen dat Capcom goed naar Batman: Arkham Asylum gekeken heeft – een vergelijking die op één punt vrij laat in de game wel erg glashelder wordt. Net als in het eerste deel van de Arkham franchise, krijg je in Resident Evil VII een semi-open wereld voorgeschoteld, met verschillende te verkennen constructies die naarmate je verder komt in het verhaal beschikbaar worden. Grafisch is de game niet perfect – zo zag ik Jacks bijl op een bepaald moment door een muur heen steken en schakelt de belichting soms wel erg abrupt over van licht naar donker – maar bij vlagen wel verbluffend. Wanneer Resident Evil VII op zijn best is, komt fotorealisme wel erg dichtbij, wat alleen maar bijdraagt aan de terreur die je in-game ondergaat. Suspension of disbelief is nooit een probleem; de residentie van de Bakers voelt walgelijk écht aan, van de ondergelopen kelders onder het gasthuis tot de krakkemikkige steigers aan de rand van het moeras.

Sfeerschepping voor dummies

Resident Evil VII kiest niet langer resoluut voor confrontatie, maar bouwt geduldig op tot de spanning haast ondraaglijk wordt. Eens te meer toont Capcom zich een meester van suggestie, een sadistische beul die ervan geniet om zijn slachtoffers genadeloos de duimschroeven aan te draaien. Een schim in de verte, een subtiele verandering in de soundtrack en briljant sound design, dat je immer het gevoel geeft dat je niet alleen bent, dat iemand vlak achter je wandelt, dat één van de Bakers in de volgende kamer wacht met plannen die het daglicht niet kunnen verdragen – meer heb je niet nodig. Door het geduldig aan te pakken en niet alle kaarten in één keer op tafel te gooien, slaagt Capcom erin om je de meer vergezochte momenten – waaronder de soms wel erg groteske baasgevechten – te verkopen. Emmers bloed worden dan plots over je scherm uitgegoten in brutale gewelduitspattingen, telkens de climax van een zorgvuldige opbouw; de kers op de taart na een delicaat proces van sfeerschepping.

Conclusie

Resident Evil VII is goed. Zéér goed. Beter dan ik ooit gedacht had dat het zou zijn. Capcom heeft duidelijk goed gekeken naar het succes van games als Outlast en Amnesia, maar slaagt erin om ondanks al het leentjebuur spelen toch zijn eigen identiteit te behouden. Het verhaal gaat op het einde een beetje uit de bocht, de vijanden hadden soms wat meer geïnspireerd gekund en enkele grafische foutjes vormen een tegengewicht voor het semi-fotorealisme dat Capcom op andere momenten uit zijn mouw schudt. Probeer echter maar eens iemand te vinden die, wanneer de aftiteling rolt, daar al mokkend aan zal terugdenken. Resident Evil VII is niet perfect, maar de game is wel oprecht eng en als je me enkele jaren geleden verteld had dat ik dat hier zou verkondigen over een Resident Evil game, dan had ik je stapelgek verklaard. Resident Evil VII heeft me in zijn beste momenten de stuipen op het lijf gejaagd. Is dat genoeg? Ja. Het is zelfs het enige wat deze game moest doen. Met vlag en wimpel geslaagd!

Pluspunten

  • Intrigerend plot
  • Kwetsbare gameplay
  • De Bakers!
  • Krankzinnige baasgevechten
  • Grafisch soms op het randje van het fotorealisme
  • Briljant sound design

Minpunten

  • Een paar ongeïnspireerde vijanden
  • Mogelijk frustrerend
  • Enkele grafische foutjes

9.0