Review | Suicide Squad: Kill the Justice League – Het is zover. Suicide Squad: Kill the Justice League ligt na een jarenlang verblijf in een soort ontwikkelingshel eindelijk in de winkelrekken. Dat is op zich al een klein mirakel. Ontwikkelaar Rocksteady moest obstakel na obstakel overwinnen, totdat de opeenvolging van uitstellen, negatieve reacties op alpha- en beta-footage, en meerdere koerswijzigingen het maken van de game zélf leek om te vormen tot een zelfmoordmissie. Het heeft echter geen zin om daar al te lang bij te blijven stilstaan. Suicide Squad: Kill the Justice League bevindt zich na meerdere bijna-dood-ervaringen nu effectief met beide voeten in het land der levenden en… blijkt na alle controverse een behoorlijk matig product te zijn. Niet slecht, maar zeker ook niet top.

De rollen omgedraaid

Laat ik vrolijk met de deur in huis vallen. Het verhaal is dé reden om Suicide Squad: Kill the Justice League na alle heisa toch een kans te geven. Wanneer de buitenaardse snoodaard Brainiac met een legertje griezels Metropolis binnenvalt en daarbij de Justice League weet te hersenspoelen, rekruteert overheidsagente Amanda Waller vier criminelen om het vuile werk op te knappen. Het gaat om de getalenteerde sluipschutter Deadshot, de psychopathische Harley Quinn, ’s werelds theatraalste bankovervaller Captain Boomerang en King Shark, een ongoddelijke kruising tussen een mens en een haai. Het viertal krijgt prompt een bom in het hoofd geplant, die tot ontploffing wordt gebracht als iemand zijn orders weigert op te volgen.

Met gezonde tegenzin trekken Deadshot en kornuiten dus erop uit om Brainiac te stoppen. Zo komen ze al snel lijnrecht tegenover de voormalige helden van de Justice League te staan. Superman, Batman, Green Lantern en de Flash blijken onherroepelijk de deur der heldhaftigheid achter zich te hebben dichtgetrokken en voeren nu het leger van Brainiac aan. Alleen door hen een enkeltje richting hiernamaals te bezorgen kan je ze een halt toeroepen. Op een zo brutaal mogelijke wijze, welteverstaan. Dit compleet geschifte concept zet de bekende status quo uit het DC-universum volledig op zijn kop en is het startsignaal voor een onvoorspelbare tocht vol boeiende wendingen en verrassende randfiguren uit de comics.

Rocksteady laat er overigens geen twijfel over bestaan: deze titel is de nieuwste telg in de Arkham franchise en zit dan ook stampvol verwijzingen naar die eerdere avonturen. Omdat je nu een groepje criminelen onder je duimen krijgt en het onder andere opneemt tegen ’s werelds meest vindingrijke detective, levert dat enkele uiterst unieke scenario’s op die je echt zelf moet ervaren. Denk trouwens niet dat Rocksteady het verhaalgewijs op veilig speelt. De ontwikkelaar pakt uit met een gedurfd gebrek aan respect voor zijn voormalige helden en laat bij vlagen het bloed rijkelijk over het scherm stromen. Daarbij neemt het zichzelf nooit serieus, wat zich wel vertaalt in dialogen die er niet altijd in slagen om de grens tussen humor en cringe te bewaken.

Suicide Squad: Metropolis City

In Suicide Squad: Kill the Justice League laten we Gotham City achter ons en verkassen we naar Metropolis, de stad die in de comics vooral bekend staat als de thuisbasis van Superman. Waar Gotham met zijn gotische architectuur een onmiskenbaar horrorsfeertje uitstraalde, daar krijgt Metropolis een zonniger en dus ook kleurrijker gelaat aangemeten. De flatgebouwen deden mij met hun art deco façades bij vlagen zelfs wat denken aan een vrolijkere versie van Rapture uit BioShock. Toch blijft Suicide Squad vooral knipogen naar de Arkham titels, al is het maar op de manier waarop je over de daken rondzwerft, terwijl je vijanden met elkaar hoort keuvelen in je headset. Dat noem ik een uitermate welkom gevoel van herkenbaarheid.

