Review | The Legend of Zelda: Tears of the Kingdom – Met z’n ruim 35-jarige bestaan is The Legend of Zelda al lang onder ons en in die tijd heeft Link verschillende gedaantes aangenomen, tijdslijnen doorkruist en Ganondorf het hoofd geboden. Met Skyward Sword werd het langzamerhand echter wel duidelijk dat de koek enigszins op was en fans hunkerden naar iets fris. Nintendo luisterde en het slingerde in 2017 Breath of the Wild de wereld in, een game die zowel z’n eigen conventies als die van talloze andere games uit die tijd sloopte. Het succes van die game mag niet onderschat worden en dus is het logisch dat Aonuma en z’n team op dat concept wilden voortborduren. We zijn 6 jaar verder en The Legend of Zelda: Tears of the Kingdom is eindelijk hier!

Een nieuw kwaad staat op

Na de gebeurtenissen van Breath of the Wild is er een poos vrede geweest in de landen van Hyrule. Calamity Ganon is verslagen en Zelda heeft de hoop uitgesproken om het koninkrijk beter en mooier dan ooit tevoren weer op te bouwen. Het duo heeft niet lang de tijd om van die rust te genieten, want al gauw krijgen ze bericht dat er iets niet goed pluis is in de ondergrondse delen van Hyrule. Dat bericht lijkt te kloppen en na een reeks gebeurtenissen worden er stukken van het land de lucht in gelanceerd, is Link al z’n vaardigheden kwijt en als klap op de vuurpijl is prinses Zelda spoorloos verdwenen. Hoe, wie, wat, waar? Zo begint het verhaal van Tears of the Kingdom en de main quest alleen al biedt genoeg content om je minstens een uurtje of 40 zoet te houden.


Je wordt naar alle hoeken van Hyrule gestuurd om het mysterie achter Zelda’s verdwijning te ontrafelen, je kompanen te verzamelen en ontdekken hoe het in hemelsnaam mogelijk is dat het grote kwaad – Ganon natuurlijk – weer is teruggekeerd. Het is het klassieke Zelda-verhaal wat we over de jaren al vaker hebben gehoord en het is hier weer in optima forma aanwezig. Onder begeleiding van een aantal prachtige cutscènes word je op de hoogte gebracht van alle intriges, mysteries en conflicten. Het verhaal zal geen prijzen winnen, mede omdat de voice acting niet altijd even sterk is, (de muziek, algehele mix en geluidseffecten zijn overigens fabelachtig goed) maar het geheel is verder interessant genoeg om je naar de volgende quests te sturen en er zijn weer wat hints gekomen over waar Breath of the Wild (en deze game) zich in de complexe tijdslijnen bevinden.

Tenet in Hyrule

Nintendo had voor dit directe vervolg natuurlijk de makkelijke weg kunnen nemen en Link exact dezelfde vaardigheden kunnen geven, met hier en daar wat aanpassingen. Niks is minder waar, want de Sheikah Slate en diens vaardigheden zoals de bommen, Stasis en Magnesis zijn stante pede in de vuilniszak geramd. Onze Hyruleaanse held is van een geheel nieuw repertoire voorzien, die verregaande implicaties heeft voor hoe je Tears of the Kingdom gaat spelen en ervaren. We beginnen met het relatief simpele Ascension: hiermee kan Link zichzelf met een ferme sprong door verschillende oppervlaktes boven zich duwen, naar boven “zwemmen” en aan de andere kant – ongedeerd en wel – tevoorschijn komen.

Dat klinkt misschien niet bijster bijzonder, maar het is verdomde tof om te zien hoe je – na een tocht in een diepe tunnel, je in een mum van tijd weer op de open landschappen van het koninkrijk staat en dat is nog maar één van de vele toepassingen. Dan is er Recall, de vaardigheid die het mogelijk maakt om de tijdslijn van specifieke objecten terug te draaien, terwijl de rest van de tijd gewoon doorloopt. Gooit een grote, boze Moblin een steen jouw kant op? Met snelle reflexen en de Recall vaardigheid, stuur je diezelfde steen zo terug richting z’n eigen porem. Denk aan de film Tenet van Christopher Nolan en je hebt het idee aardig te pakken.

