Gespeeld: Assassin’s Creed: Valhalla – In 2017 besloot Ubisoft om een nieuwe richting in te slaan met de Assassin’s Creed franchise die meer actie-rpg georiënteerd was. Een goede beslissing, want de game (Origins) werd door de fans en media omarmd en dat was de bevestiging dat men de juiste keuze had gemaakt. Een nieuwe standaard werd gezet en die vervolgde de ontwikkelaar en uitgever met Assassin’s Creed: Odyssey. Vorig jaar moesten we het even zonder een nieuw deel doen, maar eind dit jaar keert de serie weer terug. We wisselen de zonnige gebieden in en gaan naar het noorden waar het ditmaal om de Vikingen draait. De game verschijnt dit najaar en wij konden er al even mee aan de slag.

Het druilerige Engeland

Het is eigenlijk best bijzonder dat we nooit eerder het oude Engeland hebben bezocht in Assassin’s Creed op deze schaal. Zoals iedereen wel weet was Engeland ‘back in the days’ een eiland dat bestond uit een grote hoeveelheid koninkrijken die continu mot met elkaar hadden. Tot overmaat van ramp kwamen vervolgens ook de Vikingen nog even een kijkje nemen die de onrust die her en der heerste in hun voordeel wisten te gebruiken. Vikingen zijn de laatste jaren steeds populairder geworden, mede dankzij de tv-series en de varianten daarvan. De timing kon dus niet beter en de eerste indruk die we hebben is samen te vatten tot één woord: verfrissend.

Het is niet dat we Origins en Odyssey al beu zijn, maar met een speelduur die makkelijk de honderd uur voorbij gaat in gebieden die ergens wel te vergelijken zijn – het is er immers altijd zonnig – kan het geen kwaad om een keer een compleet andere locatie te bezoeken. Precies daarom voelt Assassin’s Creed: Valhalla qua setting verfrissend aan. De typische Engelse velden met overal stenen muurtjes ogen heel erg herkenbaar tegen de heuvelachtige achtergrond, met meer dan eens rotspartijen en drassige moerassen. Vanzelfsprekend is het veelal erg regenachtig en daardoor tref je ook veel kleine en grote rivieren dwars door het land.

Het Engeland van toen wordt naar eerste indruk goed gepresenteerd met typische dorpjes, steden, burchten, de natuur er omheen en ga zo maar door. Het voelde als echt wat nieuws daar waar Odyssey in vergelijking met Origins veel meer overeenkomsten had – afgezien van de woestijnen uiteraard. En dan te bedenken dan we enkel een paar uur in ‘East-Anglia’ gespeeld hebben en dat we de thuisbasis van de Vikingen nog niet eens gezien hebben. Dat zal er natuurlijk compleet anders uitzien, gezien Scandinavië aanzienlijk meer bergachtig is. Zeker als we het over Noorwegen hebben, dus daarin zullen we naar verwachting nog meer variatie gaan zien.

Ook kunnen we je vertellen dat het gebied dat we betraden van behoorlijke omvang was, te vergelijken met een gemiddelde provincie in Assassin’s Creed: Odyssey. In het betreffende gebied zagen we vooral de natuur met her en der wat plaatsen, groot en klein. Gezien de uitgestrektheid hiervan en we slechts een klein gedeelte van de totale map hebben gezien, kunnen we je nu al toezeggen dat de gehele wereld van enorme proporties zal zijn. Gelijk tijdens het spelen ontstond weer die drang om de wereld te verkennen, want het zit uiteraard vol met geheimen, willekeurige ontmoetingen en andere activiteiten.

Jezelf vestigen in Engeland

Maar veel van de omgeving is nog in nevelen gehuld, dus daarvoor zullen we moeten wachten tot de game uitkomt. Wel hebben we al een glimp van het verhaal opgevangen. Zo waren we in de betreffende provincie bezig om een rivaliserende Viking uit te schakelen. Dat met als doel om de koning van het gebeid te bevrijden, hem te zien trouwen en vervolgens de troon te zien bestijgen. Niet geheel toevallig kan Eivor – de protagonist – het goed met deze jongeman vinden en om het compleet te maken trouwt de beste man met een vrouw van de Vikingen om zo de alliantie te bezegelen. En dat is waar het in Assassin’s Creed: Valhalla onder andere om draait.

