Review | Aliens: Dark Descent – Je zou de Alien franchise kunnen omschrijven als een influencer avant-la-lettre. Zowel Ridley Scotts meesterwerk uit 1979 als James Camerons actievolle opvolger uit 1986 hebben immers ontegensprekelijk hun stempel gedrukt op de horror-, actie- en sciencefictiongenres waartoe ze behoren. In die mate dat het haast onmogelijk is om geen knipogen of zelfs schaamteloos kopieergedrag te herkennen in soortgelijke films. Het videogame medium is geen uitzondering. Master Chief heeft duidelijk een soortgelijke opleiding genoten als de Colonial Marines; de USG Ishimura uit Dead Space had op dezelfde werf kunnen gebouwd zijn als de Nostromo; en zo kunnen we nog een tijdje doorgaan. Jammer genoeg kan je de kwalitatief sterke titels die rechtstreeks op Alien en Aliens gebaseerd zijn op één hand tellen. Een kort rijtje dus, waar we afgelopen maand met Aliens: Dark Descent wél een nieuwe game aan kunnen toevoegen. Hieronder lees je waarom.

Lethe, 2198

We bevinden ons in het jaar 2198, in een baan rond de onherbergzame maan Lethe. Wat een routineuze uitwisseling van cargo had moeten worden op het ruimtestation Pioneer, mondt uit in een regelrechte ramp wanneer een saboteur Xenomorphs loslaat. Voor ook maar iemand van de bemanning goed en wel beseft wat er gaande is, kleeft het bloed aan alle wanden van het station en zijn de titulaire griezels sneller aan het vermenigvuldigen dan een sprong konijnen. In een poging om te vermijden dat de saboteur met meer Xenomorphs weet te ontsnappen, activeert crewlid Maeko Hayes een automatisch defensiesysteem dat de saboteur het vluchten belet, maar helaas ook het nabijgelegen marineschip USS Otago ernstig beschadigt. De Otago crasht op Lethe, tussen enkele kolonies en mijnschachten, waar onmiddellijk duidelijk wordt dat de buitenaardse infestatie ook op het maanoppervlak reeds lelijk heeft huisgehouden. Tijd om uit te zoeken wat er aan de hand is… en, als het even kan, heelhuids weer naar huis te keren.

Als verstokte Alienfans zijn we zeer blij om te kunnen melden dat het verhaal van Dark Descent de franchise eer aandoet. Daarmee bedoel ik niet dat ontwikkelaar Tindalos Interactive het platgetreden pad verlaat en met een hele reeks unieke plotwendingen op de proppen komt. Integendeel, het verhaal tikt netjes alle vakjes aan dat je van een Aliengame kan verwachten, maar weet toch genoeg diepgang uit zijn karakters en sabotageplot te persen, waardoor spelers zich nooit zullen vervelen. Het is overduidelijk dat Tindalos de franchise een warm hart toedraagt, iets dat ook af te leiden valt uit de locaties die je aandoet. Of je nu door één van de kolonies op Lethe sluipt of hergroepeert op de USS Otago, de omgevingen ademen de sfeer uit die je van de films gewend bent. Het sound design draagt ook zijn steentje bij. Het schrille gekrijs van chargerende Xenomorphs vermengt zich als vanouds met het schelle gedreun van de pulse rifles en voor je het weet, waan je je in een door James Cameron geregisseerde actiescène.

Een ongoddelijke hybride

Niet dat we Aliens: Dark Descent een actiegame mogen noemen. Waar Alien: Isolation je onbehaaglijk liet rondsluipen in survival horrormodus en Aliens: Fireteam Elite vooral teerde op hersenloos knalwerk, daar plaatst de nieuwste telg in de franchise zijn camera boven het slagveld, zodat spelers een squad mariniers tactisch kunnen aansturen. Dark Descent is met andere woorden een heuse Real Time Strategy game, waarin jouw beslissingen het verschil maken tussen leven en dood. Je stelt een squad van vier mariniers samen en kan hiervoor kiezen uit vijf klassen. De sergeant is de onversaagde leider en motivator, de gunner knalt erop los, de scout moet het hebben van zijn snelheid, de medic houdt de gezondheid van zijn teamgenoten op peil en de tecker hackt zowat alles om je heen in de hoop je een voordeel op te leveren. Elke marinier stijgt in niveau wanneer je hem of haar meer gebruikt, maar als er één sterft tijdens een missie, ben je hem voorgoed kwijt en moet je er weer een groentje bijhalen.

Zodra je erop uittrekt om burgers te redden, informatie te verzamelen of andere doelen te verwezenlijken, valt op hoe goed Tindalos erin geslaagd is om uitgerekend het RTS-genre te vermengen met horror. De locaties zijn stuk voor stuk onheilspellend, met diepe schaduwen die enkel oplichten wanneer de mariniers hun zaklampen erop richten. Ondertussen houdt het meedogenloze getik van de iconische motion tracker je voortdurend op de hoogte van beweging in de nabije omgeving, zodat je letterlijk geen seconde op je gemak bent. Missies voelen zelfs op hun rustigste momenten aan alsof ze elk ogenblik kunnen uiteenspatten in een onoverzichtelijke chaos vol dood en verderf, een verwezenlijking die we in dit genre niet direct voor mogelijk hadden gehouden. Het is meteen ook de sterkste troefkaart van Aliens: Dark Descent. Horror RTS is een ongoddelijke hybride, maar wel één die werkt… en één waarvan we niet wisten dat we het wilden tot we het daadwerkelijk te spelen kregen.

