DLC Special: Resident Evil VII – End of Zoe & Not a Hero – Het is inmiddels alweer bijna een jaar geleden dat Resident Evil VII mij de stuipen op het lijf joeg. Capcom deed met die titel wat tot op dat punt zowat voor onmogelijk gehouden werd: een franchise die al jaren fans verloochende met een meer actiegerichte aanpak terug op het juiste pad krijgen. Resident Evil VII was bij vlagen gewoonweg moordend. De game wisselde vloeiend af tussen subtiel nagelbijten en een grotesk gorefest, en slaagde er zo in om zelfs de grootste scepticus voor zich te winnen. Nu rondt Capcom het hele avontuur af met de meest bizarre zet die ze hadden kunnen bedenken: een terugkeer naar de actievolle gameplay uit de voorgaande delen. En raad eens? Het is eigenlijk zo slecht nog niet.

Op zijn bakkes!

End of Zoe werd op voorhand gepromoot als een soort van epiloog, een laatste wending aan het hoofdverhaal dat de ongelukkige Bakers – het gezin dat in Resident Evil VII geïnfecteerd werd met een experimenteel virus en zo in monsters veranderde – definitief ten grave zou dragen. Dat de uitbreiding daarvoor expliciet het medium van de foute B-film zou kiezen, had ik niet meteen durven voorspellen. De DLC stelt ons voor aan Joe Baker, de tot dusver onvermeld gebleven broer van pater familias Jack, die in het moeras op het zwaar aangetaste en noch amper levende lichaam van zijn nichtje Zoe stuit. Woedend trekt hij erop uit om een geneesmiddel te vinden. En wee degene die hem een strobreed in de weg durft leggen.

Wie gedacht had dat Zoe – toch het enige lid van de Baker familie dat je in de hoofdgame een helpende hand toestak – in deze DLC de schijnwerpers zou opeisen, komt dus bedrogen uit. Zoe speelt een speciale gastrol als een gemummificeerde ijskoningin, dat wel, maar neemt nooit het recht in eigen handen. Die rol wordt toebedeeld aan Joe Baker, een hillbilly pur sang met een lange vettige baard en – zo vermoed ik – een meer dan bovengemiddelde dosis alcohol in zijn bloedvaten. Wapens heeft hij niet nodig; de geïnfecteerde snoodaards die hij op zijn pad tegenkomt, gaat hij onbevreesd te lijf met zijn blote vuisten. Raakt-ie gewond? Dan propt hij zonder verpinken een duizendpoot in zijn mond om zijn levensbalk weer aan te vullen.

Mannelijker dan Joe Baker zullen we onze videogame protagonisten niet snel aantreffen. Voorzien van een stevigere lijfgeur ook niet, vrees ik. Maar goed, jij zit achter de joysticks en mag boosaardig lachend een pad van vernieling trekken door een moeras vol zombies. Dat de vijanden die je tegenkomt voornamelijk varianten zijn op de kleurloze teermonsters uit het hoofdverhaal is een tegenvaller, maar niet onoverkomelijk. Die smeerlappen verdienen het om tot moes geslagen te worden en dat maakt de knokpartij bij vlagen erg bevredigend. En het moet worden gezegd: de besturing valt verdomd goed mee, zeker als je bedenkt dat first-person mêlee combat in veel games nog steeds een pijnpunt vormt.

De abrupte switch naar een semi-komische toon is er één waar ik minder begrip voor kan opbrengen. In aparte modi kan zoiets nog door de beugel, maar wanneer je DLC uitbrengt die een rechtstreeks vervolg breidt aan de hoofdgame, zou je toch op zijn minst dezelfde sfeer moeten oproepen. Al is het maar om de continuïteit te respecteren. De omgevingen zien er nog steeds semi-fotorealistisch (en dus heerlijk smerig) uit, al hebben we dit soort levels inmiddels al eerder gezien. De snel uit de grond gestampte legerbasis die Joe op zijn avontuur kruist biedt weliswaar afwisseling, maar echt buiten de lijntjes kleuren zit er niet in.

Chris is back in town

Het opduiken van Chris Redfield zal op het einde van de hoofdgame ongetwijfeld voor gejuich gezorgd hebben bij Resident Evil fans. Het tweede DLC-pakket pakt de draad onmiddellijk na die laatste cut-scène weer op en stuurt jou – in de laarzen van Chris Redfield himself – achter Lucas Baker aan, de psychopaat en die hard Saw fan die in Resident Evil VII nog door de mazen van het net wist te glippen. Chris trekt hiervoor tot de tanden gewapend de mijnen in en mag zich daar door een klein legertje geïnfecteerden knallen, terwijl hij tegen wil en dank een pion wordt in Lucas’ nieuwste, explosieve spelletje. Spectaculaire plotwendingen of verrassende onthullingen hoef je hier niet te verwachten. Wel een rechttoe rechtaan Resident Evil avontuur, dat opnieuw de focus legt op een meer actiegerichte aanpak.

In eerste instantie stelt Not a Hero teleur. Je start met een rugzak vol wapens en voelt dus nooit de dreiging die van de hoofdgame zo’n memorabele ervaring maakte. Bovendien vormden de mijnen met voorsprong de minst geïnspireerde achtergrond uit Resident Evil VII, dus dit is niet bepaald een hartelijk weerzien. Al snel kom je er echter achter dat Chris Redfield absoluut geen doetje is, zoals Ethan dat wél was. Zijn stappen zijn een stuk zelfverzekerder en het mikken verloopt een stuk intuïtiever, waardoor je je binnen de kortste keren weer de topagent waant uit de voorgaande games. De vijanden blijven relatief saai en kleurloos, maar de manier waarop je je letterlijk een weg door hen heen mag knallen, is dat allerminst.

En bij Capcom proberen ze op zijn minst voor variatie te zorgen. Dit doen ze door bepaalde omgevingselementen te introduceren, die de hartslag hier en daar toch de hoogte in weten te jagen. Zo zijn bepaalde ondergrondse gangen volgelopen met een giftig gas, waardoor je snel op zoek moet naar een uitgang, anders verander je zelf in zo’n geïnfecteerde griezel. Ook leuk is de helm die Chris gedurende het spel opzet. Deze tovert behoorlijk wat informatie op de hoeken van je scherm, wat deze uitbreiding een heel eigen uitstraling bezorgt. Je waant je verdorie bijna in een Aliens-film. Toegegeven, Capcom vindt hier nergens het wiel opnieuw uit, maar die paar extra uurtjes bieden toch voldoende vertier.

Conclusie

Resident Evil VII, maar dan minder angstaanjagend en meer actiegericht. Zo kan ik zowel End of Zoe als Not a Hero omschrijven. Die eerste legt de nadruk op mêlee confrontaties, terwijl die laatste meer de richting van een standaard horror shooter opgaat. Initieel is dit behoorlijk teleurstellend. De hoofdgame moest het namelijk hebben van zijn subtiele scares en een sfeertje dat langzaam maar zeker genadeloos onder je huid kroop. Is die hoofdgame een maaltijd in een vijfsterrenrestaurant, dan zijn deze uitbreidingspakketten de hamburgers die je achteraf in de McDonalds gaat halen, omdat je met die kleine porties in toprestaurants toch nooit genoeg gegeten hebt. Nergens krijg je de kwaliteit die je eerder voorgeschoteld kreeg, maar verdomd als het op zich niet lekker genoeg is. Laat deel 8 maar komen.