Fuseerfeestje

We stappen over naar de wapens. Net zoals in Breath of the Wild zul je gaandeweg je arsenaal bij elkaar moeten schrapen en zullen wapens op den duur ook breken. Zwaarden (groot en klein), speren, schilden, bogen en dergelijke passeren allemaal de revue, maar worden door de Fuse ability in enorme mate veranderd. Je vindt veel minder frequent hapklare wapens, maar slechts delen ervan. Middels Fuse kun je vervolgens zelf je wapens in elkaar zetten en dit heeft verregaande gevolgen. Het begint allemaal relatief simpel, je vindt hier en daar bijvoorbeeld takken of handvatten van een zwaard, die je fuseert met delen van monsters en je zo in een volledig zwaard, een knuppel of ander wapen in je handen hebt. Maar dan komt het experimenteren, hét sleutelwoord van Tears of the Kingdom.

Pak bijvoorbeeld een pijl en fuseer dit met het oog van een Keese. Wat krijg je dan? Een pijl die automatisch op zoek gaat naar vijanden. Heb je een speer in je hand en kom je wederom een speer tegen? Aan elkaar fuseren die boel, en je prikt je vijanden van een veilige afstand hun graf in. Of wat dacht je van de staart van een Lizalfos, wat je wapen effectief in een zweep transformeert. Er zijn zo idioot veel mogelijkheden om je arsenaal op te bouwen en nieuwe combinaties hebben nagenoeg altijd een effect die je verder op weg helpen en soms zelfs hilarische consequenties kennen. Het is een systeem waarmee experimenteren loont en talloze tactische deuren worden geopend.

Zonaitebots, roll out!

De grootste, nieuwe toevoeging is echter de Ultrahand vaardigheid. Als een soort LEGO op steroïden kun je middels je rechterhand allerhande zaken manipuleren en vastlijmen. In het begin zul je dit vooral gebruiken om simpele bruggen in elkaar te zetten, maar dan komen er een heleboel extra goodies om de hoek kijken waar je werkelijk waar de gekste creaties mee kunt optuigen. Als je een hoog punt moet bereiken, bouw een luchtballon. Wil je een vijandelijk kamp bestormen met je eigen Mad Max-bolide? Zet je eigen auto in elkaar en plemp dat ding vol met spikes en vlammenwerpers. Je hoeft hem niet eens te besturen, plant er bommen op en bekijk van een afstand de chaos. Je kunt het zo maf nog niet bedenken en het is mogelijk.

Het is bovendien bizar hoe makkelijk het allemaal werkt. Het manipuleren van objecten lijkt qua besturing veel op de Magnesis vaardigheid uit Breath of the Wild. Door middel van de analoge sticks, D-pad en bumpers kun je voorwerpen naar je toe trekken, draaien, kantelen en met een druk op de knop hang je ze aan elkaar vast. Zodoende ben je nooit langer dan een minuut bezig om je prototype in elkaar te zetten. Je hebt hier wel te maken met een aantal “natuurkundige” regels die Tears of the Kingdom hanteert en zo zijn er gevallen dat je je oorspronkelijk idee ietwat moet aanpassen. Maar man, als het eenmaal lukt en je bestookt een horde Moblins à la Apocalypse Now met je spuug-en-duct-tape vliegtuig, dát is een partij kicken.

Brave New World

Het Hyrule zoals we dat kennen vanuit Breath of the Wild keert terug voor Tears of the Kingdom, of tenminste, grotendeels. Zoals gezegd zijn er dus delen van het koninkrijk de lucht in geschoten en is er dus een boel verticaliteit toegevoegd aan de wereld, die je natuurlijk middels Recall of je Ultrahand-creaties kunt verkennen. Dat lijkt in eerste opzicht wat makkelijk gedacht van Nintendo, maar ondanks dat de oppervlakte er op de map nagenoeg hetzelfde uitziet, zijn er wel degelijk genoeg zaken veranderd, verschoven of opnieuw ontworpen, waardoor deze iteratie van Hyrule toch fris aanvoelt. Er zijn tientallen dan wel niet honderden quests, avonturen en andere kleine bezigheden over de wereld verspreid en mede door hoe de horizon is vormgegeven, springt er altijd iets interessants in het oog om te verkennen. Die enorm hoge mate van “player agency” – zoals dat zo mooi heet in het vakjargon – en interactiviteit keert voor Tears of the Kingdom daarom in al z’n glorie terug.