Close encounters

Je vat elke missie aan in stealth modus en probeert zolang mogelijk ongezien te blijven. Hiervoor kan je je squad laten schuilen in kamers en achter objecten, om de op onvoorspelbare wijze door de spelwereld patrouillerende Xenomorphs te ontlopen. Wil je dit succesvol doen, dan moet je goed gebruikmaken van het top-down perspectief, je motion detector en een handige kaart waarin de bewegingen van de creaturen in realtime worden weergegeven. Vooropgesteld dat je hier en daar een extra motion detector achterlaat, anders kan je enkel in een straal van enkele meters rondom je luisteren en vaar je als het ware blind door een verraderlijke zee. Zolang mogelijk ongezien blijven helpt niet alleen je gemoedsrust, het zorgt er ook voor dat de rest van het level makkelijker wordt. Telkens wanneer een Xenomorph je spot, zullen al zijn nabije collega’s de aanval inzetten. Hoe vaker dit gebeurt, hoe meer de Xenomorphs het op hun heupen krijgen en hoe agressiever ze je squad onder de voet lopen.

Confrontatie is echter onvermijdelijk. Vroeg of laat kijk je tegen zo’n griezel zijn lelijke tronie aan en moet je vechten voor je leven. Door het commandoscherm op te roepen, vertraagt de actie op het scherm aanzienlijk en kan je goed aansturen wat je mariniers precies moeten doen. Acties hebben doorgaans voor- en nadelen. Zo kan je met suppressive fire vijanden die uit een bepaalde richting komen afremmen, maar dit gaat ten koste van accuraatheid. Je shotgun is handig voor ‘close encounters’, maar het zure bloed van de Xenomorphs zou wel eens je gezicht kunnen besmeuren. Vergeet trouwens ook de mentale gezondheid van je mariniers niet. Als zij te veel stress te verwerken krijgen, gaan ze immers minder goed functioneren, waardoor ze bijvoorbeeld niet meer raak schieten of zelfs helemaal op tilt slaan. Enkele seconden broodnodige rust nemen in een gebarricadeerde ruimte is dé oplossing voor dit probleem, al is dit in het heetst van de strijd absoluut makkelijker gezegd dan gedaan.

RTS op console?

Een RTS-game op console, het heeft al vaker voor problemen gezorgd. Dit genre lijkt immers gemaakt te zijn om met muis en toetsenbord te spelen en komt doorgaans minder goed uit de verf met een per definitie tragere controller. Aliens: Dark Descent doet het op dit vlak alvast niet slecht. De game blijft dankzij de vertraging doorgaans prima speelbaar, al moeten we ook toegeven dat we in het heetst van de strijd of wanneer we snel moesten wisselen tussen het top-down spelbeeld en de realtime kaart, wel eens het overzicht verloren en de verkeerde marinier aanklikten of zelfs de hele squad een verkeerde richting uitstuurden. Dat dit soort onhandigheid je een game over scherm kan opleveren, hoeven we je vast niet te vertellen. En nu we toch kritisch zijn: de manier waarop je je squad kan uitbouwen, mist wat diepgang, waardoor je eigenlijk niet snel een band creëert met je squadleden en dus ook niet zó erg geraakt wordt wanneer er één het loodje legt. Kleine, maar niet te ontkennen minpuntjes.

Geen perfect organisme, maar goed genoeg

Tijd om de technische kant nog even onder de loep te nemen. Aliens: Dark Descent biedt spelers de bekende Quality en Performance modi aan. Die eerste pakt uit met mooie 4K-beelden, maar zweeft rond de 30 frames per seconde, terwijl die tweede aan grafische pracht en praal inboet, maar daar wel een stabiele 60 frames per seconde tegenover zet zonder noemenswaardige framedrops. Nu ziet de game er dankzij zijn prima en gedetailleerde leveldesign sowieso goed uit. In cutscènes vielen ons enkel de wat blokkerige zwartwaarden op, die de duisternis nét iets minder alomvattend maakten – een euvel dat overigens nooit de kop opstak tijdens de eigenlijke gameplay en dat zijn toch de belangrijkste momenten. Over het sound design hebben we reeds lovende woorden gesproken. Jammer genoeg zijn we minder onder de indruk van het stemmenwerk, dat eigenlijk over de hele lijn een zekere doorleefdheid mist die we van de franchise gewend zijn.

Gespeeld op: PlayStation 5.
Ook beschikbaar op: PlayStation 4, Xbox One, Xbox Series X|S en pc.

Conclusie

Met het angstaanjagende Alien: Isolation en het pretentieloze funvehikel Aliens: Fireteam Elite hebben Alien-fans op vlak van videogames het voorbije decennium slechts twee redenen gehad om te juichen. Met Aliens: Dark Descent komt daar nu een derde titel bij, één die tactisch uitdagende gameplay biedt zonder daarbij ooit de horrorroots van de franchise uit het oog te verliezen. De game speelt niet altijd even lekker op console - dit genre komt nu eenmaal beter tot zijn recht met een muis en toetsenbord - maar levert genoeg diepgang af om zelfs de meest sceptische consolegamer aan het scherm gekluisterd te houden. Voeg hier prima sound- en leveldesign, verrassend mooie graphics en een verhaal dat zo aan een Alienfilm had kunnen toebehoren aan toe, en je begrijpt dat we met Aliens: Dark Descent een prima titel in de rangen hebben. Dus herlaad je pulse rifle, hou je shotgun in de buurt voor 'close encounters' en jaag je crew de duisternis in om die dekselse 'perfecte organismen' te bestrijden. Het is het waard.

Pluspunten

  • Leuk verhaal
  • Diepgaande tactische gameplay
  • Sfeervol leveldesign
  • Prima graphics

Minpunten

  • Besturing niet altijd even handig
  • Squad building had uitgebreider gekund
  • Weinig doorleefd stemmenwerk

8.5