DLC Special: The Elder Scrolls V: Skyrim – Dragonborn – The Elder Scrolls V: Skyrim was ook op de PlayStation 3 volkomen terecht een gigantisch succes. Mede daarom is het zo jammer dat de DLC erg lang op zich liet wachten. Bethesda is er inmiddels in geslaagd om de drie uitbreidingspakketten draaiende te krijgen op Sony’s glimmende console, wat inhoudt dat wij nu eindelijk ook effectief aan de slag kunnen met Dawnguard, Hearthfire en Dragonborn. Die laatste hebben we ondertussen uitgebreid onder handen genomen en hieronder kan je lezen of wij, na maandenlang wachten, alsnog onder de indruk waren.

De extra content van Dragonborn wordt pas beschikbaar wanneer je de tocht naar High Hrothgar en de bijbehorende lessen van de Greybeards doorstaan hebt. Je wordt aangevallen door een stel sekteleden die van een zekere Miraak de opdracht gekregen hebben om jou een kopje kleiner te maken. Het spoor leidt naar het eiland Solstheim, onderdeel van de provincie Morrowind, waar je al snel merkt dat er iets vreemds aan de hand is. De bewoners van het eiland gedragen zich uiterst bizar en besteden het grootste deel van hun tijd werkend aan een mysterieuze tempel. Al snel kom je erachter dat Miraak de originele Dragonborn is, die met behulp van Hermaeus Mora – de Daedra prins van het lot en de kennis – zijn destructieve heropwachting in Tamriel wil maken. Iets dat jij als huidige Dragonborn koste wat het kost moet zien te voorkomen.

Het verhaal van Dragonborn is niet zo heel bijzonder, maar is substantieel genoeg om je interesse van begin tot einde – zo’n zes tot acht uur – vast te houden. De echte ster van het uitbreidingspakket is echter de nieuwe omgeving die aan de wereld van Skyrim toegevoegd wordt. Solstheim is een plaatje om U tegen te zeggen. Besneeuwde bergtoppen en met as bedekte woestenijen voeren de boventoon, terwijl in de verte de vulkanische Red Mountain met bijbehorende rookkolom boven alles uittorent. Het eiland is in elk opzicht een nostalgische terugkeer naar Morrowind. Variatie is er genoeg: de laag gebouwde nederzettingen van de Dunmer in Raven Rock staan in schril contrast met de eerder Noors aandoende hutten van de Skaal. En dan heb je nog het paddenstoelendorp Tel Mithryn, waar de strenge tovenaar Neloth de plak zwaait.

De bewoners van Solstheim zijn – eens je ze van Miraaks booosaardige invloed hebt bevrijd – minstens even interessant. Allemaal hebben ze hun eigen achtergrond met bijbehorende reden om je te wantrouwen of je komst juist als een zegen te zien. De nomadische Skaal, nu permanent neergestreken in het oostelijke gedeelte van het eiland, hebben een heel andere levensstijl dan de Dunmer die Raven Rock en omstreken bevolken. De minuscule Rieklings – een ras dat wel erg doet denken aan een boosaardige versie van de Smurfen – hebben de majestueuze Thirsk Mead Hall overgenomen en dansen al brabbelend in een onverstaanbaar taaltje om je heen. Allemaal hebben ze zo hun problemen en je kunt dan ook naar goede gewoonte weer tal van sidequests aannemen, om je geldbeugel verder aan te dikken of toegang te krijgen tot nieuwe wapens en uitrustingen.

Deze zijmissies zijn eveneens voorzien van de nodige context en kennen hier en daar ook een degelijke plotwending. Zo stuurt een man je de Raven Rock mijn in op zoek naar de overblijfselen van zijn overgrootvader en stuit je vervolgens op een mysterieuze kamer zonder uitgang. De wachters van Raven Rock hebben dan weer andere zorgen: de uiterst dodelijke Ash Spawn – een soort zombies opgebouwd uit as – blijven de verdedigingsmuren aanvallen en jij wordt ingezet om hun oorsprong te achterhalen, een tocht die je naar de onheilspellende ruïnes van een oud fort leidt. Het kan ook een stuk minder serieus: de huishoudster van Neloth heeft taproots nodig om een beschadigd paddenstoelenhuis te herstellen. De hierboven reeds beschreven Rieklings zouden dan weer graag hebben dat je hun prijzenwinnend everzwijn (don’t ask) terughaalt.

