Review | Guardians of the Galaxy – “Everybody wants to rule the world,” zongen de heren van Tears For Fears vol overtuiging in 1985. Het publiek ging uit zijn dak en besefte ergens diep in het onderbewustzijn dat de band gelijk heeft. De Guardians of the Galaxy willen tijdens hun doldwaze avonturen dan wel vooral snel geld verdienen, stiekem verlangen ze er eveneens naar om hun stempel op onze aardbol te drukken – en, zoals de naam al aangeeft, ook ver daarbuiten. Dit begint overigens aardig te lukken. Op het witte doek wisten Peter Quill en zijn kompanen alvast miljoenen harten te veroveren; en zelfs de obscure comics van weleer gaan inmiddels gretig over de toonbanken. Enkel op vlak van videogames bleef het lang stil rond de Guardians. Tijd voor ontwikkelaar Eidos Montréal om een gooi naar het wereldheerschappij te doen.

Van een zootje ongeregeld tot een heldhaftig zootje ongeregeld

Een bonter allegaartje dan de Guardians of the Galaxy zal je niet snel in het universum terugvinden. Voormalig aardbewoner Peter ‘Starlord’ Quill heeft dan ook een aantal knotsgekke figuren om zich heen verzameld. Voor wie zijn ondertussen iconische teamgenoten nog niet kent: je hebt de groene sluipmoordenares Gamora, de iets té serieuze spierbundel Drax, de tot de tanden bewapende wasbeer Rocket en Groot, een uit de kluiten gewassen boom die kan praten (met een wel érg beperkte woordenschat). Met zijn vijven trekken ze van de ene uithoek van het heelal naar de andere, op zoek naar werk om geld en een reputatie bij elkaar te sparen. Wanneer Guardians of the Galaxy uit de startblokken schiet, staan de titulaire helden echter vooral bekend als een stelletje mislukkelingen.

Vastbesloten om hier verandering in te brengen, dringen Quill en co. een quarantainezone binnen, vol achtergelaten scheepswrakken en ongebruikt oorlogstuig. Quill kreeg een tip van een twijfelachtige bron, die stelde dat een monsterlijk wezen zich tussen de brokstukken zou schuilhouden. De Guardians hopen het beest levend te vangen, om hem vervolgens te verpatsen aan een notoir monsterverzamelaar. Kassa kassa én een broodnodige imagoboost. Uiteraard verloopt niet alles zoals gepland. Een uur later worden de Guardians monsterloos opgepakt door het Nova Corps, een soort interstellaire politiedienst, die hen prompt een zware boete aansmeert. De Guardians trekken erop uit om snel het nodige geld bij elkaar te krijgen… en leggen en passant een gevaarlijke samenzwering bloot.

Ik was oprecht zeer aangenaam verrast door het verhaal in Guardians of the Galaxy. De game neemt zichzelf lang niet altijd serieus en pakt uit met een doldwaas avontuur, dat geen seconde verveelt en bovendien enkele aangename verrassingen in petto heeft. Daarnaast legt Eidos Montréal regelmatig het plot stil om tijd te maken voor welkom karakterwerk. De Guardians mogen dan wel een team zijn, dat wil niet zeggen dat ze te allen tijde perfect op elkaar ingespeeld zijn – of elkaar zelfs volledig vertrouwen. Bijgevolg zijn ze continu aan het bekvechten, waarbij op humoristisch vlak perfect het evenwicht tussen oprechte hilariteit en pijnlijke cringe gevonden wordt. Comicfans zullen smullen van de talrijke referenties, al worden ook nieuwkomers met onder andere een encyclopedie niet aan hun lot overgelaten.

Een kleurrijk universum

Guardians of the Galaxy is in feite evenzeer Star Wars als Star Trek. Daarmee bedoel ik dat de game evenveel tijd besteedt aan chaotische actiescènes als aan tragere segmenten, waarin je rustig de omgevingen kan verkennen. Dit laatste onderdeel maakt het meeste indruk. Eidos Montréal heeft een divers en uitermate kleurrijk universum in elkaar geknutseld, dat gewoon smeekt om in kaart gebracht te worden – terwijl je mede-Guardians je uitlachen omdat je afwijkt van het gewenste pad, uiteraard. De eerder vermeldde quarantainezone is een labyrint met veel verticaliteit, bij elkaar gehouden door iets dat zich nog het best laat omschrijven als duizenden kubieke meters roze kauwgom. Knowhere is dan weer een enorme zwarte markt, knetterend van (vaak illegale) activiteiten. Geloof me, je zal je ogen uitkijken.

Het helpt ook dat het allemaal vlot speelt en er overwegend goed uitziet. Ons PS5-exemplaar draaide stabiel op 60fps en maakte bovendien indruk door knappe artistieke stijl van de game. Vooral levels in de open lucht zien er erg mooi uit, met heldere kleuren die nog net niet van het scherm springen in een 4K-resolutie. In de quarantainezone is het bijvoorbeeld moeilijk om niet regelmatig stil te staan, met open mond om je heen te kijken en de talrijke haarscherpe details in je op te nemen. Indoor levels zijn iets minder indrukwekkend – daar voelt het immers snel wat veel hetzelfde aan – en textures durven van dichtbij al eens af te zwakken in resolutie, maar nooit op zulke wijze dat je uit de ervaring gehaald wordt. Guardians of the Galaxy verdient wat mij betreft op vlak van artstyle en leveldesign alvast een dikke pluim, maar kon technisch in dat opzicht wat beter.

