Gespeeld: Need for Speed: Heat – Ghost Games is dé Need for Speed ontwikkelaar en zij hebben ons inmiddels twee delen gebracht. Need for Speed was een prima racer, Need for Speed: Payback kende helaas een valse start door teveel focus op lootboxen te leggen. Die kritiek heeft Ghost Games zich ter harte genomen en niets van dat alles zul je terugzien in Need for Speed: Heat. Dat is alvast een goed begin en op de gamescom spraken we met de lead designer van de game en we stapten zelf even achter het stuur om het racen alvast te ervaren.

Van Miami tot aan de bergen

Ditmaal verplaatst het toneel zich naar de oostkust van de Verenigde Staten en hoewel de game heel erg een Miami vibe lijkt te hebben, valt dat in de praktijk wel mee. Je krijgt net zoals voorheen weer een grote open wereld voorgeschoteld en die strekt uit van inderdaad Miami – Palm City genaamd in deze game – tot aan de bergen van Georgia. In feite zou de wereld dus heel Florida beslaan en dat levert een meer diverse omgeving op. Na de introductie van Need for Speed: Heat zul je ook gelijk alle vrijheid krijgen om te gaan rijden waarheen je maar wilt en ondertussen kun je de uitdaging met anderen aangaan.

Vrijheid is belangrijk in Need for Speed: Heat, zo werd ons verteld en dat is enerzijds terug te zien in de mogelijkheid om min of meer direct te gaan en staan waar je maar wilt. Anderzijds heeft de ontwikkelaar in dit deel meer de focus gelegd op rijbare ruimte. Afgebakende routes zijn nog minder aanwezig, want je kunt nu ook door objecten heenrijden zoals hekken, schuttingen en muurtjes mits ze niet te dik zijn. Door die vaste omkadering weg te nemen zal je meer vrijheid krijgen in de routes die je neemt en als je niet de normale weg wilt gebruiken, dan krijg je de gelegenheid om dwars door velden af te snijden, mocht dat een optie zijn.

Zoiets zagen we al enigszins in Payback en dat zal nu nog uitgebreider zijn, iets wat we tijdens het racen ook ervaren hebben. Zo hadden we een race overdag waar we aan deelnamen en we vlogen veel te hard een bocht in, recht op een muurtje af. Tot onze verbazing schoot onze auto hier echter – zij het wat hobbelig door de rommel die ontstond – dwars doorheen. Dat is natuurlijk gunstig om te voorkomen dat je door een crash achter komt te liggen, tegelijkertijd moedigt dit je wel aan om meer secuur te rijden, want teveel afsnijden in races op specifieke banen wordt niet gewaardeerd door de tegenstanders. Dus in vrij rijden kan je door veel dingen heen rijden, in races word je geacht enigszins de route te volgen, maar je krijgt er wel wat meer vrijheid in.

Van dag naar nacht

Wat Need for Speed: Heat uniek maakt in vergelijking met eerdere delen is dat racen overdag een wezenlijk verschil is met racen ’s nachts. Overdag doe je mee aan ‘legale’ races op afgesloten stukken van de wereld. Dit is geaccepteerd door de lokale overheid en dat soort races levert je ‘Bank’ op, wat de in-game valuta is. Als je ’s nachts gaat rijden, dan is iedere snelheidsovertreding er één te veel en dan krijg je ook te maken met de politie. Door hier succesvol te racen zul je een reputatie opbouwen en die heb je nodig, waarover zo meteen meer. De politie zal de illegale racers achtervolgen en als ze je weten te arresteren, dan ben je de pineut.

Ontsnappen aan de politie is natuurlijk wat Need for Speed min of meer tot de geliefde franchise maakt die het is. Dat zal in Need for Speed: Heat niet anders zijn, maar ditmaal is ontsnappen niet voldoende. Je bouwt ‘Heat’ op en die zal gedurende de nacht aanwezig blijven, dus hoe meer onbezonnen je over de wegen raast, des te meer Heat je krijgt. Dat vertaalt zich naar meer politie op straat en als je weer gespot wordt dan weten ze wie je bent, de Heat zal dus niet afnemen als je eenmaal ontsnapt bent. Dat zorgt logischerwijs voor meer uitdaging naarmate de nacht verstrijkt, anderzijds helpt het natuurlijk om een reputatie op te bouwen in de straatrace scene. Het interessante in dit geval is dat je door ’s nachts te racen geen valuta opbouwt, want dat kan alleen overdag en daardoor zul je moeten wisselen.

Het is in Need for Speed: Heat niet zo dat je met een dynamisch gebeuren te maken krijgt. Je kiest dus expliciet voor racen overdag of in de nacht, want dat heeft invloed op de gameplay. Je bent volgens de ontwikkelaar vrij om te racen wanneer je wilt, maar het hangt wel met elkaar in balans. Want als je een hoop centen bij elkaar geracet hebt, dan kan je op een gegeven moment een brute nieuwe bak aanschaffen. Die verkoper kijkt echter ook naar je reputatie en als die niets voorstelt, dan zal je gepasseerd worden. Andersom werkt het natuurlijk precies hetzelfde. Heb je veel reputatie, maar een gebrek aan centen? Dan kan je het ook bekijken.