Kwantitatief zit het dus allemaal wel goed; zelfs doorgewinterde Skyrim fanaten zullen ettelijke uurtjes zoet zijn met Dragonborn. Op kwalitatief vlak keert de vertrouwde Elder Scrolls gameplay terug, maar dan met een fikse hoeveelheid nieuwe materialen om wapens en uitrustingen uit te vervaardigen. Nieuwe spreuken, ‘shouts’ en krachten kan je ook her en der op de kop tikken, waaronder de erg welkome toevoeging van een kracht die ervoor zorgt dat je kompanen niet geraakt worden wanneer jij in vol gevecht je magie op de vijand loslaat. En dan is er ook nog Apocrypha, het rijk van Hermaeus Mora, een sinistere wereld volledig opgebouwd uit boeken en een uiterst verdacht zwart goedje waaruit op gepaste tijden tentakels verschijnen om je het leven zuur te maken. Hier beland je wanneer je op Solstheim verstopte zwarte boeken vindt en leest.

De makers hebben zich wat Hermaeus Mora en Apocrypha betreft duidelijk sterk laten inspireren door de literatuur van de legendarische horrorauteur H.P. Lovecraft. Diens Chtulhu mythologie schemert door in de hoofdverhaallijn en in de vijanden die de duistere gangen van Apocrypha onveilig maken. Zo heb je de Seekers, zwevende wezens opgebouwd uit tentakels die vanop afstand uiterst dodelijk zijn met projectielaanvallen die flinke happen nemen uit je healthbalk en je voorraad Magicka. Lurkers zijn dan weer gigantische rotzakken die je van dichtbij tot moes slaan en van veraf onderspuwen met een goor en uiterst pijnlijk goedje. Dragonborn kan bij vlagen best uitdagend zijn, zeker wanneer je nog redelijk laag van niveau bent. Het level design is trouwens bij momenten echt top en staat een enkele keer garant voor een mindfuck van jewelste.

Iedereen is uiteraard het meest benieuwd naar de mogelijkheid om draken te berijden, die bij de aankondiging met veel gejuich onthaald werd. Helaas is het meest unieke gedeelte van Dragonborn ook meteen het meest teleurstellende. Wie gedacht had dat hij een draak kon temmen en vervolgens zijn trouwe ros aan de kant van de weg zou kunnen achterlaten om vrij door het luchtruim van Skyrim te suizen, komt immers bedrogen uit. Aanvankelijk voelden we ons erg stoer wanneer we met de gloednieuwe ‘Bend Will’ shout een draak deden landen en op zijn rug klommen. Opwinding die als sneeuw voor de zon verdween wanneer blijkt dat je de draak niet echt zelf kan controleren. Je kunt vaag kiezen welke richting het beest uitgaat en hem dwingen om bepaalde doelwitten aan te vallen, terwijl je zelf vanaf zijn rug de vijand bestookt. Dat is het wel zo’n beetje.

De op papier spectaculairste feature is dus eigenlijk niet meer dan een veredelde cut-scene en fast travel optie, maar dan wel één die er behoorlijk indrukwekkend uitziet – de eerste paar keer toch. Daarna vergeet je helaas al snel dat deze optie überhaupt voorhanden is. Op die teleurstelling na zijn we echter erg te spreken over Dragonborn. Solstheim en Apocrypha zijn erg toffe omgevingen om te verkennen en de hoeveelheid content past bij het prijskaartje. Wij zijn zelf bijzonder weinig bugs tegengekomen, wat de ervaring vanzelfsprekend alleen maar beter maakt. Grafisch komt Skyrim bovendien meer dan een jaar na de releasedatum nog steeds prima uit de verf. Dragonborn is eindelijk hier en ondanks dat we er enorm lang op hebben moeten wachten, zijn we erg te spreken over het eindresultaat. Laat Hearthfire en Dawnguard maar komen!