Column: Mijn obsessie voor de beste game aller tijden: Final Fantasy VII – We gaan terug naar het jaar 1997. Het jaar dat Google.com werd gelanceerd, het jaar dat we nog een Elfstedentocht hadden. Lady Diana kwam om bij een ongeluk in Parijs, Marco Borsato’s album ‘De Waarheid’ vloog als warme broodjes over de toonbank en we gingen massaal naar de bioscoop om naar een zinkend schip te kijken, want Titanic van James Cameron brak alle records. In hetzelfde jaar speelde Monica Lewinsky met de sigaar van Bill Clinton en won Jan Ullrich als eerste Duitser de Tour de France. Voor mij zal dit jaar altijd de boeken ingaan als mijn eerste, en zeker niet mijn laatste, kennismaking met de beste game ooit gemaakt: Final Fantasy VII. Pas op: dit artikel kan wat spoilers bevatten.

Wat begon als een teleurstelling…

Ik werkte vanaf oktober 1997 bij de V&D in Den Haag en kwam met deze game in aanraking. Een Aziatische collega sprak vol lof over de game en ik liet me overtuigen om het spel ook aan te schaffen. Van mijn eerste echte salaris kocht ik het spel, wat drie schijfjes bevatte en een boekje met uitleg. Bij thuiskomst stopte ik de eerste disc in mijn good-old PlayStation en liet ik me betoveren door de muziek en het waanzinnig mooie introductie filmpje, wat voor mij in die tijd het mooiste was wat ik ooit op een spelcomputer had gezien. Tegenwoordig weten we door games als Uncharted wel beter, maar voor die tijd waren vooral de cut-scènes geweldig om te zien. In de game kwam de trein aan in Midgar en Cloud sprong er vanaf: het zou het begin zijn van een episch avontuur wat vandaag de dag nog altijd vers in mijn geheugen zit. Het plezier was voor mij in eerste instantie echter van zeer korte duur. Sterker nog, ik wilde de game terugbrengen omdat ik tegen twee dingen aanliep…

Allereerst had ik het ‘probleem’ dat mijn memory card vol zat. In die tijd was het nog nodig om de voortgang in games op een memory card op te slaan. Ik kwam bij een opslagpunt terecht en kon mijn game niet opslaan, het geheugen was vol. Vervolgens heb ik de game afgesloten, mijn memory card leeg gemaakt en toen nog met redelijke tegenzin de game weer opnieuw opgestart. Weer doorgespeeld tot het opslagpunt en toen kon mijn eerste baasgevecht van de game beginnen. Aangezien Final Fantasy VII mijn eerste echte RPG was die ik speelde, en ik daarvoor alleen maar games speelde waarbij ik mijn personage als een soort kamikaze figuur door een level heen probeerde te sturen, liep ik dus in dit baasgevecht meerdere keren tegen het Game Over-scherm aan. Ik deed de game uit en was redelijk teleurgesteld, ik had me voorgenomen om het aan mijn collega te vragen de dag erna.

… groeide uit tot een verslaving

De dag erna, in de kantine, had ik de lachers op mijn hand toen ik vertelde hoe ik de schorpioen wilde verslaan. Hij stikte bijna in zijn zelfgemaakte loempia. Ik moest volgens hem leren dat ik ook een soort van verdediging moest gebruiken en op de juiste momenten moest toeslaan om het gevecht te winnen. Een andere jongen die bij ons aan tafel zat spitste zijn oren, ook hij had problemen met de eerste baas in het spel. Tot dat moment had ik amper een woord gewisseld met die jongen, maar vervolgens ontstond er door Final Fantasy VII een leuke vriendschap en we werden meer dan alleen collega’s. Sterker nog, hij is op dit moment nog steeds één van mijn vrienden, allemaal dankzij een game. Met de tips van die ene collega moest het wel goed komen. In die avond heb ik als een malle mijn bord leeggegeten en ik was klaar voor de strijd met die rode schorpioen die mij elke keer een kopje kleiner maakte.

Het lukte, ik had de baas verslagen en moest als de bliksem de reactor verlaten voor de tijd om was. Ik liet me volledig meeslepen in het geweldige verhaal wat deze game rijk is. Ik raakte verslaafd aan de game. Elk vrije uurtje dat ik had bracht ik door in Midgar. Ik ontdekte meerdere personages, ik doorliep het hele verhaal. Op vrijdagavond als vrienden wilden gaan stappen, zat ik achter mijn PlayStation om een Chocobo te vangen, of om spelletjes te spelen in de Gold Saucer. Ik heb later ook nog bij de Gameshop in Den Haag de officiële strategiegids gekocht om niks van de game te hoeven missen. Ook heb ik toentertijd de soundtrack laten importeren vanuit Japan om alle muziek ook op mijn stereotoren af te kunnen spelen. Daarnaast stonden verschillende action figures van de game stof te verzamelen op de plank boven mijn televisie.

