Gespeeld: Assassin’s Creed: Origins – Het debuut van de Assassin’s Creed franchise op de huidige generatie consoles ging niet helemaal zonder slag of stoot. Unity kreeg enorm veel kritiek te verduren daar waar het nieuwere deel Syndicate en stuk beter uit de verf kwam. Toch besloot Ubisoft dat het verstandig was om de franchise even een jaar te laten rusten om terug te komen met een nieuwe telg die een nieuwe richting inslaat, nieuwe gameplay introduceert en die vooral verfrissend en nieuw moet aanvoelen. Assassin’s Creed: Origins is het resultaat en wij konden deze game al even spelen.

Terug naar het oude Egypte

De Assassin’s Creed franchise begon ooit eens een kleine duizend jaar geleden en nadien kwam de franchise steeds dichterbij het heden. Assassin’s Creed: Syndicate speelde zich bijvoorbeeld ten tijde van de industriële revolutie af en dat is in perspectief met het eerste deel niet eens zo heel lang geleden. Met Assassin’s Creed: Origins gaan we echter wel een behoorlijke tijd terug, want deze game speelt zich namelijk af in het oude Egypte, ver voor de gebeurtenissen van de eerste Assassin’s Creed. Dat geeft genoeg ruimte voor vernieuwing, ondanks dat het qua tijd nog verder terug is.

In Assassin’s Creed: Origins spelen we met Bayek en hij is een zogenoemde ‘Medjay’. Hij leefde in de tijd van Cleopatra VII, de laatste farao van Egypte. Als Medjay is Bayek getraind in het vechten met een kromzwaard, speer en boog. Met een goede training op zak is zijn voornaamste doel het beschermen van alles wat de farao belangrijk vindt. In zekere zin is hij dus een soort elite strijder om alle gevaren richting de interesses van de farao af te wenden. Dat geeft een interessant perspectief, aangezien het niet een willekeurige kerel is die zich aansluit bij het gilde, want hij is op voorhand al een getraind personage met de nodige skills.

Hoe het verhaal zich precies zal ontwikkelen is nog niet bekend, maar dat hij een cruciale rol zal spelen als assassin is vrij vanzelfsprekend. Ongetwijfeld zal je gedurende je avontuur bekende personages uit die tijd tegenkomen, waaronder de farao, aangezien je daar in eerste instantie voor werkt. Hoe hij uiteindelijk in de rol van assassin terechtkomt is ook nog wat onduidelijk, maar wat als een paal boven water staat, is dat Assassin’s Creed: Origins je een boeiend avontuur zal voorschotelen. Dat niet alleen vanwege Bayek, maar ook vanwege de locatie en de flinke verbeteringen die men heeft doorgevoerd.

Toch niet zo’n eindeloze zandbak

Als je aan Egypte denkt, dan komen termen als piramide’s, zand en rivier de Nijl al snel bij je op. Met name het zand is iets wat misschien wat argwaan kan wekken, want is Egypte niet één grote zandbak? Wel, dat valt best wel mee eigenlijk. Natuurlijk kent de game grote zandvlaktes, maar het gebied dat wij konden betreden zag er wel degelijk gevarieerd uit. Rotsformaties, huisjes hier en daar, een levendig dorp en een actieve haven aan een groot meer. Langs de waterkant en iets verder landinwaarts stonden allerlei prachtige palmbomen alsook struiken wat je een heerlijk zomers gevoel geeft.

Het blauwe water doet je bovendien direct snakken naar een heerlijk verkoelend zwembad. Het is sfeervol, kleurrijk en alles leeft in de wereld. De ontwikkelaar vertelde ook vol trots dat elke NPC in de game een daadwerkelijk eigen leven heeft en dag in dag uit allerlei dingen onderneemt. Hoe diep dat gaat is niet bekend, maar je zult zelden NPC’s treffen die helemaal niets aan het doen zijn. Dat alles moet bijdragen aan de sfeer en de toon van de game. Het oude Egypte was een levendige boel en allesbehalve een eindeloze zandbak waarin niets te beleven viel.