De Guardians zelf mogen er ook zijn, al is het net als in de Avengers game even raar opkijken als je de acteurs uit het MCU gewend bent. Starlord onderscheidt zich met zijn blonde lokken bijvoorbeeld het duidelijkst van de Chris Pratt versie uit de films, maar ook de rest van het gezelschap is een nieuwe interpretatie. De stemacteurs geven stuk voor stuk het beste van zichzelf, met doorleefde vertolkingen die niet moeten onderdoen voor hun Hollywood tegenhangers en zo de geloofwaardigheid flink de hoogte in jagen. Ook de soundtrack, die traditiegetrouw bestaat uit een karrenvracht aan klassieke songs uit de jaren ‘80, mag er zijn. Nummers als ‘Everybody Wants To Rule The World’, ‘Where Eagles Dare’, ‘Never Gonna Give You Up’… maken het schiet- en slachtwerk net iets aangenamer.

Guardians gotta guard

Tot dusver ben ik uitermate positief over Guardians of the Galaxy. Er valt echter nog een kritische noot te kraken, die zich uitsluitend situeert in het gameplay departement. In Guardians of the Galaxy kan je niet wisselen tussen personages of samen met een vriend in coöp de wapens opnemen. Jij speelt louter als Starlord, de leider van het gezelschap en dus ook de persoon die beslist wat er te allen tijde moet gebeuren. Je stuurt de anderen aan in gevechtssituaties en maakt door het verhaal heen allerlei keuzes die gevolgen kunnen hebben op de gemoedsgesteldheid van je kompanen of het daaropvolgende level in een subtiel andere richting kunnen sturen. Wereldschokkend worden deze consequenties weliswaar nooit, maar ze geven je rol als leider meer gewicht en jagen de herspeelbaarheid ietwat omhoog.

De eigenlijke combat kon mij echter niet helemaal overtuigen. Starlord beweegt iets te log en voelt zeker in de beginfase erg beperkt aan op vlak van mogelijkheden. Je schiet met twee pistolen, die naarmate de game vordert meerdere soorten munitie kunnen afvuren. Denk bijvoorbeeld aan ijs, om tegenstanders kortstondig mee te bevriezen. Verder kan je vuisten en voeten inschakelen, dankzij je jetboots door de lucht zoeven en met een welgetimede druk op de O-knop een ontwijkmanoeuvre inzetten. Redelijk basic, dus. En dat veranderde naar mijn gevoel niet echt wanneer ik gaandeweg meer moves vrijspeelde. De vijanden worden steeds gevarieerder, zowel in lichaamsgrootte als vereiste aanpak. Daar zouden strategische confrontaties tegenover kunnen staan, maar in realiteit is het vooral button bashen.

Je kan uiteraard ook een beroep doen op je team in deze gevechten, al was ik daar eveneens teleurgesteld door het gebrek aan diepgang. Je kan elke Guardian instrueren om een aantal moves uit te voeren op een doelwit naar keuze. Groot kan bijvoorbeeld zijn wortels gebruiken om vijanden aan de grond te nagelen, waarna je Rocket kan vragen om een uit de kluiten gewassen explosief op de smeerlappen te gooien. Heel precies is dit aansturen echter niet en in chaotische situaties verlies je al eens het overzicht. Bovendien is de AI van je kompanen niet zo sterk. Ze leggen soms snel het loodje, waarna je alleen echt een vogel voor de kat bent. De ‘huddle’ mogelijkheid vond ik wél geslaagd. Hierin roep je de Guardians bij elkaar voor een peptalk, die mits het kiezen van de juiste woorden voor opzwepende eighties muziek en een bijbehorende damage boost zorgt.

Gereviewd op: PlayStation 5.
Ook beschikbaar op: PlayStation 4, Xbox One, Xbox Series X|S, Nintendo Switch en pc.

Conclusie

Met Guardians of the Galaxy levert Eidos Montréal een ware liefdesbrief aan het olijke Marvelteam af. Het knap uitgeschreven verhaal is van begin tot einde de moeite waard, dankzij enkele knotsgekke situaties en veel aandacht voor de personages, die achter hun komische uiterlijk vaak met heel wat tragiek worstelen. Je verkent verschillende uithoeken van een erg kleurrijk heelal en die exploratie wordt de moeite waard gemaakt met prima leveldesign en (vooral in outdoor locaties) uitstekende graphics. Op vlak van gameplay moet Guardians of the Galaxy echter aan kwaliteit inboeten. Er valt absoluut plezier te beleven aan de chaotische actietaferelen, maar het gevechtssysteem mist diepgang en de AI van je teamgenoten had beter gekund. De Guardians hebben hun entree echter niet gemist en mogen met opgeheven hoofd de PS5 onveilig maken.

Pluspunten

  • Prima verhaal
  • Aandacht voor karakterontwikkeling
  • Nadruk op exploratie
  • Technisch prima

Minpunten

  • Combat mist diepgang
  • Grafisch niet perfect

8.0