Review | Dragon Age: The Veilguard – Je zou een interessante case study kunnen maken over ontwikkelaar BioWare. Als je even een enquête zou afnemen over hoe men over BioWare denkt, zal je waarschijnlijk heel gemengde antwoorden horen: enerzijds is de studio verantwoordelijk voor enkele RPG-diamanten (de eerdere Baldur’s Gate-games, Mass Effect, Dragon Age: Origins, …), maar anderzijds is de studio de laatste jaren heel wat pluimen verloren (als we Mass Effect: Andromeda en Anthem noemen, weet je wel wat we bedoelen). Met Dragon Age: The Veilguard, het vierde deel in de geliefde RPG-reeks, poogt BioWare nu weer de trein op de rails te zetten. Onze reis in deze game verliep niet feilloos, maar het lijkt er wel op dat BioWare tenminste weer stappen in de juiste richting heeft gezet.

Kwade goden en beste vriendjes

Je stapt in de schoenen van Rook, een personage dat je helemaal zelf vorm kan geven. Het verhaal gaat van start met Rook die, samen met oude bekende Varric en Harding, proberen om de elfen magiër Solas tegen te houden. Hij heeft namelijk wat grootheidswaanzin gekregen en probeert de zogenaamde ‘veil’ te doorbreken, een magische barrière die de fysieke wereld en de ‘Fade’ van elkaar gescheiden houdt. Klinkt uiteraard niet zo goed voor de wereld en dus moet hij dringend gestopt worden! In een enorm spectaculaire en dramatische proloog neem je het tegen hem op, maar het kwaad is geschied: ondanks dat de veil standhoudt, zijn er toch enkele kwaadaardige goden door de mazen van het net geglipt en die willen nu dood en verderf zaaien. Tijd voor jou om een team samen te stellen dat deze goden terug kan duwen vanwaar ze gekomen zijn. Veilguard, assemble!

Het verhaal mag dan wel een geweldige opening hebben, wat erna volgt is niet altijd van hetzelfde hoge niveau. De focus wordt voor een langere tijd gelegd op het vormen van de Veilguard, met hier en daar een paar ‘oh nee de wereld gaat naar de knoppen’-plotpunten. We willen daarmee niet zeggen dat we het verhaal in z’n totaliteit slecht vinden. Integendeel: uiteindelijk hielden we een positief gevoel aan de game over, maar de pacing vertraagt toch wel aanzienlijk na de proloog. Uiteindelijk krijg je wel je epische ‘red de wereld’-gevechten, maar je moet wel even geduld hebben. Wat je in tussentijd wél krijgt, zijn verhaallijnen die je teamgenoten in de verf zetten. Ook hier krijg je ups en downs: sommige personages zijn best interessant uitgewerkt, terwijl anderen eerder beperkt zijn in hun persoonlijkheid.

Een cruciaal element dat we hierbij willen aanhalen, zijn de dialogen. Een RPG heeft doorgaans veel dialogen – logisch, uiteraard – en het verhaal wordt ook grotendeels hierdoor voortgeduwd. De kwaliteit van deze dialogen is echter hit-or-miss. Om één of andere reden moet alles luchtig blijven en moeilijke woordjes moeten zoveel mogelijk vermeden worden. Het is allemaal een beetje een light-versie van wat je gewend bent uit eerdere delen. We willen niet zeggen dat alles daarom per se slecht is, maar je merkt wel dat het script in bepaalde scènes meer aandacht had mogen krijgen. Je krijgt ook vaak enkele dialoogopties om uit te kiezen in gesprekken, maar ook hier is het allemaal een beetje dertien-in-een-dozijn. Veelal maakt het ook niet echt uit wat je kiest, want alles blijft leuk en luchtig, zonder al te veel diepgang of conflict. Het voelt alsof iedereen vriendjes met elkaar moet blijven en dat is wat geforceerd.

blank

Knokken en de wereld redden

We vallen een beetje in herhaling, maar onze commentaar over de gameplay is heel gelijkaardig aan onze commentaar over het verhaal. Algemeen zijn we er positief over, maar er zijn wel enkele duidelijke tekortkomingen. Laten we beginnen bij het begin: aan de start van de game kan je je class kiezen, waarbij je drie opties hebt: mage, rogue en warrior. Dat klinkt misschien wat beperkt, maar binnen die class kan je je personage uitbouwen richting bepaalde specialisaties. Wij speelden, bijvoorbeeld, met een rogue die gespecialiseerd is in aanvallen met de boog. Er zijn zeker genoeg mogelijkheden om je skill punten in te investeren, dus oppervlakkig is het systeem niet. De andere classes hebben we slechts beperkt getest, maar ook hier zagen we een skill tree met voldoende mogelijkheden om mee te experimenteren.