Metropolis spat overigens best aangenaam van je televisie, met een prima 1440p resolutie (met upscaling naar 4K) en een framerate die doorgaans netjes tegen de 60fps blijft aanduwen. Als het hectisch wordt, kan je hier en daar wel eens onzacht tegen een framedrop aanlopen, maar echt storend werd het in onze playthrough nooit. Op vlak van audio heb ik helemaal geen klachten. De soundtrack is opzwepend en gepast heroïsch; het stemmenwerk doet te allen tijde wat het moet doen. Ik zei eerder al dat de dialogen en humor in Suicide Squad: Kill the Justice League niet altijd even geslaagd zijn, maar dat neemt niet weg dat de hele cast zich vol enthousiasme op het werk gestort heeft. Met Kevin Conroy in zijn laatste videogamerol op kop als een atypische, want kwaadaardige Batman.

Batgemis

Rocksteady vertelt dus een uitstekend verhaal en diept met Metropolis zijn Arkham universum gepast verder uit. Tot zover geen vuiltje aan de lucht. Een game moet echter in de eerste plaats vooral gespeeld worden en daar wringt het schoentje. De spelwereld mag dan wel erg goed in elkaar zitten, wanneer het niet zo prettig is om je een weg door die wereld heen te banen, vergeet je al snel dat het grafisch allemaal best in orde is. Als Batman was het in de Arkham-games steevast een plezier om door Gotham City te fladderen. Rocksteady had een heel systeem van grijphaken en zweefvleugels uitgedokterd om je steevast een vlotte tocht van A naar B te garanderen. Niets daarvan in Suicide Squad… al heeft de studio het wel geprobeerd.

Elk personage heeft een unieke methode om in Metropolis rond te zwerven. Deadshot komt er het beste vanaf, met een jetpack dat weliswaar snel oververhit geraakt, maar zich verder erg intuïtief laat besturen. Met wat oefening rijg je als King Shark na verloop van tijd ook de huizenhoge sprongen aan elkaar. Harley Quinn zou op papier het dichtst moeten aanleunen tegen Batman. Zij wordt immers gevolgd door een drone waaraan ze haar grijphaak kan bevestigen, zodat ze zichzelf omhoog kan hijsen óf naar haar volgende bestemming kan slingeren. Je mag echter maar enkele keren na elkaar slingeren en Harley is niet in staat om zich even explosief de lucht in te katapulteren als de vleermuisman. Het resultaat is ronduit saai.

Het coolste transportconcept, maar helaas ook dat met de meest teleurstellende uitvoering, komt op naam te staan van Captain Boomerang. Hij kan zich namelijk naar zijn boomerang toe teleporteren. Je werpt dat ding dus zo ver mogelijk voor je uit en flitst dan in een oogwenk enkele tientallen meters verder. Ook dit mag je echter maar enkele keren na elkaar doen, waardoor je iets te vaak een bezoekje aan het aardoppervlak moet brengen. Wie dacht dit teleporteren als voordeel te kunnen gebruiken in gevechten, komt eerder bedrogen uit. Omdat de in-game camera automatisch vijanden opzoekt en Captain Boomerang abrupt van locatie verandert, zwenkt het beeld vaak op misselijkmakende wijze om je heen. Nadelig voor je slaagkansen… én je maag.

Levend servies

Dit is jammer, want er valt best veel te beleven in Metropolis. De Riddler is terug en heeft naar goede gewoonte een berg trofeeën verstopt op de meest onwaarschijnlijke plaatsen. Voeg daar het occasionele hindernissenparcours en de gebruikelijke naar de comics verwijzende raadsels aan toe en je weet dat je even zoet bent. Verder kan je de aanwezige zijmissies onderverdelen op basis van een aantal vaste structuren. De ene keer dien je enkele burgers te bevrijden uit een benarde situatie, de andere keer moet je een bepaald punt verdedigen tegen een paar aanvalsgolven. Niets wereldschokkends, maar wel wat je verwacht van een liveservicegame. Je zal in Suicide Squad: Kill the Justice League dus vooral veel hetzelfde mogen doen.