Een echte badguy

Niet alleen het verhaal was geweldig, ook de verschillende personages waren van een uitzonderlijk hoog niveau. Met Final Fantasy VII kreeg ik ook voor het eerst een echte badguy tegenover me. Als eindbaas kende ik immers vooralsnog alleen Bowser die elke keer weer die domme, naïeve prinses te pakken kreeg. Sephiroth is voor mij nog altijd de beste slechterik in een game of film, al kwam Heath Ledger’s Joker aardig in de buurt. Sephiroth heeft ook gezorgd voor de meest memorabele scène ooit voor mij persoonlijk in een game. Ik heb toentertijd zelfs een aparte save file aangemaakt om deze scene meerdere keren te kunnen bekijken en vooral te beleven. Voor een ieder die het origineel niet gespeeld heeft en fris in de remake wil duiken, zal ik verdere specifieke anekdotes hieromtrent achterwege laten.

Overigens was ik niet dol op alle personages die speelbaar waren. Ik vond Caith Sith persoonlijk erg irritant, Yuffie heb ik dan wel te pakken gekregen, maar daar speelde ik op het hoofdstuk in Wutai na, amper tot niet mee. Voor Vincent Valentine, wat ook niet een standaard personage was, heb ik meer moeite gedaan dan dat ik daadwerkelijk met hem gespeeld heb. Maar met de pratende wolfachtige Red XIII, de rondborstige Tifa, alles-kunner-piloot Cid, het opgefokte standje Barret, het bloemenmeisje Aerith en uiteraard de superheld Cloud, heb ik de game wel tot een goed einde weten te brengen. Maar wat een reis heb ik afgelegd in alle uren die ik in de game gestopt heb.

Memorabele momenten

Alleen maar roepen dat het verhaal zo goed is, of de personages zo tof zijn, dat maakt een game nog niet de beste game aller tijden. Voor mij zat het zevende deel uit de Final Fantasy-reeks ook vol met memorabele momenten. Als voorbeeld het hele hoofdstuk dat Cloud zich moest verkleden als vrouw om Don Corneo te verleiden. Het eindeloos zoeken naar de juiste noten om Chocobo’s te kweken, daarmee te racen, de Chocobo’s te laten paren om zo na verloop van tijd eindelijk een gouden Chocobo te krijgen… Met die gouden Chocobo de meest begeerde ‘Knights of the Round Table’ bemachtigen en deze keihard inzetten bij alle baasgevechten. Het verzamelen van alle Limit Breaks van de personages, alsook alle Summons te pakken krijgen. Het gevecht met Ruby en Emerald. Ruby heb ik helaas nooit kunnen verslaan, Emerald wel. Alle verschillende locaties, van Costa del Sol tot Nibelheim en van Fort Condor tot Mideel, elke locatie is memorabel met zijn eigen herkenbare muziek.

Zoals eerder aangehaald liep ik ook graag rond in de Gold Saucer. Onder andere om op Battle Square verschillende gevechten aan te gaan voor Clouds ultieme Limit Break: Omnislash. Of ik was druk bezig met het verzamelen van zo veel mogelijk Hero drinks, die erg goed van pas kwamen in de gevechten met Emerald en Sephiroth. De meerdere gevechten met het Ultimate Weapon, wat ervoor zorgde dat je na afloop het sterkste zwaard voor Cloud bemachtigde… Het upgraden van je meerdere Summons, Enemy Skills en magie, eigenlijk kan ik nog uren doorgaan met vertellen wat ik zo geweldig vind aan deze game, maar om het in een paar woorden samen te vatten: Verhaal, muziek, personages, sfeer, locaties en de variatie. Ik ben zo gek op deze game dat ik hem later opnieuw heb aangeschaft op mijn PS3, PS4 en ook nog een keer op mijn PS Vita, en die pak ik er regelmatig nog bij om even te spelen.

En hoe nu verder?

We gaan nog een keer terug in de tijd. Het is inmiddels 2015. Ik mocht van mijn toenmalige werkgever naar de grootste gamebeurs ter wereld, de E3 in Los Angeles. En of het zo moest zijn, juist op deze E3 werd met een schitterend filmpje de remake officieel aangekondigd. Mijn enthousiasme terwijl ik door L.A. heenliep was enorm groot en ik wilde zelfs een tattoo laten zetten met iets van de game die mij al vanaf 1997 weet te betoveren, alsook als aandenken aan mijn geweldige trip naar Californië. Het is dat ze bij de tattooshop waar ik naar binnen liep een wachtrij hadden, anders was de inkt echt mijn huid ingegaan. Mocht de remake mij weten te betoveren, dan neem ik alsnog die tattoo, dat beloof ik bij dezen.

Binnen enkele weken kan ik eindelijk met de remake aan de slag. Uiteraard heb ik de demo ook gespeeld, meerdere keren zelfs op de verschillende manieren qua besturing en niveau. Ik heb echt genoten van de beelden die op mijn scherm voorbij kwamen en de demo smaakt naar zo veel meer. Audiovisueel ziet het er zo gelikt uit, ook de voice-acting heeft mij zeker niet teleurgesteld. Wij van de redactie kunnen ook bijna niet meer wachten, zoals te lezen is in onze preview. Het gaat hopelijk helemaal goed komen met deze game, alleen vind ik het wel jammer dat we hierna waarschijnlijk weer jaren moeten wachten tot de volgende episodes verschijnen. Maar goed, zodra ik mijn Collector’s Edition binnenkrijg op 10 april, speelt zich in mijn hoofd alvast het bekende deuntje van de Victory Fanfare af. Dat worden weer uren spelen, genieten en meeleven! Laat het maar snel 10 april 2020 zijn.