De combat in Dragon Age is altijd gekenmerkt door een zeker tactisch element. Dat was heel duidelijk aanwezig in Origins en ook de latere delen waren duidelijk tactisch geïnspireerd (al zat daar wel al meer actie in). Met Dragon Age: The Veilguard is de weegschaal echter bijna volledig doorgeslagen naar de ‘actie kant’. Je kan nog steeds de game pauzeren en je party leden skills laten uitvoeren, maar de diepgang van weleer is bijna volledig weg. Is dit dan een slecht combat systeem? Welnee, maar als je deze game oppikt om die bekende mix tussen actie en tactiek te beleven waar de eerdere delen zo bekend om waren… dan zal je ontgoocheld achterblijven. Dit is een actie-RPG waarbij je om de zoveel tijd eens een skill in de mix gooit voor leuke effecten en explosies. Je party leden kunnen bovendien niet sterven, dus je hoeft hun levensbalk niet meer te managen, waardoor jij je volop kan focussen op het rammen op jouw eigen knopjes.

blank

Sightseeing in Thedas

We bevinden ons opnieuw in Thedas, het continent waar alle Dragon Age-games zich afspelen, en door de game heen zal je weer als een ware toerist heel wat locaties bezoeken. Het team heeft hier top werk afgeleverd, want de omgevingen zijn een groot pluspunt voor de game. Alles ziet er heel fantasierijk uit en de algemene aankleding is enorm sfeervol. De game is ook niet open wereld: je hebt verschillende gebieden die je kan ontdekken en waartussen je kan reizen. Deze gebieden zijn niet heel groot, maar ook zeker niet klein: er zijn voldoende zijgangetjes met schatten of andere items om naar op zoek te gaan, zonder dat je het gevoel hebt verdwaald te lopen. De focus is dus in zekere mate beperkt, maar hierdoor hebben de makers wel extra aandacht kunnen geven aan deze kleinere gebieden en dat is een goede beslissing gebleken.

Als je alle hoekjes en kantjes van elk gebied gezien wilt hebben, dan zijn er ook de zijmissies, wat ons naadloos bij het volgende grote pluspunt van de game brengt. Als je je puur focust op de hoofdmissies, kan je ongeveer 20 uur met de game aan de slag, maar voeg daar nog eens alle zijmissies aan toe en je kan dat getal verdrievoudigen. Als er echter iets is wat we je ten stelligste willen aanraden, dan is het wel om de zijmissies te spelen. Ze bieden een enorme narratieve meerwaarde aan het verhaal en de personages. Je leert je compagnons beter kennen, je komt meer te weten over waarom Solas precies de veil wou vernietigen, je komt oog in oog te staan met enkele coole baasgevechten… moeten we nog even doorgaan? We waren verbaasd dat sommige verhaallijnen onder het label ‘zijmissie’ vielen, want ze hadden net zo goed een essentieel onderdeel van het hoofdverhaal kunnen (of moeten?) zijn.

blank

Dragon Age, ben jij dat?

Op technisch vlak doet Dragon Age: The Veilguard het ook goed, al hebben we ook hier een opmerking. Het zal je niet verrassen, maar de game heeft twee grafische modi: Graphics en Performance. De eerste zorgt ervoor dat je al het schoons van Thedas in 4K kan beleven met 30fps en de tweede geeft je dan een 1440p-resolutie met een solide 60fps. De visuele stijl zal echter niet iedereen bekoren. We trekken even de algemene lijn die we eerder in deze review aanhaalden door: het serieuze karakter van de franchise is ook hier vervangen door een luchtige, cartooneske stijl. Het is best even wennen, want het is toch wel helemaal anders dan we gewend zijn, maar uiteindelijk konden we deze nieuwe stijl wel accepteren. Het past wel bij de nieuwe identiteit van de reeks, al kan dit dus wel ‘oude rotten’ die op zoek zijn naar donkere fantasy wat afschrikken. De reeks is nu eenmaal een nieuwe richting ingeslagen en uiteindelijk beslis jijzelf of je daarmee kan leven of niet.

Gespeeld op: PlayStation 5.
Ook beschikbaar op: Xbox Series X|S, pc.

Conclusie

Met Dragon Age: The Veilguard gaat ontwikkelaar BioWare opnieuw de goede kant op, al zijn we tegelijk niet overtuigd dat dit het beste werk is dat de studio al heeft geleverd. Het verhaal is in grote lijnen best genietbaar en ook de combat is te pruimen, ondanks dat beide nu niet zo heel diepgaand uitgewerkt zijn (zeker niet als je het vergelijkt met eerdere games in de reeks). De zijmissies maken echter veel goed: hier krijgen de wereld en de personages meer tijd om echt uitgediept te worden en deze zijn eigenlijk essentieel als je de volledige ervaring wilt hebben. Wat echter niet wordt goedgemaakt, zijn de dialogen. Soms zijn deze best prima, maar soms voelt het alsof je luistert naar een middelbare scholier die een spreekbeurt houdt waar die pas de avond ervoor aan is beginnen te werken. Gelukkig heb je wel heel wat moois om naar te kijken, want de spelwereld is heel mooi vormgegeven en de verschillende gebieden zijn een waar plezier om te ontdekken. Dit is echter een totaal andere Dragon Age dan je gewend bent in zoveel aspecten, dus die-hard fans betreden dit nieuwe deel best op eigen risico.

Pluspunten

  • Verhaal is genietbaar
  • Zijmissies zijn de moeite waard
  • Omgevingen zien er mooi uit
  • Gebieden ontdekken
  • Combat is fijn…

Minpunten

  • …maar tegelijk nu ook niet zo diepgaand
  • Soms pacing issues
  • Dialogen zijn hit-or-miss

7.5