In de negende eeuw zul je als Eivor met je metgezellen Engeland bezoeken met als doel om je daar te vestigen. Als clanleider heb je veel zeggenschap over wat je clan doet, maar lang niet alle Engelsen zien jou graag komen. Het is in die zin belangrijk om samenwerkingen aan te gaan met belangrijke personen die jouw komst wel zien zitten of die er persoonlijk baat bij hebben. Die mensen, zoals de genoemde koning, zijn er zeker, maar je zult je moeten bewijzen, want de algemene tendens is dat Vikingen vooral komen om de boel te bestelen en plat te branden. Dat gaat niet voor iedereen op en dus krijg je met tegenstand te maken, gezien je toch een Viking bent.

Hoe het verhaal zich precies zal ontwikkelen is afwachten, gezien we een fragment uit de game gespeeld hebben. Wel benadrukte Ubisoft dat allianties smeden een belangrijk aspect van de gameplay vormt. Met name omdat het Engeland van toen uit veel gebroken koninkrijken bestond, die allemaal ruzie met elkaar hadden. Dat kan je in de game natuurlijk in jouw voordeel gebruiken. Daarin zullen variaties kunnen ontstaan qua ervaring, want je zult net zoals voorheen ook nu weer keuzes moeten maken. Hierbij hebben de keuzes dermate veel invloed, dat ze een effect hebben op je vrienden en vijanden en dus kan dat resulteren in complexe situaties. Maar geen zorgen, als gehard Viking weet je ook daar wel raad mee en dus zal het meer dan eens tot een gevecht komen.

Agressief volk

De Engelsen die we hebben ontmoet in de game zijn over het algemeen een vrij agressief volkje, maar wat wil je ook? Je bezoekt hun land en wil je daar vestigen, en dat ziet niet iedereen zitten natuurlijk. Het gevolg is dat Eivor veel vijanden heeft en dat heeft als effect grootschalige gevechten, maar ook kleine willekeurige gebeurtenissen. Her en der in de wereld vind je – zoals gebruikelijk – nederzettingen met vijanden die je direct aanvallen omdat ze hun gebied willen beschermen. Maar ook ontbreekt het niet aan bandieten die zich ophouden in de moerassen en bossen. Het is altijd aan jou of je het gevecht met ze aangaat, maar weet wel dat ze niet van pottenkijkers houden en dat ze je te grazen nemen zodra ze je zien.

In die zin klinkt het allemaal best wel herkenbaar en dat is het ook. Ubisoft wijkt in Assassin’s Creed: Valhalla zo op het eerste oog niet af van de vele willekeurige encounters en de activiteiten in de bush bush. Het is vrijwel altijd optioneel en als je een groepje vijanden verslaat, dan levert dat je wat loot op. Dit kunnen wapens zijn, maar ook grondstoffen of gear voor Eivor. Interessant is dat grote nederzettingen ‘raiden’, zoals Vikingen destijds vaker deden, een effectief nut heeft. De grotere nederzettingen beschikken namelijk over forse hoeveelheden grondstoffen die je praktisch in kan zetten. Nieuw in deze game is dat je een eigen nederzetting kan opzetten en uitbouwen en daarvoor heb je de genoemde grondstoffen nodig. Het loont dus om vijandelijke plaatsen te overvallen, zodat je je eigen nederzetting verder kan uitbouwen.

Helaas zat dat element zelf niet in de previewversie, dus hoe het ontwikkelen daarvan precies werkt en in hoeverre je het allemaal moet managen is afwachten. Het wekt in ieder geval de indruk dat het klassieke element van locaties uitbouwen – zoals we dat in de begindagen van de franchise zagen – nu terugkeert en tegen de achtergrond van Vikingen is dat in deze context niet meer dan logisch. Maar goed, het is nog in nevelen gehuld, dus verdere details daarover hebben we helaas op dit moment nog niet. Wel hebben we natuurlijk om die grondstoffen gevochten en het vechten in deze game gaat in het algemeen op vergelijkbare wijze als in eerdere games.

Een belangrijke nuance is echter dat je nu kan dual wielden met de wapens die je hebt. In plaats van het ene wapen af te wisselen met het andere, kan je nu beide wapens in gevechten tegelijkertijd inzetten en dat klinkt als een goede innovatie. Toch betrapten we onszelf erop vooral met één wapen continu te vechten en dat af te wisselen met de pijl en boog. Desalniettemin kan je dus continu vol in de aanval gaan met wapens in beide handen en je kunt deze wapens geheel vrij met elkaar combineren. Dus een bijl en schild zijn mogelijk, maar als je liever met twee kettingen de hersenen van vijanden inslaat, dan is ook dat een mogelijkheid.