Je hebt het goed gelezen: het gevreesde woord is gevallen. Rocksteady mag de voorbije maanden het woord live service dan wel gemeden hebben zoals een middeleeuwer het dorpje links laat liggen waar zonet de pest is uitgebroken, dat neemt niet weg dat Suicide Squad: Kill the Justice League nog steeds tot het genre behoort. De spelwereld is ontworpen om later regelmatig voorzien te worden van nieuwe missies, te verkennen omgevingen en speelbare personages. Je kan ook met drie vrienden online in coöp door de straten trekken en het gespuis van Brainiac het leven zuur maken. Door missies te voltooien, verdien je loot, geld en materialen waarmee je nieuwe wapens kan maken of bestaande uitbouwen. Je kent het concept vast wel.

Had hier niet meer in gezeten?

Wat live service betreft, heeft Rocksteady alvast nagelaten om het warm water opnieuw uit te vinden. Zelfs het vechtsysteem – ooit één van dé paradepaardjes van de Arkham franchise – is verrassend eendimensionaal en mist diepgang. In praktijk komt het er vooral op neer dat je vijanden best eerst achteruit mept met een mêlee aanval – een relatieve term, aangezien de boomerang van de gelijknamige kapitein en de wrist guns van Deadshot vanop afstand gebruikt moeten worden – om ze vervolgens te doorzeven met het schietijzer dat je in je handen hebt. Hiervoor heb je de keuze tussen pistolen, machinegeweren, shotguns, snipers en miniguns, die elk in ontelbare, doch vaak hetzelfde aanvoelende varianten verkrijgbaar zijn.

Begrijp me niet verkeerd, er zijn wel degelijk meer mogelijkheden. De leden van de Suicide Squad beschikken over een handige ontwijkmanoeuvre, kunnen uitpakken met een vernietigend counterschot dat heel precies getimed moet worden én krijgen uiteindelijk ook de mogelijkheid om hun wapens een speciale kracht te geven, waarmee ze bijvoorbeeld vijanden kunnen bevriezen. In de praktijk zal je echter vooral vaak terugvallen op dezelfde combo: eerst slaan, dan schieten. Liefst op de pulserende roze plekken die steevast de zwakke plekken van je tegenstander etaleren. Elk personage kan uitgebouwd worden in drie skilltrees, die af en toe een extra move opleveren, maar vooral de schade die je op een bepaalde manier toebrengt verhogen.

Eigenlijk is het jammer dat je personages als King Shark en Harley Quinn voornamelijk herleidt tot soldaten met een vuurwapen. Ik weet dat ik moet beoordelen wat ik gekregen heb en niet wat ik had willen krijgen, maar in dit geval is dat toch best moeilijk. King Shark zou een prima tank geweest zijn, een personage wiens klauwen en tanden je van dichtbij het vuile werk laat opknappen, terwijl Deadshot vanop afstand met zijn sniper voor dekking zorgt. Dat soort combinaties had samen spelen met andere gamers een stuk tactischer en bevredigender gemaakt. Nu voelt elk karakter na verloop van tijd grotendeels hetzelfde aan en verzanden gevechten – alleen óf met andere spelers – al snel in ongecontroleerde chaos.

Gespeeld op: PlayStation 5.
Ook beschikbaar op: Xbox Series X|S en pc.

Conclusie

Eerlijk? Ik weet niet zo goed welke richting ik uit moet met het cijfer van Suicide Squad: Kill the Justice League. Enerzijds vertelt de game een heerlijk verhaal vol knipogen naar de comics, die de superheldenfan in mij meermaals deed kirren van plezier. Metropolis mag er best zijn als spelwereld en op een boosaardige manier is het best fijn om eens de helden van weleer het vuur aan de schenen te mogen leggen. Anderzijds speelt Rocksteady het op vlak van gameplay te veel op veilig door zijn prima plot te verpakken in een dertien-in-een-dozijn liveservicegame. Het vechtsysteem is pure chaos, de exploratie niet altijd even prettig en de missies snel eentonig. Van de getalenteerde studio achter het nog steeds magistrale Batman: Arkham City mag je toch heel wat meer verwachten.

Pluspunten

  • Heerlijk verhaal
  • Arkham universum
  • Toffe spelwereld
  • Audiovisueel in orde

Minpunten

  • Repetitieve missies
  • Gevechten pure chaos
  • Verplaatsen niet bepaald intuïtief
  • Personages na verloop van tijd onderling inwisselbaar
  • Humor niet altijd even geslaagd

6.5