We mochten ook kort een blik werpen op de totale wereldkaart en ja, dat was behoorlijk indrukwekkend. De wereld is groter dan ooit en bestaat uit veel verschillende gebieden. Naast woestijn zul je ook rotsachtige gebieden treffen en uiteraard ontbreekt een grote stad als Alexandrië niet, waar je naartoe kunt reizen mocht dat nodig zijn. Of je dat ter land of ter water doet is geheel aan jou, want de game schotelt je verschillende middelen tot vervoer voor. Je kunt al lopend van A naar B gaan, maar ook kun je op een paard springen of een provisorisch zeilbootje dat toevallig in de haven ligt.

Gameplay is omgegooid

Eén van de terugkerende elementen uit de oudere Assassin’s Creed games is dat je nu weer op een paard kan klimmen. Dit paardrijden gaat erg soepel en beperkt zich niet alleen tot de buitengebieden. Daarnaast kun je terwijl je op je paard zit met je zwaard in het rond slaan, wat de indruk wekt dat je ook gevechten ter paard zult hebben. Veel interessanter is eigenlijk dat men de gameplay heeft omgegooid qua besturing. Het voelt vernieuwd en verfijnd aan. Nu was het klimmen en klauteren in de vorige Assassin’s Creed eindelijk op een punt waarbij het feilloos werkte en dat heeft men voortgezet in deze nieuwe game, maar dan op een andere manier.

Je bent nu niet langer gebonden aan allerlei knoppencombinaties, want Bayek klimt zonder enige problemen zo een obstakel op. Dat is te danken aan een nieuwe mechaniek in de game die van te voren inschat wat je wilt doen. Als jij recht op een muur afrent, dan zal Bayek automatisch die muur opklimmen. Beweeg je recht vooruit op een plek waar niets is, dan zal Bayek afhankelijk van hoe ver je de analoge stick vooruit duwt harder gaan lopen of rennen. Daar waar voorheen alles ondergebracht was onder verschillende knoppen, is dat nu allemaal gecentraliseerd naar de linker analoge stick die puur op basis van jouw spelen inschat wat de bedoeling is.

Of dat per se een goede ontwikkeling is, is afwachten. Assassin’s Creed games hebben namelijk nog weleens de neiging om je personage ergens op te laten klimmen die dan vervolgens vast blijft zitten. Niet is zo irritant als dat en hoewel de analoge stick blijven bewegen de voornaamste oplossing is, is het even aankijken hoe dat werkt in een drukke stad. Dat neemt overigens niet weg dat de besturing in het gebied waar we speelden, werkelijk fantastisch aanvoelde. Bayek klimt overal op waar je hem naartoe stuurt en dat gaat vlotter dan ooit. Of dat nu op het land is of in het water waarbij je richting een boot stuurt, het maakt allemaal niet uit, hij zal klimmen.

Deze besturing lijkt afgaande op een half uurtje spelen goed te werken, maar zoals gezegd, is het even aankijken hoe het werkt als je minder bewegingsvrijheid hebt. Vooralsnog bevalt het in ieder geval goed. Een ander belangrijk aspect dat ook een grondige vernieuwing heeft gekregen, is het vechtsysteem. Bayek beschikt over een goede set van skills, maar iedereen begrijpt dat je tegenover verschillende vijanden per definitie in het nadeel bent. Niet langer is de AI afwachtend om één voor één aan te vallen met drie verschillende moves waar ze over beschikken. Ze wachten hun kans af, draaien om je heen en als het even kan stormen ze met meer man op je af. Het is dus belangrijk om een meer verdedigende positie in te nemen en slim op basis van timing je vijand aan te pakken.

