Later dit jaar kunnen we opnieuw in de fascinerende wereld van Avatar gaan vertoeven, ditmaal in de vorm van een game die de naam Avatar: Frontiers of Pandora heeft gekregen. De release komt dichterbij en dus laat ontwikkelaar Massive Entertainment steeds meer los over de game. In een interview met IGN sprak regisseur Ditte Deenfeldt over het perspectief van zijn spel.

Avatar: Frontiers of Pandora maakt gebruik van een first-person perspectief, maar de vraag is al meermaals gesteld of een third-person perspectief hier niet beter was geweest. Deenfeldt vindt echter van niet:

“We want you to get up close to nature, which is kind of the main character to some degree in the game, and the very best way of doing that is being in first-person. We want you to feel immersed and feel like you’re really on Pandora.”

Wanneer je door de lucht zweeft, verandert de game echter wél naar een third-person perspectief, opnieuw omdat dit perspectief er (in die situaties) voor zorgt dat je meer opgezogen wordt door de wereld rondom je. Drew Rechner legt uit:

“We decided to use the third-person camera for the Ikran and the Direhorse because of the framing it provides on the world. We really liked that [field of view] change. You can see a lot of the tree branches, the leaves and all of those things from the wings in the third person that you wouldn’t really be able to see if you were in the first person. And the same thing when you cut through the waterfalls with your wings, you get to see that part of the [Ikran] get wet, and you see the water runoff. Those kinds of details, I think, would be really difficult to see [in first-person].”

Of je nu fan bent van de perspectieven in kwestie of niet: we zullen moeten accepteren dat dit nu eenmaal de creatieve keuzes zijn van het team. Als we hen mogen geloven, komt het de immersie immers ten goede.

Avatar: Frontiers of Pandora verschijnt op 7 december, lees meer in onze preview.