Het is dus om progressie te boeken van belang om overdag en ’s nachts te rijden, want alleen dan kan je echt hetgeen bereiken je hebben wilt. Nu is het niet zo dat de game je verplicht om dit af te wisselen, je bent vrij om de volgorde te bepalen. Een wat ons betreft interessante mechaniek, wat dat motiveert je om de twee onderdelen van de game goed te doorgronden en eventueel de één wat meer dan de ander mocht je dat leuker vinden. Ondertussen is het sowieso van belang om geld en reputatie op te bouwen, want als je niet de middelen hebt om nieuwe auto’s te kopen dan kan je altijd nog je huidige auto van upgrades voorzien.

Dat upgraden zit hem zowel in het visuele als in het motorische en de toebehoren die daarbij komen kijken. Hiervoor kijkt Ghost Games veelvuldig naar eerdere delen in de franchise en alles wat ze leuk vinden nemen ze over. Dus bepaalde elementen komen uit Underground, andere aspecten uit Payback en ook Most Wanted heeft ter inspiratie gediend. In feite moet Heat een soort pakket worden van alle beste elementen uit de franchise, zodat het als een compleet geheel aanvoelt. Tunen speelt zodoende een grote rol, maar dit is tegelijkertijd wel toegankelijker gemaakt door extra features toe te voegen die het speltempo ten goede komen.

Je kunt nu on the fly weer onderdelen op je auto veranderen, zodat je direct mee kan doen aan een bepaalde race. Maar ook als je nieuwe onderdelen vrijspeelt, dan zul je die gelijk kunnen toepassen terwijl je onderweg bent. Dit bespaart een hoop tijd, want je bent niet verplicht telkens naar de garage te rijden. Doordat de onderdelen van grote invloed zijn op de manier hoe de auto zich laat besturen, is dit een ideale optie om gelijk te ontdekken of iets wel of niet bevalt. Dit is dan puur motorisch ingesteld. Daarover gesproken ‘Engine Swap’ is een nieuwe feature, want je zult nu niet je motor upgraden maar echt vervangen door een nieuwe. Het is dus mogelijk om enkel de motor van een betere auto te kopen in plaats van die auto in z’n geheel, dat scheelt geld en je kan met je huidige auto op een hogere performance door blijven gaan.

Livetuning ontbreekt uiteraard niet, daarmee kun je in Need for Speed: Heat de karakteristieken van je auto verder tunen en dus direct bepalen wat het gedrag op de weg is. Het kunnen finetunen van heel veel aspecten is wat de boventoon voert in Need for Speed: Heat en daarmee gaat dit deel weer net een stapje verder dan het vorige deel. Uiteraard ontbreekt het de game niet aan visuele customization en dat is wederom uitgebreider dan voorheen. In dat opzicht is het wel meer van hetzelfde, maar om daar iets nieuws aan toe te voegen kun je nu ook een eigen personage kiezen die je bijvoorbeeld qua outfit op je bolide afstemt. Dit zal dan matchend terugkeren in cut-scènes, zodat je je ook meer met je personage verbonden zal voelen.

Geen onzin

Veel hebben we nog niet met Need for Speed: Heat gespeeld, maar wel kunnen we je vertellen dat de verschillen tussen dag en nacht echt enorm groot zijn. De races zijn overdag veel serieuzer en op skills gericht, daar waar het ’s nachts één grote speeltuin is en de game verandert in het klassieke ‘politie en boefje’. Die dynamiek brengt een wat fris gevoel met zich mee in de verder heel erg arcade ingestoken en bekende gameplay. Deze aanpak biedt ook gelijk de mogelijkheid om veel meer gevarieerde content aan te bieden en daarmee een bredere doelgroep aan te spreken. Over het racen zelf kunnen we simpelweg enkel kwijt dat het goed aanvoelde én dat de game er grafisch erg netjes uitziet.

Ook is het goed om even te benadrukken dat Ghost Games dezelfde stijl hanteert als bij voorgaande games als het gaat om post-launch content. Dus spelers moeten een langere tijd betrokken blijven bij de game en dus mogen we onder andere nieuwe auto’s verwachten. Binnen het traject van post-launch content zijn echter geen enkel vorm van microtransacties en lootboxen, alsook andere vormen van monetization aanwezig. Wel zal het mogelijk zijn om via car packs auto’s te kopen en er zullen time savers beschikbaar gesteld worden, maar pas na de release. Het is dus de aanpak die we vaker zien in games, zonder dat het effectieve invloed op de algehele gameplay heeft.

Voorlopige conclusie

Need for Speed: Heat is qua gameplay tot op zekere hoogte vergelijkbaar met wat je kent van eerdere delen. Het aspect van racen in de nacht dat compleet anders aanvoelt dan racen overdag is een interessante insteek en een goede ontwikkeling voor de franchise. Het brengt iets nieuws met zich mee en het stelt de ontwikkelaar in staat om het beste van Need for Speed op een enigszins logische wijze met elkaar te combineren. Het racen zelf ging tijdens de hands-on lekker vlot en dat in een buitengewoon kleurrijke wereld. Daarover hoef je je ook niet echt zorgen te maken, gezien Ghost Games dat element sowieso al langere tijd goed onder knie heeft. Tot zover heeft Need for Speed: Heat een prima indruk achtergelaten en we zijn benieuwd wat het uiteindelijke resultaat wordt.