Je kunt eigenlijk je kont niet keren of je loopt wel iets interessants tegen het lijf. De vele quests dwingen je tevens om elk uithoekje te verkennen en Nintendo geeft je door middel van uitgekiende plaatsing van objecten en decor subtiele hints over wat je allemaal kunt doen en gebruiken. Ook de dozijnen Shrines keren terug, die veelal enorm inventief zijn en het uiterste vragen van je brein en branie. Dan kun je denken aan puzzels die creatief gebruikmaken van de nieuwe vaardigheden, of kamers waar je gestript wordt van je equipment en je als een pure overlever de finishlijn moet behalen. De dungeons zijn tevens van de partij en hoewel wat meer klassiek in opzet, lijken ze toch meer op de Divine Beasts dan de uitgebreide labyrinten van weleer. Wat ook niet helpt, is dat deze dungeons qua verhaal allemaal dezelfde structuur volgen met hun respectievelijke personages. De eerste twee keer gaat het nog wel, maar na nummer vier wil je er eigenlijk zo snel mogelijk vanaf zijn.

Ambitie heeft een prijs

Dat brengt ons bij een andere spreekwoordelijke olifant in de kamer, een onderwerp waar we eigenlijk ietwat in dubio over zijn. Aan de ene kant is het namelijk een godswonder dat Tears of the Kingdom – met al z’n diepgaande en complexe vaardigheden, een gigantische open wereld met dag/nachtcyclus, weersomstandigheden en fysica – überhaupt draait op de veredelde tablet die de Nintendo Switch is. Het werkt allemaal fantastisch met elkaar samen, zonder bugs of crashes. Het moet een rotkarwei zijn geweest om dit allemaal te testen en dat het zo subliem werkt is een enorm compliment waard. Maar de realiteit is echter ook dat Tears of the Kingdom – ondanks de werkelijk prachtige semi-cellshaded artstyle – op technisch gebied niet moeders mooiste is.

Qua target resolutie beoogt Tears of the Kingdom 720p te behalen, maar je ziet al in de eerste minuten van gameplay dat die resolutie dynamisch teruggeschroefd wordt om het allemaal draaiende te houden. Op het scherm van de Switch OLED zelf is dit nog enigszins te behappen door de pixeldichtheid van het scherm, maar op een grote televisie valt dit meteen op. Anisotropische filtering staat zo goed als niet aan en daarom zul je met regelmaat texturen op de grond pas scherp zien worden als je er overheen wandelt. Voor de performance is het doel 30 frames per seconde, maar dat doel wordt met regelmaat niet gehaald. Zeker als je met Ultrahand aan het knutselen bent, dipt de framerate enorm en heeft de Switch moeite om het allemaal bij te benen. Jammer, want een game als Tears of the Kingdom verdient in dat opzicht veel en veel beter.

Conclusie

Zo, we hebben er ruim 6 jaar op moeten wachten, maar het volgende avontuur van Link is gearriveerd en Nintendo mag trots zijn: het is een geweldig avontuur geworden. Onze held moet het wederom opnemen tegen de boosaardige Ganon en begeleid door een uitgebreide en vermakelijke main quest word je voor minimaal 40 uur van hot naar her gestuurd en beleef je allerhande verhalen. Bewapend met een aantal briljante vaardigheden ga je deze uitdagingen te lijf en kun je de hordes vijanden aanpakken met creatieve wapens en - waarom ook niet - je eigen tank, mocht je dat voor elkaar krijgen. De nieuwe set aan skills werken fantastisch en belonen improvisatie en creatief denken, niet alleen met nieuwe wapens, materialen en gevonden schatten, maar ook omdat het gewoon zo bevredigend is als je uitgekiende plannen, tactieken en creaties werken zoals je voor ogen had. De dungeons laten helaas nog wat te wensen over en op het gebied van performance is het helaas ook niet geweldig. Maar dat is dan ook alles wat we over deze game te klagen hebben, want verder heeft Tears of the Kingdom heel, héél veel in z'n mars en is dit nu al één van de beste games van 2023.

Pluspunten

  • Vermakelijk verhaal
  • Gigantische open wereld met enorm veel content
  • Prachtige artstyle
  • Super soundtrack
  • Bouwen met Ultrahand
  • Nieuwe vaardigheden
  • Creatieve puzzels
  • Technisch wondertje...

Minpunten

  • ...die op het gebied van performance wel z'n tol eist
  • Dungeons niet bijster bijzonder

9.0