Je hebt een lichte en een zware aanval die je afwisselend van elkaar in kan zetten. Tegelijkertijd is het verstandig om inkomende aanvallen regelmatig te blokkeren met je schild, anders zal je healthmeter bijzonder snel teruglopen. Daarbij geldt dat Bayek beschikt over mogelijkheden om inkomende aanvallen ook te ontwijken door opzij te springen. Als je goed in het gevecht zit en je deelt de ene slag na de andere uit, dan loopt er een meter op die je in staat stelt een speciale aanval te doen. Die is weer net even wat krachtiger en kan vooral bij sterkere vijanden erg handig zijn, aangezien het de blokkade van de vijand kan doorbreken.

Het vechten gaat dus op een andere manier en ergens voelt het wat natuurlijker aan. Dit hebben we goed kunnen ervaren tijdens het spelen van de game in de arena. Gedurende de game zal je namelijk verschillende arena’s tegenkomen waarin je het opneemt tegen verschillende golven van vijanden. Uiteindelijk volgt er dan een eindbaas die natuurlijk veel sterker is. Weet je dit met succes af te ronden, dan levert je dat XP op en die ervaring kan je vervolgens weer inwisselen voor skillpunten die je in kan zetten bij verschillende onderdelen. Denk dan aan meer combat mogelijkheden, meer verkenningsmogelijkheden enzovoort.

Leuk in die arena is trouwens dat je naast het gewone vechten ook de omgeving kan gebruiken. Zo hier en daar tref je vallen aan waar je vijanden in kan manoeuvreren, wat natuurlijk in je voordeel werkt. Een nadeel is echter dat je vooralsnog niet de beschikking hebt over vijanden vastpakken om ze ergens heen te duwen. Of dat uiteindelijk wel in de game zit middels een vrij te spelen skill is niet duidelijk, aangezien de ontwikkelaar die bij de game stond daarover wat onduidelijk was. Desalniettemin lijkt het vechtsysteem een goede ontwikkeling te hebben doorgemaakt, het doorbreekt in ieder geval het vastgeroeste concept uit de eerdere delen en dat is erg prettig.

Jouw avontuur, jouw vrijheid

Ubisoft legt met de gameplay in Assassin’s Creed: Origins meer de nadruk op vrijheid. Je bent niet langer gebonden aan een vaste structuur in de missies, want alles wat je doet is geheel vrijblijvend. Je kunt daarbij geheel naar eigen inzicht meerdere quests aannemen, zonder dat de anderen daardoor geannuleerd worden. Sterker nog, de gewone missies en zijmissies zijn veel meer in elkaar verweven, waardoor het meer als een compleet avontuur moet aanvullen in plaats van een vast verhaal met een sloot nietszeggende zijmissies.

Jij kan direct overal gaan en staan waar je maar wilt. Je bepaald zelf welke missies je oppakt en aan welke randactiviteiten je deelneemt. De game legt hierbinnen geen beperking op en diezelfde vibe kregen we ook bij de losse gameplay. Het klimmen gaat nog vlotter en geeft je net wat meer bewegingsvrijheid en ook het vechten voelt losser aan. Je bent niet langer gelockt in een vaste ruimte dat je enkel kan doorbreken door vijanden te verslaan of een bepaalde knop in te drukken. Ook motiveert men je om stealth te gebruiken, aangezien dat gemakkelijker is dan met zes man het gevecht aan gaan. Wil je dat alsnog? Geen enkel probleem, leef je uit!

Voorlopige conclusie

De vernieuwde gameplay lijkt Assassin’s Creed: Origins veel goed te doen. Het voelt vlotter en natuurlijker aan. Het vechten is ook losser, maar gelijk wel moeilijker wat enigszins de stealth gameplay doet aanmoedigen. De verder vrije structuur van missies afwerken klinkt erg interessant, omdat het daarmee meer één groot avontuur wordt. Allerlei punten die in het voordeel van de game spreken, maar wel moeten we de opmerking erbij plaatsen dat sommige animaties nog wat verouderd deden ogen en ook visueel hing er een wat doffe waas over de game heen. In elk opzicht weet de game indruk te maken, behalve visueel, dus daar mag nog wel wat tijd in geïnvesteerd worden. Met nog een aantal maanden te gaan verwachten we echter dat dat wel goedkomt.