Meer uitdaging

De gewone vijanden zijn over het algemeen niet al te ingewikkeld om te verslaan, maar wel lijken ze iets meer defensief op te treden op het moment dat je volledig op ze losgaat. Vijanden met houten schilden zijn niet al te lastig, want je kunt het schild letterlijk kapot slaan. Sterkere vijanden hebben beter materiaal en die zullen telkens je aanvallen blocken en dus moet je op een alternatieve manier te werk gaan. Om daar nog een schepje bovenop te doen: je treft natuurlijk her en der bazen aan en die zijn sterker dan de gewone vijanden. Ubisoft zegt hierover dat elke baas een eigen strategie kent die je zult moeten uitvogelen om ze te kunnen verslaan. Nu hebben we twee bazen verslagen en die verschilden inderdaad wat in aanpak, maar vooralsnog leek het niet heel diep te gaan.

Dus of het qua directe combat gameplay veel variatie brengt is afwachten, wel zullen deze vijanden meer van de omgeving of secundaire middelen gebruikmaken. Zo bevochten we een andere Viking die een wolf aan zijn zijde had met als gevolg dat we telkens twee inkomende aanvallen moesten zien te ontwijken. Best lastig omdat de twee apart van elkaar aanvallen inzetten, dus dat zorgt voor wat meer variatie en uitdaging. Ook troffen we nog een andere vijand in de moerassen die de uitdaging met ons aan wilde gaan, zij het op een eervolle manier. Deze vijand had bijzonder sterke aanvallen en verdedigde hevig; zijn combat neigde wat meer naar Dark Souls, zij het in een light variant. Op die manier wil Ubisoft dus wat meer afwisseling in de gevechten brengen.

Betere structuur?

Eén van de kritiekpunten die ik als ondergetekende heb op Assassin’s Creed: Odyssey is dat je op een gegeven moment nogal de rol van ‘postbode’ aannam. Elke individu was te lui om zijn eigen zaken te fixen en dus werd je aan de lopende band op zinloze quests gestuurd die nogal repetitief van aard waren. De belangrijkste verandering in dit nieuwe deel is natuurlijk de setting die met wat vernieuwingen qua gameplay mogelijkheden en combat komt, maar uiteindelijk is het natuurlijk het verhaal en de bijbehorende questline die zal bepalen of het interessant genoeg blijft. Natuurlijk zullen er fetch missies in Assassin’s Creed: Valhalla zitten, maar de hoop is dat het allemaal wat meer betekenisvol is.

Nu is het te vroeg om daar een sluitend antwoord op te geven, maar een prettige constatering was dat de paar missies die we speelden goed aanvoelden in de zin van opdrachten en het uiteindelijke resultaat. Hierbij heeft Ubisoft ook wat leuke mini-games in het geheel verwerkt, zoals een drankspelletje met een andere Viking waarbij je de effecten nadien ook zult ervaren. Het voelde meer als een coherent geheel aan en dat is een fijne eerste constatering, zeker vanuit het benoemde perspectief met Odyssey als achtergrond. Of dat voor de gehele verhaallijn geldt is natuurlijk afwachten, maar we merkten in de paar uur spelen dat er wat meer variatie in zat en dat lang niet alles altijd maar op vechten neerkomt en dat is op zich een goede ontwikkeling.

Voorlopige conclusie

Assassin’s Creed: Valhalla is vooral meer van hetzelfde als je Origins en Odyssey gespeeld hebt. De gameplay is in de kern niet bijzonder veel veranderd, maar vooral wat uitgebreid met een paar kleine vernieuwingen en subtiele aanpassingen. Wat deze game de glans geeft is dat de setting echt verfrissend aanvoelt. Het is compleet anders dan de vorige twee delen, Vikingen zijn tof en de muziek speelt een fantastische rol in de algehele sfeer. De combat voelde vertrouwd aan en ook de missies – hetgeen we gespeeld hebben althans – lijken wat nuttiger van aard te zijn, mede dankzij de afwisseling die we daarin ervaren hebben in slechts een paar uur tijd. Assassin’s Creed: Valhalla zal niet weer die revolutie zijn die Origins was, maar meer een evolutie op een solide basis en de eerste indruk is in ieder geval positief. Verschillende elementen komen goed samen en de setting, tja… dat heeft de game sowieso mee: de tijd van de Vikingen is immers ontzettend boeiend.